Openbaar vervoer
Vanochtend heb ik drie kwartier op het perron gestaan. Niets gedaan. Niet eens gratis koffie of thee genomen, die 'wegens deze omstandigheden' aangeboden werd. Geen muziek geluisterd. Ik stond daar, het volk te bestuderen, de klok te bekijken en me af te vragen hoe laat ik zou komen; een kwartier te laat, oh, wacht, toch een halfuur te laat. Nou, dat is dan jammer. Ik at een koekje. Het was half negen 's ochtends.
Vanochtend was de allereerste keer dat ik te laat ben gekomen voor school. Door overmacht, vind ik zelf. Doordat de NS zuigt, vind ik eigenlijk ook.
'En, ga je genieten van je herfstvakantie?' vraagt je tante dan.
'Nou, ik heb gewoon nog les... En zelfs een toets.' moet je dan toegeven.
'Oh.' antwoordt tante.
De NS is eigenlijk net als je tante. Ze verwacht niet dat er mensen zijn die geen herfstvakantie hebben. Ze verwacht niet dat er zelfs heel wat mensen zijn die geen herfstvakantie hebben. Werkzaamheden hier, storingen daar en oh, mijn bus heeft ook vertraging. Mag ik de NS daar ook de schuld van geven? Eigenlijk niet, hè. Goed. Ik heb dus geen herfstvakantie.
Je zou zeggen dat je heel veel tijd hebt om na te denken, als je bijna twee uur onderweg bent, in plaats van de gebruikelijke drie kwartier. Dat had ik ook. Ik dacht alleen niet na. Ik luisterde naar de gesprekken. Hysterische mensen die gaan klagen over hoe kut hun leven is, want hun trein rijdt niet en nu moeten ze hun 'afspraken' verzetten. 'Afspraken'. Chic. Dat de NS dat gratis bakkie pleur wel in hun reet mag steken, want hun trein moet gewoon rijden. Iets minder chic.
En ik keek een beetje naar de mensenmenigte, die met zijn allen, net als ik, aan het wachten was. Op de trein. En toen kwam de trein eraan en bleek hij tjokvol te zitten. Daar sta je dan. Dit keer niet op het perron, maar in een bewegend voertuig, ook wel: een blikje sardientjes. Wat doe je dan? Uit het raam staren.
Ik was een halfuur te laat. Het schoot nog door mijn hoofd: moet ik op de deur kloppen, ik kom toch hopelijk niet op zo'n moment dat de docent een presentatie aan het houden is, wacht, waar zit ik eigenlijk?
Maar daar was het lokaal al. Ik deed de deur open. Niemand keek op. Ik zei nog voorzichtig goedemorgen tegen mijn docent, voordat ik bijna struikelde over laptopaccu's, onderweg naar een plek. Juist.
'Je hebt niets gemist hoor.' zei iemand uit mijn werkgroep.
'Helemaal niets?'
'We moeten een soort opdracht doen.' was de uitleg.
'Aha.' zei ik, terwijl ik keek naar hoe ze de opdracht opstartte. En ermee begon. Een halfuur na aanvang van de les. Het voelde raar. Ik was te laat, maar het was niet erg. Het werd geaccepteerd. De universiteit is een aparte plaats.
Morgen ga ik voor de allereerste keer niet naar een hoorcollege. Omdat er werkzaamheden zijn, moet ik om kwart over zes opstaan om mijn trein te halen. Het college duurt een uur en drie kwartier, de reistijd is minstens een uur en drie kwartier. Omdat ik bang ben dat ik weer ergens op een perron strand, naast hysterische individuen, heb ik besloten om thuis te blijven. In mijn bed. Tot de zon opkomt, ik voel dat mijn neus weer verstopt is en de buikkrampen van het maandelijkse feestje me wakker komen maken.
En dan denk ik: godzijdank dat ik vandaag eens niet met dat verrekte openbaar vervoer moet. En: ik kan eindelijk weer eens goed slapen. Yes, slapen. Héérlijk.
Mijn moeder kijkt een beetje verkrampt als ik haar mijn plan vertel.
'Zou je dat nou wel doen?' zegt ze op zo'n toontje, zoals moeders dat doen, als je zegt dat je je haar kort wilt knippen of je leven hier achter wilt laten om een professioneel Pokémon Go-speler te worden.
'Maar ja, jij beslist, hè.' voegt ze toe, omdat ze het toch niet kan laten. Ze probeert een zaadje van twijfel te planten. Maar nee.
Morgen ben ik geen sardientje, maar vrij. Een dagje een vliegende vis.
iAngel, vrouw, 26 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende