Ochtendwoorden.
Ik heb altijd al een hekel aan ochtenden gehad. Het moment waarop de wekker je vertelt dat je o-zo-nodig nu meteen je bed uit moet omdat achter de deur een leuke schooldag staat te wachten. Zo’n doodgewone dag als altijd. Waarop je weet dat je om 08:08 die ene auto passeert waarin de man met het grijze pak zit op weg naar zijn werk om de hele dag op kantoor te zitten. Vreselijk moment altijd, de dekens van je afslaan en je warme voeten op de koude vloer neerplaatsen. Rillingen over je hele lichaam en een sterk verlangen om met één sprong terug in bed te ploffen en door te slapen. Je kleedt je om, rekt je nog een keer goed uit en sloft naar beneden voor het ontbijt. Met moeite werk je de nodige voeding naar binnen, je bent immers net wakker, en je sloft met dezelfde snelheid de trap op voor de uiterlijke verzorging.
Je haar wilt niet zitten, make-up staat niet zoals het hoort, nee, ochtenden zijn niets.
De weekenden zijn minder erg, maar nog steeds ben ik er niet gek op. Dat zijn die ochtenden dat ik mijn ogen open doe en tegen die witte muur aankijk. Nou is dat het probleem niet. Het is meer het gedeelte dat ik me omdraai en dan in een lege kamer kijk. Dat terwijl ik zó graag jouw gezicht had willen zien. Ik heb alle tijd om wakker te worden, rustig op te staan, zo laat of vroeg als ik zelf maar wil. Geen vervelende wekker, geen schooldag als ik de slaapkamerdeur open maak en geen jij. Soms word ik pas wakker als de zon alweer moe wordt van het schijnen wat ze die dag al gedaan heeft en soms word ik al wakker als de dauw nog maar net op de bladeren ligt en ik de frisse, koude ochtendlucht kan ruiken. Minder koude ochtenden, nog steeds niets.
Toch zijn er ochtenden die ik prachtig vind. Waarvan er een mooie avond aan vooraf is gegaan. Dat ik in de stromende regen samen met jou de laatste ronde van het uitlaten van de hond deed en we drijfnat tot aan ons ondergoed schaterend van het lachen binnenstapten. Vervolgens met jou onder de warme douche sprong om nog één keer vervelend te zijn voordat we zouden rusten. Maar nog het beste: Samen met jou onder de dekens te kruipen om de belevenissen van die dag nog eens na te gaan en er voor de laatste keer om lachen. Tot ik gapend mijn ogen sluit en vlak voordat ik in slaap val ergens in de verte nog jouw lippen op mijn wang voel. Het moment van wakker worden is anders dan al die andere ochtenden. Jij was eerder wakker dan ik en had al een arm om me heen geslagen vanwege het feit dat ik er in jouw ogen zo lief bij lag. Ik opende mijn ogen en voelde dat ik in jouw armen lag, zoals ik was gaan slapen. Ik draaide verward mijn hoofd jouw kant op en keek in jouw vertederend naar mij kijkende ogen. ‘Goedemorgen liefie!’ zei je terwijl je zachtjes kusjes in mijn nek gaf. Ochtenden zijn niets, maar niets is mooier dan jouw ochtendwoorden.
Jongbloed*, vrouw, 30 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende