EEN VOGEL
Een vogel kwam mijn kamer ingevlogen,
Heel vertrouwd heeft hij zich over mij heen gebogen.
Hij fluisterde dat de dood hem zond,-
Ik antwoordde niet, want ik verstond.
Koninklijk zette hij zich aan mijn zijde,
Zijn wieken terneer, als een mantel van zijde,
Hij scheen zich te verblijden in zijn pracht,
En ook over de boodschap die hij bracht.
Vannacht zal het met mij ten einde gaan,
Mijn harte hoor ik haast niet meer slaan,
Toch troost het mij, dat in hoogheid scheidde,
De koning der vogels aan mijn zijde.
Ik mag niet wenen, niet klagen,
Vannacht word ik omhoog gedragen,
Op koninklijke wieken, trots en groot,
Met koninklijke pracht ga ik in de dood
slayer, man, 34 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende