Gefladder
Oke, ik kan er niet meer omheen, ik heb ze.
Vlinders.
En niet zomaar een paar, een heel lichaam vol.
En ze spartelen zo hard, ze willen zo graag uitvliegen, zo lang hebben ze in hun cocon gezeten, diep binnenin met de bedoeling om nooit meer uit te vliegen.
Het kleine sprankeltje is inmiddels een groot vuur geworden.
Het is heerlijk en heel eng.
Want heb ik die vlinders niet zelf bedacht, niet zelf het vuur opgestookt met mijn verbeelding en mijn wensen?
Ik sta op de aller hoogste duikplank en kijk omlaag. Mijn maag trekt samen en ik word duizelig. Terug gaan is geen optie. Ik wil niet nog eens meemaken waar ik doorheen moest. Maar de sprong naar beneden lijkt zo eng, wat staat me te wachten als ik uiteindelijk neer kom, en hoe zal de val zijn?
Maar dat eene gevoel, herkenning, een klik, zo bijzonder.
Die voelde ik echt toen ik hem zag en met hem sprak. En hij had precies hetzelfde.
Ik ben mijn hoofd en mijn hart al verloren,
maar straks blijkt de val te hard, blijkt het gefladder van nachtvlinders te komen en dooft het vuurtje en laat mij koud, en alleen achter.
Wat is het toch lastig verliefd zijn!
Buurvrouw, vrouw, 43 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende