Getto beestjes in m’n huis.
Sinds anderhalve week woon in nu, samen met 3 vrienden, in een eigen huis. Het bevalt er prima, het begint al meer en meer te wennen. Zelfs de wijk waar het huis staat, de wijk waar ik vroeger altijd wel een scherpe, denigrerende opmerking voor klaar had staan, begint te wennen. Het is niet de beste wijk van Alkmaar, dat zeker niet. Het kan prima bestempelt worden als een wijk die thuishoort in het rijtje ‘probleemwijken’. Dat is als je de meningen van menig Alkmaarder wilt geloven. Overdie –klinkt leuker op z’n Engels: Over-Die! - is voor menig Alkmaarder nog altijd de ‘getto’. Veel mensen vergeten hierbij dat ‘oud overdie’ de wijk is waar vroeger de meeste problemen waren.
Tegenover ons huis staat een enorme flat, een woonfabriek, van zo’n 20 verdiepingen hoog. Dit is een geschat aantal verdiepingen, pin me er niet op vast. De woningen zijn er vrij goedkoop, doch ruim. Het is dan ook niet wonderbaarlijk dat mensen met een lager inkomen, in sommige gevallen een uitkering, Overdie voor hun geld kiezen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er veel etnische minderheden hun thuis in deze woonfabriek gevonden hebben. Niets ten nadele van deze groepen mensen, maar het zijn vaak de mensen die met een lager inkomen de maand door moeten zien te komen. Op straat lopen er meer allochtonen dan autochtonen, waardoor ik me begin af te vragen of ik, als Nederlander, niet de minderheid ben in deze wijk. In het begin was ik wat huiverig over de bevolkingssamenstelling van mijn buurt. Maar ik moet eerlijk zeggen dat het me heel erg meevalt. De fietsen zijn er nog, de ramen zijn nog heel en zelfs de wielen onder de beamer van een huisgenoot zitten er elke ochtend weer op. Dit kan ook zijn omdat bijna elk huishouden hier in het bezit is van een –slecht- gepimte Duitser, waardoor de waarde van deze bolides sneller daalt dan energie in de batterijen in de vibrator van onze enige vrouwelijke huisgenoot. Naast het rijtje huizen waar wij in wonen staat nog zo’n flat, met de naam ‘de vooruitgang’, die uitkijkt op nóg een woonfabriek. Er is bij de bouw van dit exemplaar rekening gehouden met de slechtziende buurtbewoners. Er staat namelijk met enorme letters, over de gehele, 20 verdiepingen hoge, zijkant ‘Melis stokelaan’. Inderdaad, de straat waar wij in wonen.
Het enige wat mij niet bevalt zijn de beestjes in huis. Toen we net waren ingetrokken ben ik gestoken, gebeten of geswaffelt door een of ander insect. In mijn vinger, aan mijn rechter hand. Eerst was er niet veel aan de hand, slecht een klein, piepklein bijtwondje. Een dag later zat er een fikse blaar om heen met in het midden een knalrood stipje, de bijtwond. Nog een dag later besloot ik dat het zo wel mooi was geweest met de blaar en trok ‘m open. Nu ziet het er nog niet helemaal lekker uit, maar het doet geen pijn meer. Vanmorgen werd ik wakker met, aan dezelfde vinger maar aan de andere kant, een zelfde blaar. Kennelijk vond het gettobeestje mij lekker en kwam terug voor meer. Ik heb werkgelijk geen idee welk beest zo’n wond achterlaat. Muggen doen dat niet, naar mijn idee. Een spin kan het geweest zijn, maar ik heb de ballen verstand van die dieren. Zolang dat gettobeestje maar weg blijft vanaf nu vind ik het prima, het is al niet lollig meer. Het zou daarbij ook wel fijn zijn als mijn vinger er niet afvalt.
Cheers,
Joint.
Joint, man, 33 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende