"We carry inside us the wonders we seek outside us". Rumi
Mijn dagelijks leven ziet er sinds begin december van vorig jaar, dus nu zo'n anderhalve maand best drastisch anders uit. Het is namelijk zo dat Henny, mijn partner, zonder werk thuis zit. Dit betekent concreet voor mij dat ik drie dagen me-time nu moet missen, de drie dagen waarop Henny normaal gezien aan het werk zou zijn. De eerste weken zijn voorbij gegaan als een vakantie, die verliepen fijn. Na de jaarwisseling veranderde dat, om de simpele reden dat ik met mijn voornemens en doelen aan de slag ging en Henny een afwachtende houding aannam. Hij had een lijntje uitgegooid en wachtte op die ene kans. Dit stond in mijn ogen nogal haaks tegenover mijn houding. Het irriteerde me. En ik vond het lastig om dit op een gepaste manier naar hem te uiten. Ik weet van hem dat hij graag iets op zijn eigen manier doet. Dat daar kritiek op hebben niet is waar hij blij van wordt, dus volkomen zinloos voor mij. Ik heb gezocht naar een geschikte manier om hem de tip te geven om nog een lijntje uit te gooien. Die heb ik gevonden in de top - tip - top manier, die me een keer is uitgelegd door een maatschappelijk werkster. Dus ik begon met een compliment: dat ik blij ben met zijn initiatieven die hij laat zien wat betreft het huishouden. Toen de tip 'Ik weet dat je op telefoon wacht van bedrijf X. Is het een idee om op internet te kijken naar geschikte vacatures'. Het antwoord dat ik kreeg was: 'Ik weet het niet' en hij liep weg richting de keuken, waardoor er geen kans was om de tweede top in te brengen.
Gisteren ontving Henny het langverwachte telefoontje. Dit betrof een soort van eerste kennismaking. De toezegging werd gedaan dat het bedrijf deze donderdag opnieuw zal bellen om verdere afspraken te maken. Een flinke opluchting voor hem, maar dit werkte ook door op mij. Henny kreeg zichtbaar weer zin in het leven, waar eerder duidelijk weinig meer van over was. Hij was weer de grappenmaker die hij is als hij zich ok voelt. Wat ik aan mezelf heb gemerkt, maar wat niet nieuw voor me is, dat ik me iets aantrek van hoe de persoon die bij mij aanwezig is in zijn vel zit. Ik denk dat dit voor velen herkenbaar is. Dat je soort van de sfeer aanvoelt, proeft, zonder dat er woorden worden gesproken. Hoewel ik dit niet fijn vind en deze eigenschap van mezelf liever niet heb; het is wat het is. Niet alles wat niet prettig voelt is zo maar te elimineren ben ik van mening.
De opleving waarin Henny zat was ook vandaag een grote bijdrage aan de ontspannen sfeer tussen ons, die aanhield tot het moment dat ik via Whatsapp mijn goede vriend Robert-Jan sprak. Wij wilden bijpraten dus ik sprak met hem af dat ik zo naar hem toe zou komen. Dus ik vertel aan Henny mijn plan, ging naar boven om mijn tanden te poetsen en mijn haar te borstelen, kwam terug en voelde dat de sfeer omgeslagen was. Henny zei me eerlijk: 'Ik vind het niet leuk dat je naar hem toe gaat'. Ik antwoordde hem dat ik dat al weet en dat hij weet dat ik te vertrouwen ben. 'Maar ik vertrouw hem niet, ik vertrouw geen een man' ging Henny verder. Hierop kreeg ik een gevoel van 'ik moet hem geruststellen', waarop ik hem nog beloofde dat ik niet lang weg zou blijven. Deze woordenwisseling komt wel vaker voor als ik bijvoorbeeld mijn andere goede vriend Lennard bezoek. De jaloezie van Henny, die nergens op gebaseerd is, ja op ervaringen van hem vanuit zijn verleden, trek ik me ook aan. Althans de spanning die in de lucht hangt vang ik op.
Toch ben ik niet helemaal ontevreden over hoe ik dit heb aangepakt. Want ik ben wel degelijk buiten mijn comfortzone gegaan door toch naar Robert-Jan te gaan en dit te melden aan Henny. Dus niet: het bezoek afblazen vanwege de ongemakkelijke sensaties en het allemaal voor mezelf te houden. Het punt dat ik denk dat ik hem moest geruststellen door te beloven dat ik niet lang weg zou blijven had ik anders kunnen doen. Want doordat ik dit beloofd heb zette ik druk op het bezoekje, omdat ik er rekening mee ging houden niet te lang te blijven kletsen. Bijna een soort gevoel dat ik met iets verkeerds bezig was gaf me dat. Dat is zonde van de weinige keren dat ik Robert-Jan spreek en ik positioneer me als het ware tussen twee partijen in.