Wie ben ik?

Een tumor in zijn knie. En hij was nog maar zestien. Hoe kan zoiets? Het onderbeen eraf. Chemokuren. Kaal zijn. Het is weg. Nee, het komt terug. Uitzaaiingen..in de longen. En daar bleef het niet bij. Morfine..
Totdat hij stierf.
Ik heb nooit wat tegen hem gezegd tijdens zijn ziekte. Ik vond dat ik hem niet goed genoeg kende.

‘Mama, je moet niet huilen.. je weet waar ik heen ga!’

Hoe wist hij dat nou? Niemand kan toch zeker weten dat hij in de hemel komt? Ik was maar een jaar ouder, hoe kon hij dan wel weten dat hij daar kwam en ik niet! Nog veel meer mensen zijn daar niet zeker van merkte ik om mij heen, maar hij was dat wel.

Ik kwam de kerk binnen. Ik wist dat de kist wit was. Ik wilde even kijken. De kist stond een beetje omhoog. Nog nooit had ik een dood iemand gezien. Ik ben nog nooit zo geschrokken.
De dienst was mooi door het feit dat hij zo zeker op God vertrouwde. Ik deed dat niet, ik had het liefst mijn eigen leven onder controle. Ik wilde mooi zijn, dat anderen mij leuk vonden en stond liever met een breezer op de dansvloer. Bij bevestiging dat ik een ‘lekker ding’ was voelde ik mij gelukkig. Als dat niet zo werd gezegd, werd ik onzeker. Zekerheid zoeken in er perfect uitzien. Mooi opgemaakt, mooie kleren en een mooi lijf. Mijn vriend ging vreemd. Wat had dat meisje dat ik niet had? Ze was vast mooier dan ik.

Ik hoefde niet te huilen. Er was een rust in de zaal alsof er iemand ons geruststelde: ‘Hij is bij mij’. Hoe kom ik nou bij zo’n gedachte? Wat is dit voor raars. Ik heb nog nooit zo over God gepraat. Ja, ik ging naar de kerk. Het liefst niet. Dan kon ik lekker uitslapen. Ik hoefde vooral geen hypocriete hoofden te zien van mensen die dachten dat ze alles wisten. Uiterlijke schijn. Als dit het nou was wat God bedoeld had, dan had hij het slecht gedaan.

Maar hij had iets anders. Iets dat mij interesseerde. Het volle vertrouwen dat hij bij God zou komen. Waar kwam dat vandaan?
Ik kreeg een boek in handen. ‘ the shock of your life’. Drie mensen die dood gaan. 1 niet- christen, 1 christen die er niets mee deed en 1 overtuigde christen. Allebei de christenen kwamen in de hemel alleen op een andere manier. Maar ze kwamen er allebei. Een verzonnen verhaal, maar ik besefte wel dat er blijkbaar nog iets meer kan zijn. ‘Het zal wel, dacht ik..mij niet gezien!’

Ik las boeken, ik bladerde wat in de bijbel. Best leuke verhaaltjes. Wijsheden waar je nu ook nog wel iets mee kunt. Ik ging iets vaker naar de kerk. Wat die nieuwe man zei vond ik wel interessant. Kwam van Curacao. Deze dingen waren waar, in de praktijk te brengen. Alleen de mensen voldoen daar niet aan, die deden heel andere dingen dan dat ze zeiden. Vereniging?? Praten over hoeveel bier ik mag drinken op zaterdag. Kansloos!! Daar ga ik niet meer heen.

Maar op zondag sliep ik altijd uit. Nu ik naar de kerk wilde werd het samen met uitgaan op zaterdag vermoeiend. Examenjaar. Shit, mijn zus is twee keer gezakt. Ik ben ook zo’n zenuwpees. Ik ga vast ook zakken, ik kan het niet. Voordat ik het examen inga moet ik goede cijfers hebben. Dat is het belangrijkste. Dan maar iets minder uitgaan. Komt straks wel weer goed.

Over het examen zei een meisje: ‘Als je goed uitgerust bent komt het wel goed’.
De eerste toetsweek.
Elke nacht tot 3 of 4 uur wakker liggen. Druk in mijn hoofd. Waarom kan ik niet slapen? Ik moet goede cijfers halen. Zonder slapen kun je je niet concentreren! De toetsen maakte ik met zo weinig slaap prima. En ik maakte ze allemaal!
Keihard werken. Nog iets minder uitgaan.

Nu alles na twee jaar afgelopen was met mijn vriend en ik het achter mij had gelaten wilde ik alles anders.
Na 11 jaar was ik wel zat van turnen. Ik zat in de selectie, kon ik ooit nog wel iets anders goed doen? Dit was echt iets van mij. Maar een andere sport wist ik niet. Dan maar even niet. Alleen.. ik moest dun blijven. Maar sporten kostte ook tijd. Tijd die ik niet had. Dan maar even niet sporten. Ik voelde me lelijker worden.
Geld was wel belangrijk. Ook voor mijn nieuwe toekomst straks. Een baantje kwam mij aanwaaien.

School, werken, boeken lezen, school. Uitgaan kostte zoveel energie. Al mijn vele contacten onderhouden ook. Maar ik ging natuurlijk nog wel uit. Dan kon ik alles even vergeten! Geen sport meer, kmoet toch wel een beetje ontspanning!Maar ik werd moe, ontzettend moe.

Wat moet ik veel doen. Ik moet van alles. Druk op mijn hoofd. Geen tijd voor leuke dingen meer. Maar ik moet dit jaar halen. Daardoor werd ik gedreven.
Toetsweek. Weer kon ik niet slapen. Hetzelfde als de vorige keer. De toetsen die ik maakte had ik goede cijfers op, maar ik kon aan het eind van de week niet meer. Ik had gefaald. Ik kon het blijkbaar niet.

Zo begon 2004. Mijn goede voornemen was om meer bezig te zijn met God. Ik had het gevoel dat hij er was, maar ik wilde weten waar dat vandaan kwam. Dat slokte ook nog weer tijd op.
Een vriendin van mij zei dat ik het rustiger aan moest doen. Dat wist ik wel, ik moest meer ontspannen maar ik moest het halen!. Dus ik zei: ‘na de volgende toetsweek ga ik echt weer sporten, zodat ik mijn gedachten helemaal op iets anders kan zetten’.

Pijn in mijn elleboog. Tijdens het schrijven, computeren en eten. Alles wat je met je elleboog doet deed pijn. Volgens de dokter een tenniselleboog door overbelasting. Werken achter de kassa was niet meer goed mogelijk. Het ging toch al niet zo goed. Mijn hoofd deed niet goed meer mee. Ik stopte met werken. Meer tijd voor school!

Een vriendin vroeg of ik mee ging naar een vrije baptistengemeente. Geen idee wat het was. Ik wilde die zweverige lui met hun handen in de lucht wel eens gek zien doen. Uit nieuwsgierigheid ging ik mee. We gingen uiteindelijk met tien vrienden van school die deels ook zoals mij dachten.
Ik kwam binnen en kreeg een hand. Een hand?? Welkom. Dank je. Dat voelde raar. Die zijn blij dat ik hier kom. Mensen die anders met elkaar omgingen. Ik voelde liefde daar in die kerk. Hoe kan ik zoiets nou voelen. Mensen straalden iets uit, het was echt. Iets waar ik in mijn kerk spuugzat van was, omdat er dingen werden gezegd waar ze helemaal niet naar leefden. Opmerkelijk.
Project Doelgericht leven. Waarom ben ik in hemelsnaam op aarde? Een nieuw project. Ik vroeg mij ook al de hele tijd af wat ik hier nou deed. Als dit het nou was, ik vond het helemaal niet leuk om te leven en van alles te moeten. Deze cursus leek me wel wat. Meerdere vrienden ook. Het kwam vanuit de baptisten, maar alleen de kringleider was maar baptist dus hij zou ons niet kunnen overhalen ofzo. Dus we besloten het te doen.

Alleen, het kostte tijd. Tijd die ik niet had.
Een plan van aanpak maken om mijn tijd in te delen. Niet nu, straks, na de toetsweek. Een goede balans tussen spanning en ontspanning zoals de dokter al zei.

Leren, leren. Het duurde alleen langer voordat ik iets kende. Mijn hoofd deed minder goed mee. Shit, ik heb al zo weinig tijd!
Toetsweek. Het lukte niet. Homeopathische middelen om rustiger te blijven en in slaap te komen. Ik moest er steeds meer, en eigenlijk werkte het ook niet want slapen wilde nog steeds moeilijk.
Halverwege knapte ik. Ik kreeg de stof er niet meer in. Ik, Judith die goed was in leren kon het niet meer opbrengen? Straks ga ik zakken! Dat kan niet!De grond zakte onder mijn voeten vandaan. De touwtjes werden uit mijn handen gerukt. De controle over mijn leven was ik kwijt.

Ik kon nog maar een beetje doen. Rust was wat ik nodig had. Ik ging wel naar school maar verder deed ik twee week lang alleen die cursus. terwijl ik eigenlijk moest leren. Veertig dagen lang elke dag een paar bladzijden lezen. Ik veranderde. Ik ontdekte het belangrijkste dat God van mij houdt! Dat Hij mij precies zo geschapen heeft zoals Hij wilde. Dat Hij geen fout heeft gemaakt door mij op de wereld te zetten. En dat het doel waarvoor ik op aarde ben dat ik in de hemel kom. In de hemel komen. Niet door naar de kerk te gaan maar alleen door geloof. Dat was het enige. Omdat Hij van ons houdt!

Vol schaamte ging ik naar mijn leraar economie. De laatste twee toetsen al niet gemaakt. Hij was aardig. Hij vroeg mij iets wat erin hakte.
‘Hoe kijk jij eigenlijk tegen jezelf aan?’.
‘Je bent vrolijk, lijkt je nergens druk over te maken. Bent met jongens aan het ouwehoeren, met vriendinnen aan het lachen. Dat is het beeld dat je afgeeft. Maar mijn vraag is hoe jij tegen jezelf aankijkt’.
Ik was niet blij met mezelf.

In de voorjaarsvakantie was er een volleybaltoernooi. Ik zou daar gaan kijken en ’s avonds uitgaan. Het jaar daarvoor had ik daar nog een doel door onze turn- en streetdance optreden. Nu niet. Ik was te moe en ging niet. Wel hoorde ik bij de open soos van een studentenvereniging van een meisje over Athletes in Action. Evangeliseren door middel van sport in Israel, Griekenland en Nederland. Had ik wel eens van gehoord. Sporten leek me wel wat, Griekenland ook, alleen dat evangeliseren niet. Ik praatte nooit met haar op school. Ik kon wel meerijden. Ik had echt de drang, nieuwsgierigheid daar heen te gaan.

Ik kwam daar balend dat ik daar heen was gegaan. Allemaal zweverige lui. Alleen er waren ook mensen die er hetzelfde uitzagen als ik. Geen geitenwollensokken lui zoals ik het noem. Ik was er nu, dus moest ik er maar het beste van maken. Ik zou in ieder geval niet weer gaan. Ik kende het meisje waar ik mee was niet goed. Ik voelde mij alleen. Alsof ik alleen was op dat weekend.

Tijdens het zingen en tijdens de preek ging ik trillen, zweten. Ik kreeg rillingen, maar ik had geen kippenvel. Wat was dat dan wel? Dit had ik nog nooit meegemaakt!! En ik veranderde, ik werd blij! Blij ondanks alle pijn die ik de afgelopen tijd had gevoeld. Bidden in groepjes. Ik heb niets gezegd. Het was wel mooi, mensen die straalden als ze over God vertelden. Kan dat dan ook?

Toen ik thuis was gekomen was ik blij met God. Ik had het gevoel alsof Hij zei: Vertrouw op mij, het komt goed. Alsof Hij de leiding overnam.
Een hertoets. Ik dacht: ‘Ik vertrouw op God, dus het gaat goed!’. Ik viel wel in slaap maar ik had een 4. Is het de bedoeling dat ik zak?

Op school was een gebedsgroepje. Daar zou ik nooit van mijn leven heengaan. Maar ik was nieuwsgierig door alles wat ik meegemaakt had, ik wilde meer. Ik zei niets. Weer zweten en trillen. De eerste keer (pas vele keren later) dat ik tegen God praatte moest ik zo hard huilen dat ik van mijzelf schrok. De pijn die het vreemdgaan van mijn ex nog in mij had achtergelaten. Maar de mensen die bij het groepje waren lachten mij niet uit ofzo, ze gingen voor mij bidden. Het was echt, diepste emoties werden gedeeld. Geen hypocriet gedoe.

The Passion of the Christ. We gingen erheen met ons groepje. Veel mensen moesten huilen. Ik niet, hoe kan een mens, een ander nou voor jou zonden zijn gestorven. Dat was de vraag die in mij bleef hangen. Ik twijfelde..Niet dat ik twijfelde aan een God, maar wel aan Jezus. Daar wil ik de volgende keer over vertellen.

De laatste toetsweek. Het ging weer mis. Ik had een black-out ofzo. Ik ben naar de w.c gerend, huilend. In een korte tijd nog 5 toetsen inhalen. Een schema werd opgesteld. Ik voelde me wel onprettig door de speciale behandeling. Op maandag, dinsdag en woensdag de laatste 3 toetsen. Dat was mij al lang niet gelukt. Ik voelde me sterk. Nu wist ik dat het zou lukken, door God. Ik kwam in slaap zonder pillen omdat ik vertrouwde op God. Met Hem kon ik alles, ook het onmogelijke. Ik had de toetsen allemaal voldoende. De laatste sloot ik zelfs af met een 9. Dat had ik nog nooit gehaald dat jaar! Onmogelijk!En ik draaide niet eens door!
Op LSD was ik blij, maar ook supermoe.

Toen hoorde ik het verhaal wat ik gisteren heb geschreven. Het veranderde mij weer zo dat ik mij realiseerde dat ik in woorden van dood ben gaan geloven. Maar God houdt van mij! Daar moet ik mij op richten.

Toen moest ik examens leren. Duurde allemaal wel lang, vond het vreselijk.
Het eerste examen was op woensdag. Ik kon niet slapen. Pillen genomen. Bidden van tevoren met het groepje. Het lukte niet goed. Ik dacht dit gaat niet lukken.
Die zaterdag was ik jarig. Zondag vierde ik mijn verjaardag. 's avonds werd ik bang, bang voor de examens. Bang dat ik zou falen.
Mijn zus: ‘Wij houden nog evenveel van je, je blijft Judith..ook als je zakt!’.
Ik wilde niet meer in slaap vallen met die pillen. Ik lag in bed, ik kon alleen niet stoppen met trillen. Alsof ik zo zenuwachtig was dat het helemaal beslag legde op mijn lichaam. Op een gegeven moment werd ik wanhopig. Ik moest slapen!. Ik riep: In Jezus’naam. Duivel, ga weg van mij. Ik wil niet meer in leugens geloven!! Ik weet niet of dat heeft geholpen, ik vond het raar om dat zo te roepen..alleen weet ik wel dat ik op den duur stopte met trillen en dat ik in slaap viel. Laat, maar ik viel in slaap zonder pillen.
De rest van de week viel ik normaal in slaap. Wat was ik blij.

Dat weekend ging het goed. Zondag werd ik weer bang. Slapen ging iets moeilijker. Maandag nog leren. Die laatste twee avonden viel ik ook normaal en rustig in slaap. Bij het laatste examen was ik er halverwege zat van. Toch doorzetten. Toen was het voorbij. Doodop. Alles gegeven, alles in mij was moe. Voor elk examen gebeden. Als God het wilde dan zou het goedkomen, zo niet dan wilde Hij het niet.

Nu nog de uitslag. Ik stond er goed voor. Mensen die mij niet goed kenden vroegen zich af hoe ik nog kon zakken. Door de spanning was mijn antwoord.
De uitslag was dat ik geslaagd was. Zonder onvoldoendes. Ik kon het niet geloven en het drong niet tot mij door. De examens had ik niet heel goed, ik had wel een paar onvoldoendes maar op mijn eindlijst was geen 5 te bekennen. Ik was zo blij!

Waarom heb je je hier druk over gemaakt zul je nu misschien denken.
Het was de angst die beslag over mij had genomen. Door die angst werd ik gedreven. Het beheerste op den duur mijn hele leven. Eerst mijn geest. ‘Ik kan het niet’, en moeheid maar later ook mijn lichaam. Niet alleen had ik last van een tenniselleboog ook had ik last van mijn spieren, duizeligheid, kortademigheid.
Omdat ik alleen daar nog maar mee bezig was zag ik de mensen om mij heen helemaal niet goed meer. Ben in die periode er niet echt voor anderen geweest.Ik dacht alleen aan mij zelf.
Maar ik heb wel iets geleerd. God doet alles meewerken ten goede. Ik wilde niet luisteren, ik wilde het zelf doen. Maar het gaat om Hem. Hij moet op jouw troon. Een crisis heeft mij dat doen inzien.
Het is moeilijk.

In de zomervakantie ben ik naar Griekenland geweest. Ik heb daar met 8oo mensen vanuit de hele wereld die hetzelfde gevonden hebben als ik verteld over wie God en Jezus voor ons is. Soms kwam er een gedachte door mij heen dat ik gek was geworden. Maar hoe kunnen 800 mensen nou gek zijn, stralend van Hem getuigen en anderen aanraken. Daarom geloof ik dat het waar is. God geeft vrijheid. Als je in het licht leeft ben je pas echt gelukkig.

Daarna ben ik ook weer afgedwaald. Ik wilde weer naar mijn ‘oude leventje’. De relatie tussen mijn vriend en mij is in die tijd stukgelopen. Hij gelooft al zijn hele leven, heeft nooit zoiets als ik meegemaakt. Maar ook die stukgelopen relatie heeft God gebruikt. Ik heb de afgelopen tijd geleerd dat God je 1e liefde moet zijn. Hij moet op jouw troon zitten. Dat is moeilijk en gaat tegen je natuur in. Ook daar wil ik nog wel eens iets over zeggen.

Uitgaan doe ik nog steeds. Drank drink ik ook nog steeds. Uiterlijk ben ik niets veranderd. Ik ben niet in geitenwollensokken gaan lopen.
Maar dat is niet meer het belangrijkste. Ik heb gezegd tegen God: ‘Ik kan het niet zelf, doet U het maar’. Mijn hart gaf ik aan Hem.
Als ik meisjes zie lopen zoals ik was, of als ik een verhaal zoals van ‘bweeze’ lees wil ik doorgeven dat er echte vrijheid is.

Iedereen heeft een lege plek in zijn hart. Als je het niet met God vult, vul je het sowieso met iets anders. Je haalt je identiteit (eigenwaarde) bijvoorbeeld uit je carriere, maatschappelijke status, mensen (bevestiging), uiterlijk, jaloezie, (meisjes kijken ook naar meisjes), eetprobleem. (schaamte daarover is een wapen van satan) en kleding.
Maar daar kom je in vast te zitten. Het krijgt macht over je.
En ik wist niet eens dat ik vast zat. Dat ik in al die leugens geloofde. En ik geloof soms nog steeds in een leugen. Maar ik weet nu tenminste dat het een leugen is!


Ik heb een keer een brief gekregen die ik mooi vond.


Vaders Liefdesbrief


Mijn kind,

Je kent mij misschien niet, maar Ik weet alles over je. Psalm 139:1
Ik weet het wanneer je zit en wanneer je weer opstaat Psalm 139:2
Alles wat je doet is bij mij bekend Psalm 139:3
Zelfs de haren op je hoofd zijn geteld Matthéüs 10:29-31
Want je bent gemaakt naar Mijn evenbeeld Genesis 1:27
In Mij leef je, beweeg je en is je bestaan Handelingen 17:28
Je bent uit Mij voortgekomen Handelingen 17:28
Voordat je verwekt werd, kende Ik je al Jeremia 1:5
Nog voordat Ik de wereld maakte, koos Ik je al uit Efeziërs 1:4
Je bent geen vergissing Psalm 139:15
Elke dag van je leven stond al opgeschreven in Mijn boek Psalm 139:16
Ik bepaalde je geboorte en waar je zou leven Handelingen 17:26
Je bent prachtig gemaakt Psalm 139:14
Ik heb je gemaakt in de buik van je moeder Psalm 139:13
Ik verwelkomde je op de dag dat je geboren werd Psalm 71:6
Mensen die Mij niet kenden hebben geprobeerd Mij te vertegenwoordigen Johannes 8:41-44
Ik ben niet ver weg en kwaad, want Ik ben de volmaakte liefde 1 Johannes 4:16
Mijn verlangen is om je te overladen met Mijn liefde 1 Johannes 3:1
Gewoon omdat Ik je Vader ben en jij Mijn kind bent 1 Johannes 3:1
Ik geef je veel meer dan een aardse vader zou kunnen Matthéüs 7:11
Want Ik ben de perfecte vader Matthéüs 5:48
Al het goede dat je ontvangt komt uit Mijn hand Jacobus 1:17
Ik geef je wat je nodig hebt Matthéüs 6:31-33
Mijn plan voor jouw toekomst is altijd vol hoop geweest Jeremia 29:11
Want Ik hou van je met een eeuwigdurende liefde Jeremia 31:3
Ik denk ontelbaar veel aan je Psalm 139:17-18
En Ik zing een lied van blijdschap over je Zefanja 3:17
Ik zal niet stoppen met het goede voor je te doen Jeremia 32:40
Want je bent Mijn kostbare bezit Exodus 19:5
Met Mijn hele hart en ziel verlang Ik er naar om je te bevestigen Jeremia 32:41
En Ik wil je grote en verbazingwekkende dingen laten zien Jeremia 33:3
Als je Mij met je hele hart zoekt, zal je Mij vinden
Deuteronomium 4:29
Verheug je in Mij en Ik zal je al de verlangens van je hart geven
Psalm 37:4
Want Ik heb die verlangens in je gelegd Filippenzen 2:13
Ik kan oneindig veel meer voor je doen dan dat je ooit kunt beseffen Efeziërs 3:20
Ik ben diegene die je het meest aanmoedigt 2 Thessalonicenzen 2:16-17
En Ik ben ook de Vader die je troost in al je verdriet 2 Corinthiërs 1:3-4
Als je terneergeslagen bent, ben Ik dicht bij je Psalm 34:19
Zoals een herder een lam draagt, zo heb Ik je dicht bij Mijn hart gedragen Jesaja 40:11
Op een dag zal Ik elke traan van je ogen afwissen Openbaring 21:3-4
En Ik zal alle pijn die je op deze wereld hebt geleden, wegnemen Openbaring 21:3-4
Ik ben je Vader en Ik hou net zoveel van jou als van Mijn Zoon, Jezus Johannes 17:23
Want in Jezus heb Ik Mijn liefde voor jou laten zien Johannes 17:26
Hij is het exacte evenbeeld van Mij Hebreeën 1:3
Hij kwam om te laten zien dat Ik aan jouw kant, en niet tegenover je, sta Romeinen 8:31
En je te vertellen dat Ik niet meer naar je zonden kijk 2 Corinthiërs 5:18-19
Jezus stierf zodat wij weer bij elkaar kunnen komen 2 Corinthiërs 5:18-19
Zijn dood was de ultieme uiting van Mijn liefde voor jou 1 Johannes 4:10
Ik gaf alles op waar Ik van hield, zodat Ik misschien jouw liefde zou winnen Romeinen 8:31-32
Als je Jezus verwelkomt, ontvang je Mij ook 1 Johannes 2:23
En niets zal je ooit nog scheiden van Mijn liefde Romeinen 8:38-39
Kom thuis en Ik geef het grootste feest dat je ooit beleefd hebt Lucas 15:7
Ik ben altijd Vader geweest en Ik zal altijd Vader blijven Efeziërs 3:14-15
Mijn vraag is Wil je Mijn kind zijn? Johannes 1:12-13
Ik wacht op je Lucas 15:11-32


je Vader
09 dec 2004 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Juut
Juut, vrouw, 38 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende