is het volbracht?
Eeuwig
gaat voor
ogenblik?
WE
zetten de mens,
de echte, authentieke mens,
stevig in de tijd, of nog beter:
we laten hem/haar staan
waar hij/zij staat,
wij zijn 'van stof'
en tot stof zullen wij
wederkeren.
Onze
identiteit ligt in de tijd
en niet in de eeuwigheid ...
De vragen
waarvoor onze tijdelijkheid ons stelt
zijn legio?
Denk alleen maar
aan de overval van het nooit zwijgende probleem
van onze herkomst,
en van het stoten op onze grenzen als mens:
onoplosbare raadsels.
Maar ons laten overhuiven
door een eigen aparte metafysische wereld,
als oplossing van het mysterie,
door een wereld van een eigen,
zij het bovennatuurlijke werkelijkheid,
die voor waar gehouden kan en moet worden,
een wereld waaraan wij als mensen gelukkig dan ook nog deel hebben,
DAT is een constructie waarvan ik afscheid neem:
ze is [alleen maar] een intellectueel
distillaat!
Er is wel
een andere wereld,
zij is er terdege!
Maar NIET als product van het denken,
of liever:
als product van het denken is ze
meer van hetzelfde.
Er is een wereld die dat niet is,
en dat is de wereld van de verbeelding
die als een netwerk over de chaos is uitgespreid,
een tweede werkelijkheid:
de wereld van betekenis.
NIET het product
van het denkende verstand maar
- als dat woord dan toch moet -
product van de verbeelding.
Niet een kwestie van denken
maar van zien:
de wereld van verbeelding
is een wereld die we niet voor waar hoeven te houden,
ze heeft met het oog te maken
dat ziet.
We hebben het
er al vaker over gehad in de afgelopen mydijaren
en komen er telkens weer min of meer uitvoerig op terug:
HIER staat nog maar als voorproefje [alweer?!]
een smaakmaker.
Eerst nog even verder
afscheid nemen van de metafysica,
of laat ik preciezer zijn:
van de soort metafysica
waarvan ik hier afstand
neem ...
Ze zet ons
op het verkeerde been,
laat ons onszelf investeren
in iets dat niet deze,
onze eigen wereld
is.
Eeuwig gaat voor ogenblik?
Allerminst.
DAT loopt uit op verraad aan 'ogenblik',
aan het heden!
Zich investeren
is met huid en haar zich inzetten
voor wat goed is voor mens en wereld,
NU, vandaag,
en niet voor wat goed is LATER,
in de eeuwigheid,
in een toekomst die ACHTER onze wereld ligt
en dus geen toekomst is,
maar eeuwigheid als ontkenning
van de tijd.
De jaren
dat mensen zo dachten,
of liever:
dachten dat ze zo moesten denken,
zijn voorgoed voorbij!
Behoudende
kerken en stromingen
doen er nog aan, zingen nog 'hier beneden is het niet,
hoofd omhoog en hart
naar boven'.
DAT loopt uit
op tweespalt die het leven vergalt,
hinken op twee gedachten,
mank gaan
als mens.
Blijf de aarde trouw,
riep Nietzsche zijn medeburgers toe.
Maar je kunt de aarde niet trouw blijven
als jij jouw burgerschap in een andere wereld
hebt gelegd.
HIER
is de eeuwigheid,
in ons bestaan opduikend
[elke dag 'opnieuw'],
of ze is er niet.
Maar zoals gezegd:
we hebben het er al vaker over gehad
in vorige mydiverhaaltjes sinds januari 2004
en we blijven er alsmaar weer [alweer!]
over 'doordrammen, -zeuren en zaniken'
tot de dood erop
volgt?
De vooronderstelling
waarop deze tweespalt berust,
gaat terug op een tweedeling in de mens zelf:
wij bestaan uit een vergankelijke component:
het lichaam,
en een onvergankelijke,
genaamd 'de ziel'.
De ziel is onze 'kern',
haar bestemming is de 'overkant';
we zullen daar 'aankomen'
als we ons niet verwarren in het struikgewas
en verzuipen in de modderpoelen
van deze wereld!
In de klassieke mensbeschouwing
is dit een gewild model van menszijn,
maar ze berust op een aanname
[we hebben een onsterflijk deel]
die niet alleen maar geen enkele grond heeft,
maar ook in strijd is met wat we WEL weten
van de mens ...
Je kunt over
'ons mensen' alleen maar spreken
als 'de ganse mens'
[in de 'hele
wereld']!
Verbeelding dus,
ook de idee dat we uit twee elementen
zouden bestaan:
we hebben het helemaal
zelf bedacht.
Niet gespeend
van hoogmoed overigens,
want waarom is onze eindigheid
ons onwaardig?
Moeten we
boven de tijd uitstijgen
als mens?
DAT
bedenken mensen
zolang ze nog niet geleerd hebben
om hun sterfelijkheid te
accepteren!
Niet alleen maar
de mens zelf, ook ons werken,
onze bedenksels, onze verbeelding,
ons 'anders maken' van wat eens een 'totale chaos' was
- het is alles eindig,
opvolgbaar door weer nieuwe en
andere werelden.
DAAROM
prijst het boek Prediker
het leven aan:
zolang je nog kunt,
maak er wat van, wees mens,
lever verbeelding,
want de tijd komt
dat de lust tot leven
je vergaat.
DAT
is de tijd van het sterven:
het hoort bij het leven van de mens
in de tijd.
chai, man, 79 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende