De geschiedenis van mijn opa.Vroeger tijdens de tweede wereldoorlog, woonden mijn opa en oma nog op een boerderij. Mijn vader, zijn broertje en zijn zusje zijn daar opgegroeid, tussen de schapen, varkens, kippen en koeien. Het was een grote boerderij. Het woonhuis zat vast aan een grote stal vol met koeien. Ik heb daar toen ik klein was nog regelmatig gelogeerd. Maar wat mij altijd opviel was de stal achter het woonhuis. Het was een soort ruïne, een overblijfsel uit de eerste wereldoorlog. Een herinnering aan die oorlog. Een herinnering waar niet meer aan gedacht werd, in november 1944. Want een nieuwe oorlog teisterde het land al een tijdje. En ook die oorlog heeft op de boerderij waar mijn vader in 1954 is opgegroeid, zo zijn afdruk achter gelaten.
Het gebeurde op een koude, zonnige dag in november. Mijn opa stond in het land, en in het gebied waar mijn opa en oma toen woonde was de oorlog niet zo hevig geweest. Mijn vader heeft mij dit verhaal verteld, maar hij wist niet meer wat mijn opa op dat moment aan het doen was. Alleen dat hij op het land stond. In die tijd waren er in de buurt wel veel legerkampen in de buurt. Omdat er grote dicht beboste stukken land waren, konden soldaten veilig overnachten. Er waren cafés waar de soldaten graag heen gingen. En omdat de soldaten vrije tijd genoeg hadden in dat gebied, was het eigelijk dag in en dag uit druk in zo’n café. Er werd in die tijd door soldaten flink wat gezopen. En zeker op die dag in november, die begon als een dood normale dag. Er werd gefeest in de kroegen, omdat de vrijheid dichter bij kwam. Mijn opa heeft gevoeld wat alcohol met die soldaten deed. Toen er buiten gevierd werd, is er in het wilde weg geschoten. Mijn opa die op dat moment op het land stond, hoorde de schoten. Maar omdat het toch het platte land is, en het feest waarschijnlijk achter het bos was, dacht hij dat er niks mis was. Hij bukte, om zijn boterhambordje van de grond te pakken, het bordje dat mijn oma tien minuten geleden met een boterham had gebracht. En op het moment dat hij bukte, voelde hij iets op zijn rug. Het gebeurde heel snel, en hij was zich er niet van bewust wat er eigelijk gebeurde. Zijn hoofd was leeg, en hij had geen gedachten. Plotseling kwam hij weer bij zinnen, en er schoot een geweldige pijn boven in zijn rug! Hij viel neer, greep naar zijn rug en zag het rode bloed aan zijn vingers druipen. Mijn oma zag wat er gebeurde, en waarschuwde snel de buurman, met haar harde gegil. Mijn opa was geraakt door een ‘dronken’ verdwaalde kogel!
Gelukkig heeft mijn opa dit schietincident overleefd. Ander was mijn vader er niet geweest, en dus ik ook niet. Hulp was redelijk snel ter plaatse. De kogel was vast blijven zitten in het schouderblad, en had niet eens zoveel schade aangericht. De kogel heeft mijn oma bewaard, en zit nu in een klein bronzen kistje, een herinnering uit de tweede wereldoorlog dus. Maar wat zou er gebeurd zijn, als mijn opa niet gebukt had om zijn bordje op te pakken? Dan had ik dit verhaal nu niet hier geschreven.