Italië
Ik ga naar Italië. Wonen in een warm land, waar alles rustiger aan gaat en niet zo nauw wordt gelet op de regeltjes en tijd, dat zal me goed doen. Tijdelijk, ja, een tijdje. In mijn hoofd komt het plaatje steeds meer tot leven. Ik zie de chaos in de straten, ruik de warmte en voel de aangename eenzaamheid. Het alleen zijn in een drukke stad, waar je niemand kent. Waar je niemand hoeft te kennen. Waar je bent, zonder te moeten zijn. Ik liep er al door de straten. Mijn moeder lachte en zei dat ze het me zag doen. "Dan ga je daar toch stage lopen". Ja, wellicht. Maar aan zakelijke dingen moest ik niet denken. Mezelf onttrekken aan het leven en schrijven is een gekke droom. Of ander soort kunst maken. Of mee bezig zijn. Wie weet, inderdaad voor mijn werk. Ik ben in de goede richting aan het studeren. De combinatie van naar het buitenland gaan trekt me enorm. Het kost alleen wel geld en laat dat de laatste tijd nou nogal snel de deur uit gaan..
Ik sta in de straten van mijn Italiaanse stad, ergens in het Toscane gebied want ja dat is zo mooi. Of toch in Napoli, de mooiste stad van Italië als ik mijn Italiaanse vrienden mag geloven. Ik sta er in mijn gedachten, loop rond, proef de lucht, voel de warmte, het leven. Ja, ik weet dat het een ideaalbeeld is maar ik ben er zo van overtuigd dat dit goed voor me zal zijn, dat dit iets is wat ik moet doen, dat ik weer even voel dat ik zin heb in het leven. Zin heb in mijn leven. Bijna wilde ik dit naar mijn moeder uitspreken, maar het zou haar pijn doen, ze zou het niet begrijpen. Dus ik bleef vrolijk, schetste het beeld en zei haar dat zij dan met pap in Griekenland zou wonen en dat we elkaar dan zouden opzoeken. Nee, een gezin zag ik niet voor me. Het was ik, alleen, wetende dat ik mensen heb die om me geven, maar die waren ver weg. Ik alleen, in een stad waar ik was, zonder te moeten zijn. Het zal nooit zo zijn, maar de gedachte was fijn.
Ik kreeg spontaan zin in het leven, wilde goed voor mezelf zorgen. Helaas duurde dat maar even, het ging weer mis.
Ik ben mezelf weer kwijt en te moe om mezelf te zoeken. Ik ben bekaf en wil even niets meer. Niets en niemand. En toch blijf ik doorgaan, ja. Toch stop ik mezelf ondertussen vol. Waarom? Om te laten zien dat het niet echt goed gaat, hoe goed ik ook probeer alsof? Ik weet het oprecht niet. Wat ik weet is dat ik het niet weet, een beetje a la Descartes. Ik denk, dus ik ben. Ik denk zoveel, dat ik niet weet dat ik ben. Het voelt onwerkelijk.
Zojuist reed ik terug op mijn fiets, van mijn ouders naar mijn huis. Eerst in gedachten verzonken, toen om me heen kijkend. Het was al stil op straat, in deze stad is dat zo gauw. Het was stil maar mooi. Te mooi, leek het. Onwerkelijk, als in een film. Ik voelde me ook geen deel van het geheel. Alsof ik daar door een filmsetting heen fietste. En zo voelt het de laatste tijd vaker. Alsof ik geen contact heb. Ik ga er doorheen, doe wat ik moet doen of denk dat hoort, maar ben me bewust van hoe het eruit zou zien. Als in een film.
Ik ben moe. Heb nergens zin in. Toch wil ik niet eindigen. Ik wil dat beeld in Italie nog vervullen. En dat beangstigd me, want ik ben doodsbang dat ik dat niet ga redden. Dat er iets gebeurt waardoor het niet kan. Dat ik mezelf ga falen. Door dood te gaan, of ongezond te worden, of zo dik dat ik niet meer kan lopen. Ik ben doodsbang om te willen leven, omdat ik te moe ben om het nog goed te doen. Omdat ik het niet meer zie. Omdat ik het niet meer op kan brengen, lijkt wel. Want zelfs al zit ik over twee jaar in Italië, ik kan niet eens goed voor mezelf zorgen en raak bij het geringste al in de stress. Alles is teveel. Dus hoe ga ik dat dan in vredesnaam doen daar, waar niemand is die mij kan helpen? Want dat is het he. Ergens verlangt iets op dit moment in mij dat ik weer in bed gelegd wordt, wordt ingestopt, terwijl de woorden "Zo, lekker liggen, het komt allemaal weer goed" in mijn oor worden gefluisterd en ondertussen mijn haren worden gestreeld. Dit, net gedoucht, in een schoon bed. De geruststelling dat het oké is, dat ik even niets meer hoef want er word voor gezorgd. Ik hoef niets.
Maar dat zal niet meer gebeuren. En dat wil ik eigenlijk ook niet. Alleen op dit moment, omdat ik op ben. Maar zodra dat gebeurt zal ik onrustig worden en van alles willen doen. Een balans vinden is iets wat ik nog steeds probeer. En terwijl ik na steeds meer wankelen haast dreig om te vallen, besef ik mij dat ik wellicht wat meer hulp nodig ga hebben om overeind te blijven. Want mijn yin wordt de laatste tijd groter dan mijn yang en dat beangstigd me. Nu rest mij nog om zoveel mogelijk te rusten en verder uit te zoeken waar ik de hulp ga zoeken: huisarts/psychiater (door vermoedelijke ADD of iets) zoals sommigen voorstellen of ga ik mij verdiepen in de alternatieve Chinese geneeswijze waar ik altijd al een interesse voor heb gehad? Ik zal het moeten uitzoeken, maar dat is nu even voor latere zorg.
Nu mag ik weer toegeven aan de moeheid en gaan slapen. (Toch bijzonder, aangezien ik gister om acht uur al op bed lag -ik moest wachten tot acht uur van mezelf, anders had ik er al eerder in gelegen- en er vanochtend pas om half elf uit was. De gehele dag was ik alsnog intens aan het gapen.)
Damn, vrouw, 31 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende