*
DICKENS,
die oeroude
'Christmaskampioen',
liet zich zeer sarcastisch uit
over de kerk in de
Victoriaanse
tijd.
-
Hij
schreef
dat er op
een herfstdag in
COKETOWN
[de stad uit zijn romans
waarin zich alle sociale
& ecologische rampen van
de industriele revolutie
afspeelden],
'leeuwerikken
aan 't zingen waren
(hoewel het zondag
was)'.
-
IN
een nogal
wijdlopige
passage in
Little Dorrit verwijlt Dickens bij
de gruwelen van
de zondag.
-
EEN
figuur,
Clennam,
herinnert zich
talloze zondagen
'vol nutteloze bitterheid en
zelfkastijding' ...
-
De
auteur
stelt deze sombere,
Victoriaanse shabbaths echter
tegenover 'de weldoende geschiedenis
van het Nieuwe Testament',
waarover Clennam in al die uren
die hij in de kerk
heeft doorgebracht,
niets heeft
geleerd?
-
Tegen
het einde van het boek
vraagt de heldin met aandrang
aan de hardvochtige mevrouw Clennam
dat ze zich niet zou vastklampen
aan haar wraakzuchtige godsdienst,
maar
'zich alleen zou laten leiden
door de man die zieken genas
en doden opwekte, blinden liet zien,
doven horen en lammen gaan,
de vriend van
al wie bedroefd was
en verlaten,
de geduldige meester
die huilde van
medelijden met onze
zwakheden'!
-
Dickens had
een hekel aan zondagen
maar niet aan
Yeshu ...
-
De
zondagen
in Coketown waren wellicht troosteloos,
maar het echte probleem was
dat de mensen die het
voor het zeggen hadden,
zoals meneer Gradgrind,
vonden
'dat
de barmhartige Samaritaan
een slechte econoom
was'!
-
Winston
CHURCHILL
had hetzelfde idee
van Yeshu,
hoewel hij niet gekant was
tegen
het officiele
christendom?
-
VOLGENS
een dagboekschrijver
hield Churchill
in 1941 een lang gesprek
met Harry Hopkins en anderen
over hoe de wereld weer opgebouwd
zou moeten worden
wanneer
de oorlog eindelijk
afgelopen zou
zijn ...
-
"WE
konden
niets beters vinden
als fundament dan de christelijke zedenleer,
en hoe strikter we ons hielden
aan de voorschriften van de berg/veldrede
[oer-hagepreek],
hoe groter de kans was
dat onze moeite
zou worden
beloond"?
-
Elf
jaar later
beschouwde W.C.
de bergveldrede nog steeds als
'het laatste woord op het vlak
van ethiek'!
-
DAT
Yeshu
algemeen wordt aanvaard,
bewijst dat de auteurs van de evangelies
hun werk uitstekend hebben gedaan in een tijd die werd overheerst
door wrede uitbuiting en meedogeloze slavernij, natuurrampen
en besmettelijke ziekten, huichelarij en permanente
aanranding en verkrachting
van de 'rechten van
"DE" mens'
-
HUN
doel was:
mensen ZOVER brengen
dat ze zich 'tot Yeshu bekeerden',
hem 'bewonderden' EN 'geloofden dat hij door G D gezonden was'
& 'dat ze eeuwig leven zouden bezitten'
als ze hem zouden
volgen?
-
HUN
verwchtingen
zijn wonderwel vervuld!
De evangelisten vonden
dat bewondering voor en
geloof in Yeshua
samengingen.
-
MAT & LUKE
[aan wie we dus
de veldbergrede en
de Barmhartige Samaritaan
te danken hebben] zouden 'het'
misschien niet zo gewaardeerd hebben
indien men de leer van Yeshu had losgemaakt
van hun EIGEN theologische overtuiging
dat Yehoshua door G D 'gezonden'
was om 'de wereld
te redden'?!
-
TOCH
hebben ze hun
'blijde booschaps-verhalen'
ZO samengesteld dat de 'gemiddelde' lezer eruit kan KIEZEN
wat ons aanstaat, en DAT hebben vele mydilezers door de tijd heen
dan ook GEDAAN: ze bewonderden Yeshu maar zijn het
NIET eens met de 'christelijke'
theologie ...
-
ZELFS
in DAT geval
zijn tenminste ENKELE 'doelstellingen'
van de 'evangelisten'
vervuld?
-
EEN
historicus
is uit hoofde van zijn taak
verplicht om de evangelies e.d.
KRITISCH te
benaderen!
-
Hij
kan
al dan niet
instemmen met de
theologie van de evangelies
'dat
"G D" gehandeld
heeft door Yeshu,
maar hij moet OOK beseffen dat
die auteurs theologische overtuigingen hadden
en dat ZIJ hun verslagen
misschien [hoogstwaarschijnlijk EN zoals
gebruikelijk was in die tijd!]
aangepast hebben om
HUN theologie
te staven]?!
-
DE
historicus
moet ook rekening houden
met de mogelijkheid dat de ethische leer,
die zoveel indruk heeft gemaakt op de wereld,
VERSTERKT is in de predikatie en door de redactionele verbeteringen
die zijn aangebracht tussen de tijd van Yesh en de publicatie
van de evangelies?
-
DE
wetenschapper
is bovendien beroepshalve verplicht om de brommen
aan een streng kruisverhoor te
onderwerpen!
-
"Je
zegt dat 'alle inwoners van Yeroesjalayiem'
naar Yochanan de Doper gingen luisteren [MARK 1:5]
en DAT Yeshu 'ELKE ziekte en ELKE kwaal onder het volk genas'
[MAT 4:23]. Ik meen te mogen beweren dat je dan schromelijk
overdrijft!"
-
HET is duidelijk
dat de historicus in deze twee passages alleen maar wijst op retorische
overdrijvingen!
HIJ MOET echter BLIJVEN VRAGEN:
"JE
zegt dat zijn vijanden kwaadwillig en leugenachtig waren.
Ik merk in alle bescheidenheid op dat enkele van hen EERLIJK, vroom EN
rechtschapen waren en dat het conflict bijgevolg NIET ZO eenvoudig was
als een normale gemiddelde wildwestfilm waarin bepaalde mensen
een witte hoed dragen en andere
een zwarte?"
-
EN ZO
moeten AL deze 'mydi'-verhalen onderzocht worden!
In tegenstelling tot de politicus, de romancier en de moralist
kan de historicus zich NIET veroorloven om alleen DIE delen van de evangelies uit te kiezen die 'indrukwekkend' zijn
en die GEBRUIKT kunnen worden om 'anderen te inspireren'?
De historicus selecteert ook
maar op basis van andere principes:
WAT kan BEWEZEN worden, wat WEERLEGD, en WAT ligt er
TUSSEN die
twee?
~#~