42165/67 Mensen deinsden angstig achteruit!
QQleQ
DE TEMPELBEWAKERS
WAREN TÉ VÈR WÈG OM
OP TIJD BIJ JUDAS TE ZIJN!!!
Hij kwam binnen gehoorsafstand
van de rechters, maar het voorval interesseerde
hèn níet! Met verveelde gezichten knabbelden ze aan
gedroogde vijgen & olijven en ze wuifden met hun handen
over de honderden kleingeestige zaken die ze díe dag behandelden?
Yehosjoea bleef wat achter en zag dat Judas de gebeurtenissen nauwkeurig
had voorspeld! Hij kwam zó dìcht bij de rechters dat ze hem wel moesten òpmerken?!
Yùd pakte onopvallend de giftige doorn uit zijn jas en prikte Sjim´on ìn zijn nèk. De rechter
die met ´n collega fluisterde en zijn bèst deed om de smerige stank van de menigte níet te rúiken,
voelde die prìk nauwelijks. Maar de wacht die achter hem stond, had de snelle beweging van
Yehoedah wèl gezien! ¨HÉ!¨ riep hij uit en haalde over de schouder van Sjim´on úit òm
Judas bij zijn kraag te vatten! Àndere bewákers zágen het en rènden naar de tafel!
Yùd líet zich gevangennemen & duwde Yesjoe achteruit zodat deze niet òp zou
vallen? Híj vloekte luid terwijl hij weggesleept werd! ¨STELLETJE
HYPOCRIETEN! GOD ZOU DÌT EEN ONSCHULDIG MAN
NOOIT ÁÁNDÓEN!¨ Sjim´on haalde zijn schouders òp &
gooide ´n schaal olijven op de grond - oud.
De òmstànders die zich naar voren
hadden gedrongen werden nu
opzíj gedúwd!
´n Ènkeling lachte,
maar de méésten dúwden
nòg hàrder òm ´t gàt òp te vùllen
dat Yúdah er achteliet! Judas wàchtte
tòt hij kon zíen dàt de nèk van Sjim´on òpzwòl!
´t Vléés werd pùrperróód. Hij ríep úit: ¨ÌK ZAL WRAAK NEMEN,
OH ISRAËL!¨ Zíjn timing was vòlmáákt. Sjim´ons tòng hing uit z´n mond
en maakte een vréémd geluid alsòf hij gewùrgd werd & hij víel hévig stuiptrèkkend
òp de grònd! De menigte was verbijsterd! Maar toen gebeurde er iets vreselijks. ´n Àndere man
met ´n zwarte kàp over z´n gezicht baande zich een wèg naar vóren! Vóór íemand hem kòn gríjpen,
bóóg hij zich over de gevallen rechter: & heel éven léék híj op ´n mysterieuze heler die úit ´t níets tevóórschijn gekómen wàs, maar tóen ríep íemand: ¨EEN MÈS!¨ De man met de kap hield het
mès in ´t lìcht zódàt ´t èffèct òprimáál wàs & stóótte het ìn Sjim´ons bòrstkàs! ´t Bóed spóót
òp de jàs v/d moordenaar! Tóen híj òpstònd, glééd hij úit óver ´t blóed & verlóór bijna zíjn
évenwicht, maar ´t wàs zó snèl gebéurd dàt níemand hèm gréép? De moordenaar ríep
nòg ´n páár ònbegrijpelijke wóórden. {Láter zou ´n klèrk bewéren dat ´t vóórspèlling
van Yesjayahoe was: ¨HIJ TÙCHTIGT DE ÁÁRDE ÈN DÓÓDT
DE ÒNSCHULDIGEN!¨} Tóen ´n òmstànder de kap v/h hóófd
v/d moordenaar kon wegtrekken, verbleekte Yehoedah.
¨ZÍJ ZIJ HET!¨ ríep hij úit. ¨RÈNNEN!¨ Yehoedah
keek niet naar Yehosjoeah, maar àls hij dat
hàd gedáán, zou hij hebben gezien dat
deze éven bléék was àls hijzèlf.
Ze hàdden àllebéi één v/d
jonge Zeloten úit de Gròt
herkend! De rebèllen
hadden Judas blijkbáár
tòch níet vertrouwd èn ´n spíòn
méégestúúrd òm het wèrk àf te máken
àls de mìssie zóu
mìslùkken...
Asih, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende