Ik zit daar huilend op een bankje, waar niemand me hoort of ziet.
De strijd is gestreden, de toekomst is vervaagd.
Donkere zwarte duistere gaten, geen zonneschijn dat ik zie.
Ongelukkig is mijn leven, een leven vol emoties en verdriet.
Vermoeide benen een hart vol verdriet, zo alleen.
Tranen glijden over me rode wangen, de druppels voelen warm aan op me koude huid.
Kijkend naar de toekomst, zwarte witte duistere vlekken.
Lopend naar nergens, niks of niemand houd me tegen.
De strijd is gestreden, dit is wie ik ben.
Niemand die het ziet, niemand die me kent.
Donkere gaten, pijnlijke herinneringen.
Het ondraaglijke verdriet, zal ooit is moeten overgaan.
Een traan langs mijn gezicht, maar niemand die het bij me ziet.
Ik knijp mijn ogen dicht en denk na, blijven staan of neervallen van de pijn.
Dit is het eind ik ben sterk gebleven, niks of niemand die voor me staat.
Niemand die omkijkt, niemand die maar ziet dat er tranen over mijn gezicht stromen.
Ik heb alles gegeven maar alles word donker voor mijn ogen.
Niemand die ziet dat ik aan het eind van me leven ben.
Tranen op het bankje, herinneringen die komen en raken ook weer zoek.
Niemand zal ooit zien dat ik breek, ze zullen alleen zeggen "ja dat ene meisje met die glimlach"
Eigenlijk breek ik van de pijn, maar niemand die dat ooit zal zien.
Ik geef straks op...
Wanneer weet ik nog niet.
Maar als jij je ogen open doet op een ochtend zal je niemand missen en gewoon doorgaan zonder mij