HOE
bouwt een
oeuvre zich op,
vraagt Witzlawa Szymborska zich af.
Heel simpel, elk 'mydiverhaal' dat je hebt geschreven is voorlopig,
en volkomen ontoereikend.
DAAROM
probeert een
schrijver het nog eens.
En dan nog eens, en op een dag zal iemand
al die verhalen tussen een grote paperclip klemmen,
en ziedaar, nu heet het
een oeuvre.
Zelf
vergelijk ik
mijn werk met
wat een schilder doet:
hij maakt een schilderij,
zet een punt achter zijn zwoegen en
hangt het in een lijst.
Is zijn levenswerk
met dat schilderij af?
Natuurlijk niet,
waarom begint hij anders morgen weer!
Zij weet weer iets beters, wil ook weer beter,
maar gaat geen
dagen achter elkaar steeds weer nieuwe kleuren
over het oude doek heenverven,
geen eindeloze verbeteringen toevoegen,
niet nog eens een verfje hier en een penseeltje daar, nee,
hij maakt een nieuw schilderij,
en weer een, en nog een,
totdat we doodgaan.
ZO
gaat het
met sprookjes vertellen,
mydiverhaaltjes schrijven,
en wat we verder ook maar uit onze duim
[of wat dan ook] zuigen,
zo begon g d ook,
al zwevende over de oerwateren,
zijn dromen te verwerkelijken en te benoemen,
te verwoorden en te beschrijven,
te spelen met water, zand en klei tot op
de mydidag van vandaag
waar wij om de hoek
komen kijken,
en het houdt pas op
als je niet meer
kunt
en onze zon is
opgebrandt.
En kwestie van energie
en wat je ermee doet: dat staat een ieder
volkomen vrij!
Maak je [on]gelovigen
dan niet in de war door telkens weer
een volgende stap te nemen?
Nee, alleen als ze denken dat ik voor g d speel,
of allerlei waarheden verkondig
die zij OOK moeten aanvaarden, kortom:
als ze bij theologie [of wat voor logos, 'logica' of 'gelieg' dan ook],
bij geloofsbezinning of hersenspinnerij
of hoe ook verder te noemen
of te etiketteren,
aan autoriteiten
denken
...
ZO
ging het vroeger:
de priester, pastoor, dominee
of deskundige zei
hoe het zat,
hij/zij had ervoor [door]geleerd,
zoals de imam het vandaag de mydidag
nog bij sommige moslims
voor het zeggen
heeft?
Maar die tijd
hebben we allang achter ons:
ik schrijf niets voor, ik beschrijf
wat ik tegenkom en interpreteer
wat ik zie en lees,
en ik [be]kritiseer
voorzover ik onhoudbare ideeen tegenkom
of juich toe waar ik het mee
eens ben
op het terrein
waarin in dan wel niet geschoold ben,
maar toch de sporen
van meedraag
door de jaren
heen
...
~@~