Noodklok
Om negen uur
luidde de noodklok
zijn mechanische
gesnauw,
en werd mij
met afgemeten droefenis
een halsbandje
in de hand gedrukt
Het was rood
en hoorde rond
een hals van sneeuwwit
en zwart;
maar vooral
van een levend wezen
ademend, lopend
slapend op mijn arm
Dit levenloze diertje
gebroken
en verstild
kan niet zijn
wat ik zo beminde
en vasthield elke dag
Waar is de warmte
van zijn vacht
en de liefde
in zijn ogen?
Nee, dit diertje
dat ik nu huiswaarts
draag
kan mijn Yoda
niet zijn.
Wolfe Tone, man, 39 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende