Zó ontzettend veel haat, voor 1 persoon…
Het is alweer een hele poos geleden dat ik weer wat heb geschreven. Maar zonet is de druppel, die de oceaan heeft laten overstromen, gevallen. Ik ben woest, ik voel zó ontzettend veel haat in mij.
Haat, zn klein woord, wat zoveel impact met zich mee brengt. Een woord wat zoveel verdriet met zich mee sleept.
Mijn broer en ik, wij zijn nooit beste vrienden geweest. Laat staan überhaupt vrienden. We liepen altijd alleen maar te katten naar elkaar. Het katten ging over naar schelden, en het schelden ging over naar pesten. Klinkt misschien als iets vrij normaals.
Nu komt er ook bij, dat mijn lieftallige broer autisme heeft. Ja, ja ik weet het… Hij voelt niet hoeveel pijn hij me doet, hij heeft niet door wat voor impact zijn gekozen woorden op mij heeft. Maar toch, weet hij dondersgoed dat hij mij pijn doet. Niet één keer, niet twee keer, nee… Mijn hele leven lang. Net als iedereen mag ook hij zich niet achter zijn beperking schuilen! Hij vindt dat hij zelf geen autist is, nou dan hoeft er ook geen rekening mee gehouden worden toch?
Het ging een tijdje ‘goed’. Goed betekent dat we elkaar niet spraken, dus ook niet uitscholden. Maar vanavond is het weer compleet fout gegaan. Het was om zoiets kleins. Ik vroeg of ik iets van hem mocht lenen. ‘Wat ik wel niet dacht, dat ik een apparaat van €500,- zou mogen lenen? Ik kon dat spul niet eens betalen. Ik had maar mee moeten betalen bij aanschaf.’
En zo nog een heleboel verwijten.
Eerst antwoorde ik rustig terug. ‘Luister, ik heb nooit mee betaald aan dat apparaat omdat ik hem nooit gebruik. In de 5 jaar dat jullie hem hebben, zou dit de eerste keer dat ik hem gebruik.’
Meer verwijten naar mijn hoofd. Toen werd ik ook wat feller.
‘Conclusie, jij, noch mijn andere broertje gebruikt dat ding volgende week niet eens. En toch mag ik hem niet gebruiken? Gun je, jou bloedeigen zusje nou serieus echt helemaal niks?’
Antwoord: ‘Ja, ik ga mijn spullen toch ook niet uitlenen aan de gehate buurman?’
WAUW! Die opmerking was te vergelijken met een stomp in mijn gezicht. Ik, bijna 20 jaar lang zijn zusje. Sta altijd klaar om hem te helpen. Is die ziek? Probeer ik hem zo goed mogelijk te verzorgen. Krijgt die een preek van pap en mam? Kom ik voor hem op. En nu vereglijk je me met de buurman?! De f*cking buurman?!
Ik was woest. Woest, kan ik je vertellen. En als ik woest ben, zeg ik domme dingen. Ik vroeg dus, ter bevestiging, of die een van veel om mij gaf, als de buurman. Waarmee we al jaren niet meer omga. Uiteraard zei hij ja.
Toen riep ik dat die mij part dan dood neer kon vallen en dat ik net als mijn vader mijn handen van hem af trok. Dat ik niks, maar dan ook niks meer met hem te maken wil hebben en dat ik niks meer om hem gaf.
Conclusie, ik lag huilend in bed, me te bedenken waar ik z’n vreselijke, kloten broer aan had verdient. Waarom hij mij iedere keer zoveel pijn kon doen, terwijl ik iedere keer zeg tegen mezelf, trek het je niet aan. Jij weet beter. Maar op het gegeven moment is zelfs die energie op.
Ik hoef hem niet meer te spreken, ik ben zo ontzettend klaar met hem. Ik kan hem niet meer uitstaan en hij kost mij veelte veel negatieve energie. Ik heb zó ontzettend veel haat voor hem en het ergste is, is dat het hem zelf niet eens uitmaakt. Ik ben het spuug zat om iedere keer gekleineerd door hem te worden. Dat ik iedere keer weer mezelf een hoopje stront vind, om de dingen die HIJ zegt. Ik kan dit niet langer meer.
En dan komt het gedeelte dat ik heel veel van hem hou, en hem helemaal niet kwijt wil. Dat hij mijn broer is en dat ik door vuur en vlam voor hem ga.
Maar ik kan dit niet meer. Ik kan dit niet langer meer aan. Het is gewoon op.
Broer, ik haat, haat, haat, haaaaaaaat je!Zo, dat is er uit. En guess what? Dit lucht enorm op zeg!