Er is een dikke kans dat de wereld in je hoofd niet overeenkomt met de wereld om je heen. Ik weet niet wat ik wil zeggen met deze zin, maar hij schoot me te binnen vanochtend. Het heeft vast iets te maken met verwachtingen, of nare gedachten waarmee we onszelf dwars kunnen zitten. Het kan ook gewoon zo'n random gedachten zijn die op popt maar nergens op slaat. Wie zal het zeggen.
Inspiratie komt op de raarste momenten, vooral wanneer je er eigenlijk niets mee kan. Gisteren in de auto bijvoorbeeld. Ik luister graag pocasts, en ditmaal probeerde ik een nieuwe podcast met tips voor schrijvers. De discussie ging over worldbuilding en startpunten van een verhaal. Er werd een voorbeeld aangehaald van een man met een sigaar, en met alleen die instructie kon ik hem voor me zien. Tijdens het autorijden heb ik de podcast gestopt, om te kijken hoeveel ik me in kon beelden met alleen die omschrijving.
Met sigaar in hand zit hij in een fauteuil. Een grijs pak met witte strepen, bolhoed op de armleuning. Voor hem staat een lage tafel, waar vijf glazen met alcohol staan. De overige stoelen zijn leeg, hij is alleen in de ruimte. De rest van de meubels, een kast, een bank, en wat meubels waar het nut niet helemaal duidelijk van is, zijn donker bruin. De ruimte ruikt naar rook gemixt met pledge, wat suggereert dat de meubels goed onderhouden worden en aannemelijk duur waren.
Wanneer je hersendode klussen doet als autorijden of wandelen, schijnt hetzelfde gedeelte van je brein actief te worden als wanneer je in slaap probeert te vallen. Als ik het goed begrepen heb (waar ik in dit geval aan twijfel en niet de moeite wil nemen het op te zoeken omdat ik eindelijk een beetje soepel aan het schrijven ben), is dit een creatief gedeelte van je hersenen die je buiten de doos laat denken. Daarom dat je oplossingen voor werk problemen vaak krijgt net voordat je in slaap valt. Voor mij verklaart het waarom ik makkelijker nadenk over werelden wanneer ik aan het wandelen ben, wat ik dit jaar meer ben gaan doen. Moet het wel in een park of bos zijn waar ik niet teveel over verkeer of mijn omgeving hoef na te denken, anders raak ik alsnog afgeleid. Helaas is het nu drukker dus wandel ik minder. Het voordeel is dat mijn werk steeds meer een routine wordt, dus dat ik meer mentale energie heb om andere dingen te doen. Al blijft het te vermoeiend om daarna nog van alles te ondernemen.
Daarover gesproken, ik moet nog wat werkzaken overleggen met de verloofde.