Op de E332 is om 8.15 een jonge automobilist omgek
In het begin lachte ze nog om hem, maar na een tijdje sloeg ze om. Ze sloegen altijd om. Liefje, zei hij tegen haar. Liefje deed het altijd goed, maar je moest het wel teder zeggen. Hij wist precies hoe. Eerst zag hij nog lichte sporen van ongeloof in haar ogen, maar met zijn talloze lieve woorden werden die weggewassen. Hij sloeg zijn arm om haar heen en zij protesteerde niet. Hij beloofde haar de wereld, de zon, de maan, de dag, en vooral de nacht. Zij liet zich meevoeren met zijn woordenstroom, wat ging het toch makkelijk.
Hij praatte met de tong van een oude dichter, maar zonder de hoffelijkheid. Zijn poëzie was niet slecht, maar uitgesleten en berekend op zijn doel.
Ze was geen bijzonder mooi meisje, in tegendeel, eigenlijk was ze lelijk. Maar dat moest ook, anders werkte het niet. Waarschijnlijk had nog nooit iemand zo tegen haar gesproken, haar zo schaamteloos voorgelogen. Liefdevol heette dat, hah!
Hij drukte haar steeds dichter tegen hem aan, en voelde haar gejaagde adem door haar kleding heen. Maar telkens als haar lippen hem zochten, deed hij of hij het niet merkte, of keek toevallig de andere kant op. Hij voelde haar onzekerheid toenemen, en genoot. Binnen een kwartier zou zij volledig in zijn macht zijn. Alles zou zij voor hem doen, en hij wist dat zij het ook wist. Inwendig lachte hij. Hij had haar precies waar hij wilde. Hij stond op en keek op zijn horloge; het was ruim over tweeën. Het meisje kwam naast hem omhoog, haar gezicht vol angstige verwachting, en hij kon een voldane grijns niet onderdrukken. Dom kind. Hoe oud zou ze zijn? Zestien ofzo had ze gezegd. Hij geeuwde, en stapte op haar af.
Hij was moe, en wilde, omdat hij haar zo graag mocht de zaken niet overhaasten. Morgen zouden ze elkaar weer zien.
Hij las de teleurstelling op haar gezicht, en gaf haar snel een kusje op haar lippen.
Het hielp nauwelijks. Nog wat lieve woordjes en beloftes fluisterend draaide hij zich om, en liep naar zijn tent, waar alle tassen al gepakt stonden. Hij kon nog net een paar uurtjes slapen voor hij vertrok.
Verward sjokte zij naar haar tent toe. Morgen zou ze hem weer zien had hij gezegd. Waarom voelde ze zich dan niet blij? Ze kroop in bed, maar ze kon niet slapen. Hij bleef haar gedachten beheersen. Zonder hem bestond ze niet. Ze was zo met hem verbonden dat ze alleen niet kon slapen, nee zelfs niet kon leven. Hij en haar, zij en hem, het spookte in haar bed, en ze voelde zich vreemd samen, alsof ze nooit meer alleen zou bestaan.Om half vijf zonk ze van pure vermoeidheid toch in slaap, maar ook in haar droom bleef hij haar achtervolgen.
Vroeg in de ochtend schrok ze wakker uit haar uitputtende droom. Een radiobericht speelde door haar hoofd, en ze wist niet waar het vandaan kwam. Op de E332 is om 8.15 een jonge automobilist omgekomen. Ze keek naar de verlichte wijzers van haar klok; ze wezen vijf voor acht aan. Ze sloot haar ogen, en zijn spook verdwaalde in de ochtendnevels. Ze zonk weg in de gelukzalige zekerheid dat zij de enige mens op aarde was.
Hij reed met hoge snelheid noordelijk op de snelweg. Hij had goed geslapen, en dacht met plezier terug aan het meisje dat hij zo prachtig voor de gek had gehouden. Hij probeerde zich voor te stellen hoe ze zou kijken als ze besefte dat hij weg was. In zijn gedachten trok ze allerlei gezichten, de een nog lachwekkender dan de ander, of huilde ze, soms wel dagenlang.
Hij sloot zijn ogen een moment en lachte hardop. Toen hij ze weer opende keek hij op zijn dashboard. Zijn snelheid was 135 km/h, en de tijd was 8.15 uur.
De vrachtwagen voor hem remde hard.
Wolfe Tone, man, 39 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende