Lege plekken




Ik ben nooit jong geweest. Dat wil zeggen, ik ben op zekere dag geboren, heb gehuild als een kind dat het verfoeid geboren te zijn, althans zo is mij verteld. En ik geloof het omdat het mij past. Ik hoor namelijk net zo weinig bij deze wereld als deze wereld bij mij hoort. Sinds mijn geboorte zijn wij vreemden voor elkaar, alle vruchteloze pogingen elkaar te leren kennen ten spijt. Ook in mijn gedachten ben ik nooit jong geweest. Ik kan jeugdige vitaliteit en branie veinzen, maar voelen doe ik het niet. Daarvoor ligt er teveel zwaarte in mijn botten besloten, alsof ik gemaakt ben van oeroud eikenhout van de ygdrassil: de boom van het leven, of geboetseerd uit de smerige klei waaruit deze hele wereld sinds de zondeval bestaat.

Mijn herinneringen? Dat is een ander geval. Mijn herinneringen bestaan uit lege plekken. De spaties tussen de woorden van het verhaal waaraan je elke dag schrijft als je 's ochtends met weerzin je ogen opent. Ik herinner mij de gezwegen momenten; weggesloten van een al lang vergeten feest (alle feesten zijn immers eender) slenterend over een achterafstraatje; stoffig en vol overwoekerde stenen. De tinteling van spanning als ik door de achterdeur van het restaurant wegglip, het onweerstaanbare van die oude pleintjes, parkeerplaatsen, braakliggende door onkruid bevolkte achtertuintjes, tankstations etc.: de achterkant van de werkelijkheid. Of van de gladgestreken façade die wij zo noemen.

Mijn leven, het eeuwige leven van een oude man, die nooit vooruit, maar enkel achteruit verlangt, staat in het teken van die lege plekken. De lege plek die een stervende of vertrekkende (er is geen verschil) achterlaat in de brandschone gevel van je leven, en de verrotte pier waar je onder treurende bomen en tussen omgeschopte afvalbakken rouwt: de echte wereld.

Niet alleen hoor ik niet bij de wereld (en de wereld niet bij mij) ook bij de mensen die haar bevolken ben ik nooit thuis. Hun huizen zijn mij gevangenissen van properheid, hun woorden en lachen tralies; alles is slechts onderdeel van die schone, perfecte schijn die zij de hele planeet trachten op te leggen. Elk stukje land ingeperkt, schoongeveegd, gecontroleerd en gemangeld tot een plakje in een kadaster. Daarom ook voel ik mij enkel thuis op die kleine stukjes land waar niemand naar omkijkt: de scheurtjes in de perfecte geplamuurde waanzin van de werkelijkheid.

Nee, de mensen zijn de mijnen niet. Oh, ik houd wel van ze, soms. Ik eet, drink, bemin en vervloek als elk ander. En soms houd ik oprecht van ze, maar meestal voel ik mij in hun nabijheid misplaatst. Misschien dat ik daarom ook nooit lang heb kunnen vasthouden aan anderen. Ik leefde immers toch in een andere wereld dan die zij zagen. In relaties is mij dit altijd kwalijk genomen. Ik vocht er niet voor. En dat klopt. Ik vocht niet omdat ik wist dat zij toch verder zouden gaan zonder mij. Of ik zonder hen. Er zijn maar twee rollen in zo'n leven: de reiziger en het station. Of heel soms een indringer.

Waarom vertel ik jullie dit alles? Oh ja, daar moest ik nog aan toekomen. Ik ben een oude man, maar oud zal ik niet meer worden. Ik ben immers altijd al oud geweest dus het kon niet anders dan de dood had mijn naam al op zijn agenda staan bij mijn geboorte. Ik heb nooit geloof in die onzin dat je je leven voor je ogen voorbij ziet schieten als je sterft, en als het al zo is zullen het je herinneringen zijn die je geest verlaten als ratten een zinkend schip. Toch is het vreemd, dat ik voor heel even, dat ene moment tussen de klap en de pijn, nog voor je lichaam goed en wel de grond raakt, nog zo helder kan denken. Het is alsof de tijd langzamer gaat. Maar ik zie mijn leven niet voorbij flitsen, niets in mijn leven is ooit voorbij geflitst. Wat ik zie is: een braambosveldje achter een schutting, een kapotte roestige fiets langs een waterkant, een fabriek zonder dak, vol varens en brandnetels; en dit ene moment, hangend in de lucht, tussen leven en dood: de eeuwige lege plek waar ik voor eeuwig zal blijven hangen. Want wat is eeuwigheid nu anders dan de laatste seconde, voor ik sterf, maar al gestopt met leven.

19 mei 2011 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Wolfe Tone
Wolfe Tone, man, 39 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende