Hoi! Ik verveelde mij en besloot weer eens te gaan schrijven, wat vinden jullie van dit verhaal? (:
-----
Voortlevende liefde
Hij heeft gekozen voor een simpel bestaan, een simpele route door onwetendheid geketend. Maar ondanks alles ging hij er helemaal voor. Zijn simpele bestaan bestond uit weinig, zelfs een fatsoenlijke slaapplaats bezat hij niet. Dit alles alleen om zo dicht mogelijk bij zijn geliefde te zijn, ja, daar had hij alles voor over. Hij beging een nieuw leven, ver weg van zijn familie gescheiden. Alleen maar om mij ten goede te komen, alleen maar om bij mij te zijn.
De zwoele geur van vers gebakken brood kwam mij tegemoet. Babi liep naar binnen met een schaal vol brood. Ik bedankte haar vriendelijk. "Babi?" Vroeg mijn liefhebbende vriend. Ik knikte zwak: "Dat is een benaming voor de vrouw van mijn broer." Antwoordde ik glimlachend over zijn onwetendheid. "Hoe gaat het met je?" Vroeg hij mij vervolgens op zorgzame toon. Ik knikte zacht. "Het gaat, ik ben allang blij dat jij je bij mij hebt gevestigd."
Had ik wat anders moeten wensen? Dat rijkdom mij zou overspoelen of iets in die trant? Zou ik überhaupt zo hebben kunnen denken, zou ik zo egoïstisch kunnen zijn geweest, of was ik nu ook egoïstisch bezig... Was het egoïstisch geweest om als mijn laatste wens te wensen dat mijn geliefde naast mijn zijde mij de dood kon zien begaan? Ik wist van hem dat hij niks anders wilde dan bij mij zijn, maar ik wist niet of hij zulke offers kon brengen. Of hij de volgende emoties onder de hand kon houden. Zou hij hebben ingestemd als ik niks had gevraagd? Zou hij er zelf opgekomen zijn... Alsof hij mijn gedachten kon lezen begon hij tegen mij te praten. "Ik zou niks anders willen dan hier bij jou zijn. Zelfs mijn leven zou ik voor je hebben gegeven, als ik jou zo kon redden. Als jij mij niet had aangeboden hier te komen vestigen, was ik tevens gekomen. Als jij mij had gedwongen weg te blijven, zou ik toch gekomen zijn. Ik geef om jou, ik houd van jou." Een glinsterende traan sabelde langs mijn bleke gezicht naar beneden. Hij belandde op mijn trillende hand. "Ik kan niet beamen om te zeggen dat het goed komt, want jij weet zelf hoe het af zal lopen, maar ik kan jou zeggen... Ik zal er voor jou zijn, ik zal alleen van jou blijven houden. Ik zal aan jouw zijde staan, tot de eeuwigheid." Zijn grote mannelijke handen vormde zich over mijn linkerhand. Zou het nu al zover zijn? Vroeg ik mij af. Op zich zou dit een prachtig moment zijn om voorgoed mijn ogen te sluiten, met hem hier naast mij, met zijn laatste woorden nog in mijn hoofd rondspokend...
Maar het mocht niet zo zijn. De volgende dag werd ik weer zwak wakker met hem nog steeds aan mijn zijde. Ik vroeg of hij mij wilde beschilderen met henna, ik had dit al mijn hele leven wonderbaarlijk gevonden maar helaas heeft het nooit zo mogen zijn dat ík onder geschilderd werd. Ik had jaren lang meiden en vrouwen vrijwillig beschildert met deze speciale inkt, ik vroeg er geen gunst voor terug, alleen een glimlach. Iedereen hield van mijn kunstwerkjes, elk jaar weer stonden er nieuwe meiden en vrouwen voor de deur om zich te laten beschilderen en ik deed het maar al te graag. Alleen de tijd om mijzelf te laten beschilderen had ik niet, of beter gezegd, ik maakte er geen tijd voor vrij. Mijn vriend kwam na ongeveer een kwartiertje terug met het gerij. Ik leerde hem voorzichtig hoe hij het beste te werk kon gaan en keek hem diepzinnig aan. "Teken je fantasie, een tekening, een verhaallijn, ik wil dat je op mij tekent wat ik voor je beteken, niet een figuur, nee ik wil een verhaal." Ik zag hoe hij zijn wenkbrauw fronste over mijn veeleisendheid maar hij knikte en ging te werk. Ik wilde niet kijken hoe het eruit zou zien voordat het geheel af was. Vroeger wilde ik ook nooit weten wat ik kreeg voor mijn verjaardag. Een verrassing was immers een verrassing, niet waar?
