Een mooie nachtmerrie is geen boze droom.
’s Avonds toen ik na een koude dag diep onder de dekens wegkroop en het licht uit deed, trok ik de conclusie dat ik vannacht wel weer beelden samen zou stellen waarvan ik ’s ochtends met de angstkreten nog in mijn hoofd wakker zou worden.
Onrustig draaide ik van de ene zij op de andere. Ik was zo moe dat mijn grote teen bewegen teveel energie vergde van dat wat nog restte. Mijn haar lag nat in mijn nek van de warme douche die ik net genomen had. Ik twijfelde nog of ik je zou smsen dat ik weer alleen lag zonder jou. Uiteindelijk vond ik het niet de moeite waard, jij sliep waarschijnlijk toch al. Ik pakte mijn telefoon op en legde hem op dezelfde plek terug. Diezelfde plek waar jij altijd voor de laatste keer in mijn oor fluisterde dat je van me houdt en dat ik fijn moet dromen. Ik vroeg me af of jij zou weten dat ik helemaal niet meer droom en de nachtmerries me maar blijven achtervolgen.
Ik droeg die nacht mijn te grote zwarte T-shirt, die eigenlijk van jou is. Vermoeid kreeg ik het dan uiteindelijk toch voor elkaar om in slaap te vallen, nieuwsgierig naar wat me deze nacht weer te wachten stond, bang voor wat de gevolgen zouden zijn.
Die nacht droomde ik weer over jou. Dan niet zoals het zou moeten zijn, zoals ik zou willen dat het was, verre van dat. Jij ging bij me weg. Je verliet me. Precies zoals je de afgelopen nacht had gedaan en die nacht ervoor. Het gras is altijd groener aan de overkant, ik voldeed niet meer aan de weinige eisen die je had. Ineens had je problemen met alles waar je overdag complimentjes over gaf. Ik ben er nog steeds niet over uit wat meer pijn deed. Je woorden of de minachtende blik in je ogen.
Of dan misschien nog wel het laatste deel, jouw eigen happy end. Het moment dat je met haar wegloopt. Voor de laatste keer omkijkt en me goed laat voelen dat ik niet meer voor je besta.
Toen ik wakker werd zat mijn kussen onder de zwarte strepen, zoals ik al verwacht had. Mijn ogen waren rood en dik van alle tranen die ik had laten lopen terwijl ik lekker lag te slapen. Ik ging zitten en trok mijn (jouw) T-shirt tot ver over mijn knieën, nog nagenietend van de prachtige beelden van vannacht. Net op het moment dat ik het gevoel kreeg dat de nachtmerrie realistisch was, drongen de trillingen van een bekend geluid mijn oren binnen. Ik schrok me dood, dat doe ik altijd op dat moment. Mijn hand trilde een beetje toen ik mijn arm uitstrekte om mijn telefoon te pakken. ‘1 nieuw bericht’. Ik ontgrendelde het scherm en jouw naam stond midden in het venster. Mijn hart klopte in mijn keel op het moment dat ik het bericht opende, nog één keer zuchtte en begon te lezen. Eigenlijk zag het er precies hetzelfde uit als elke ochtend, maar elke ochtend wordt het weer mooier. De woorden liet ik langzaam, 1 voor 1 op me inwerken. Er stond dat je van me houdt. Je vroeg of ik goed geslapen had. Dat je nooit meer een ander wilt en je met mij wakker had willen worden.
Ik denk dat ik elke nacht hier wel voor over heb. Het moment van wakker worden en horen dat je nog steeds van mij houdt en niet van een ander is overweldigend.
Zo verander jij steeds een nachtmerrienacht in een droommooie ochtend.
Ik lach, pak een briefje van mijn nachtkasje en kalk met hanenpoten:
Een mooie nachtmerrie is geen boze droom.
Zo, die hang ik boven mijn bed.
Jongbloed*, vrouw, 30 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende