Overleven.
Ik zit weggekropen onder een fleece deken op de grond. Hij zit op de bank en ik leun met mijn rug tegen zijn knieën. Aan de andere kant van de kamer staat de tv aan, reportage. Ongeveer tien centimeter van me af ligt een lege fles wijn, daarnaast staat zijn (nog) volle broertje. Zachtjes word ik door mijn haar gekriebeld, al heb ik liever dat hij van me afblijft. Rustig probeer ik overeind te komen, maar de wijn stijgt naar mijn hoofd en ik kan enkel naar de andere kant van de kamer wankelen. Mijn sigaretten zijn (weer) kwijt, net als mijn hasj, ik raak alles kwijt (ook de mensen van wie ik hou). Vanaf de andere kant van de kamer zie ik hoe hij me vragend aankijkt: "Wat zoek je?" - "Hasj" en ik wankel verder. Ik kijk op en zie dat hij voorover buigt om hasj en sigaretten van de tafel te pakken. Ik wankel terug en plof neer op de bank (in kleermakerszit, dat is fijn) en ik draai een jointje.
Sinds twee weken ben ik op mezelf aangewezen. Ik wilde weg, dus ik ging weg. Nu ben ik weg en wil ik terug. Mama belt me elke dag om te kijken of ik nog leef (ik neem het d'r niet eens kwalijk). Zelf sta ik er ook elke dag weer van te kijken dat ik nog leef. Overleven, dat is wat ik doe. Ik heb seks met dezelfde persoon maar niet omdat ik van hem hou (geloof ik) alleen zijn is gewoon iets dat ik na al die jaren nog steeds niet kan. Mijn leven stelt nog steeds niet voor, ik heb niets om voor te leven. Een vriend zei me: "Ons leven zal nooit helemaal leuk zijn vanwege de problemen die we hebben, we moeten er gewoon het beste van maken." Hij heeft gelijk, maar wennen zal het nooit. I'm a fuck-up and at this point I don't even care anymore.
susieQ, vrouw, 115 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende