Dorus is vorig jaar op 23 februari overleden, maar ik kwam zojuist dit verhaal tegen en wilde het graag met jullie delen. Hoi allemaal. Ik ben Dorus, een vrouwtje van ongeveer vijftien jaar oud. Ik kan ook twaalf zijn, of zeventien.. Mijn baasje en vrouwtje weten dit niet precies, en ik zal jullie vertellen waarom.
Vorig jaar, ik weet het nog precies, het was de eerste zaterdagochtend van maart. Het was koud buiten, ik zat onder een auto te schuilen. Hoelang ik al buiten was weet ik niet meer, maar ik was wel heel erg afgevallen. Ik kon niet eens meer lekker gaan liggen, omdat ik geen grammetje vet om m'n botjes had. Ik wist niet waar ik heen moest. Niemand kon me ermee helpen; ik had niet eens een bandje! Er reed een bordeaux rode auto voorbij. De meneer achter het stuur wees naar de auto waar ik onder zat. De vrouw keek ook. Ze hadden me gezien! De auto remde af, de vrouw sprong al uit de auto en rende naar me toe. Ik begon te mauwen. Hoewel zij geen mauws spreekt, begreep ze me direct. Ik gaf haar kopjes. Ze begon te huilen. De man, die inmiddels de auto aan de kant had gezet, kwam ook aanlopen. Ze zei iets tegen hem in mensentaal. Ik begreep er niets van, maar ze klonk verdrietig. De meneer aaide me. Ik voelde me veilig bij deze mensen. Na een hele tijd op straat, vertrouw je niet veel levende wezens, maar deze wezens gaven me gelijk de liefde die ik nodig had. De man en vrouw stonden te praten, waarop de man mij oppakte en de vrouw weer naar binnen ging. Ik knuffelde met de man en knorde hard. Hij móest weten dat ik het fijn vond. De vrouw kwam terug, met een reismandje. Ik heb een hékel aan die dingen, maar ik moest er iets voor over hebben om deze mensen niet kwijt te raken. Ik ging braaf het mandje in. Ook kreeg ik wat brokjes, wat ik echt heel lekker vond! We gingen met z'n drieën in de auto zitten. Na tien minuutjes stapten we alweer uit. De vrouw tilde het mandje op. We gingen een gebouw in. Ik rook het meteen: de dierenarts. We moesten lang wachten in de wachtkamer, het was immers weekend. Eindelijk waren we aan de beurt. De dierenarts onderzocht me. Ik zat onder de vlooien, maar dat had ik ze ook kunnen vertellen. Die krengen bijten in je, niet normaal! En die jeuk! Pff... Ik scheen ook nog eens een allergie te hebben voor vlooien. De ironie..
Ik had mijn hoofdje tegen de buik van de vrouw aangezet. Ik mag dierenartsen niet, met die maffe witte jasjes. Ze plukken aan je, ze tillen je pootjes op. En daarbij moest die mevrouw weten dat ik me veilig voelde bij haar!
Mijn vorige baasje heeft me ook nooit een chip gegeven. Dus ik was aan mijn lot overgelaten. Als deze meneer en mevrouw mij niet mee zouden nemen, zou ik naar het asiel moesten. Ja, een oude kat in het asiel. Niemand die me wilt, spuitje, klaar. Gelukkig zagen deze mensen dat ook in. Ze waren al snel aan me gehecht. Dat komt denk ik door m´n lieve koppie. Ja, ik weet het, dat is op deze foto niet echt te zien, maar wordt jij er blij van als er een foto van je wordt gemaakt met een felle flits?! Nee, precies...
De meneer en mevrouw namen me mee naar een huis, waar ook nog een oude man was. Daar zag ik grote muizen in een hok, maar het deed me niets. Ik at lekker mijn brokjes en dronk veel water. De oude meneer vond mij ook heel lief. Ik hem ook.
Al snel gingen we weg. We reden naar een supermarkt. Ohja, zaterdag. Deze mensen moeten boodschappen doen natuurlijk. Ik had vast heel hun planning omgegooid.
De mevrouw bleef bij mij in de auto zitten, terwijl de meneer snel boodschappen ging halen. Hij was inderdaad al vrij gauw terug.
Daarna gingen we naar een ander huis, waar ik nog twee oude mensen zag. Een oud stel. De oude mevrouw gaf me boterhamworst. Wat was dat lekker zeg! We bleven ook niet te lang.
We kwamen weer terug op de plek waar ze mij gevonden hadden. Ik schrok; zouden ze me terug zetten? Zou ik weer de kou in moeten? Ik zou het niet overleven, nog een dag op straat! Maar gelukkig gingen we het huis binnen. Daar stond me wel een verrassing te wachten; ze hadden nog twee katten! Ze waren veel jonger dan ik, dus ik deed lekker dominant, en liep door de kamer, over de banken, door de vensterbank. Ik werd goed in de gaten te houden door die vier kattenogen. Ik zocht een plekje in de vensterbank. Ik zuchtte. Dit was mijn nieuwe thuis. Het voelde ook meteen als thuis.