Tranen vinden zich een weg over m'n wangen.
Vochtige rode wangen die branderig voelen.
Denkend aan het gene wat fout is gegaan.
Waar het allemaal begonnen is.
En weer zit ik te denken.
Je wil me helpen maar ik wil het alleen doen.
Ik wil wel maar kan het niet.
Voor de buitenwereld heb ik alles verzwegen.
Ik wil laten zien dat ik sterk ben en dat ik het alleen kan.
Maar steeds val ik terug.
Niemand hoeft te weten hoe kwetsbaar, hoe klein, hoe angstig en verlegen ik af en toe kan zijn.
Het voelt alsof ik mensen pijn doe omdat ik niet zeg wat er aan de hand is.
Ik wil er zelf achter komen hoe ik dit kan oplossen en welke keuzes ik moet maken.
Zonder dat andere mij leiden.
Maar ik kan het niet alleen, mijn kracht is te zwak.
Steeds val ik terug, ik heb ze nodig.
Heb alles maar weggestopt.
Leegte gemaakt voor de mensen om me heen.
Ik kan niet in me eentje de wereld dragen.