Ik zou zo graag met mijn vriend willen trouwen, ik wilde mijn leven aan hem wijden, voor altijd de zijne zijn. Maar dit mocht niet, mijn vader zou met mijn moeder een geschikte man voor mij vinden om mee te trouwen, ik had niks te zeggen. In eerste instantie brak dit fenomeen mij, maar na latere uitleg snapte ik het geheel. Zo was het nou eenmaal in mijn cultuur, zo zal het blijven, en ik vond het prima. Ik zou trouwen met iemand uit mijn eigen geloof, als ik niet ziek was geworden. Misschien was het beter zo, dat ik stierf. Zo hoefde ik mijn vriend geen pijn te doen door met een andere liefhebbende man te trouwen, verliefd worden was immers nooit mijn bedoeling geweest op hem. Op mijn vriend. Maar gevoelens kun je soms niet onderscheppen...
Diezelfde middag lag ik in bed, vragen begonnen zich weer in mijn hoofd af te spelen... Wat doe ik hier eigenlijk nog? Ik was ongeneselijk ziek, ik stierf binnen nu en een paar maanden maximaal... Waarom zou ik langer pijn lijden om vervolgens alsnog te sterven? Bleef ik alleen voor mijn familie? Bleef ik omdat ik bang was? Bang voor hetgeen wat niemand wist, het enige onzekere? Een verschijnsel dat nooit te verklaren was geweest... De dood. Het overkwam uiteindelijk iedereen, maar waarom zou ik er bang voor zijn? Ieder zijn ziel zou worden bewaard ergens in het heelal, daar zal deze voor altijd voortleven, alleen het lichaam, het levenloze lichaam op aarde zal langzaam verdwijnen. Zolang er mensen terugdachten aan de overledene zal de ziel oplichten. Zo was het mij altijd verteld, dus dit zal de waarheid wel zijn, toch? Dit wetende hoefde ik toch niet bang te zijn? Dus waarom ook alweer leefde ik nog, ik deed mijn familie pijn, mijn vriend. Ze zagen mij pijn lijden waardoor zij zich schuldig en onprettig waren gaan voelen. Zo was het toch?
Zo was het inderdaad. Die avond stierf ik, hand in hand met mij liefhebbende vriend, omringd door familie... Een perfect einde. Mijn ziel, hoog in het heelal, werd vaak opgelicht. Dit bood mij geruststelling, ze waren mij niet vergeten, mensen vergaten niet zo snel geliefden. Ik dacht nogmaals terug aan die laatste avond van mij leven op aarde. Na verscheidende vragen te hebben afgevraagd begon ik heftiger en heftiger te trillen. Mijn vriend stormde vrijwel meteen op mij af. "Vaarwel..." Fluisterde ik zacht. Mijn vriend zijn mond viel open en opeenvolgende tranen stroomden over zijn wangen. "Nee, nee schat, nee. Je leeft nog lang, lang en gelukkig met mij samen, wij samen. Wij zijn één, wij horen bij elkaar. Ik kan niet zonder je..." Snikte hij en hij greep mijn hand vast. Ik glimlachte met mijn laatste beetje energie en keek in de prachtig felgekleurde en eerlijke ogen van mijn vriend. Nog een laatste keer keek ik naar zijn schattig gekrulde haar, zijn mooie borstkast, zijn getrainde buik, zijn armen, zijn mannelijk grote handen... Alles nam ik duidelijk in mij op, en toen sloot ik mijn ogen. Ik hoorde hem huilen, ik hoorde hem schreeuwen, en dit alles zonder mijn hand los te laten. Ik hoorde hem de woorden 'ik hou van jou' fluisteren en er rolde een laatste traan over mijn gezicht naar beneden. Ze moesten hem waarschijnlijk weggesleurd hebben van mijn lichaam, want hem kennende liet hij niet snel los. De dood was moeilijker dan verwacht geweest, emotioneler ook, maar nu zal alles goed met hen gaan, zal alles goed komen. Hebben ze geen zorg meer aan mij. Hopelijk onthouden ze alleen de mooie herinneringen. Maar ik weet zeker dat ze mij niet zijn vergeten omdat mijn ziel nu nog, tien jaar later, bijna elke dag even oplicht. Waarschijnlijk zal de oorzaak van dit mijn liefhebbende vriend zijn, maar zeker zal ik het nooit weten. Veel zal ik nooit te weten komen. Maar maakt het wat uit? Het leven zit immers vol verrassingen, en een verrassing, is een verrassing.