Vorig jaar om deze tijd..

Vorig jaar omstreeks deze tijd. Waar was ik toen? Nog thuis, denk ik. Als ik het echt zeker wilde weten,
dan kon ik het nog wel terughalen. Teruglezen misschien wel zelfs. Maar zelfbescherming zorgt ervoor dat ik
die herinneringen laat waar ze zijn. Verstopt in dat speciale laatje in mijn hoofd. Die alleen open kan als ik daar nadrukkelijk om vraag. En zelfs dan nog alleen maar als ik daar klaar voor ben. En dat is dus duidelijk niet zo. Want tjonge, ze schrijnen nog zo..die wonden op mijn ziel.

Vorig jaar om deze tijd, keek ik naar een berg, die schijnbaar onbegaanbaar was.
Ik keek ernaar. Met angst in mijn hart. ''Daar durf ik niet op te klimmen, ik kan het gewoon niet!''
Maar ik moest. Van mezelf. Ik kon haar NU niet in de steek laten. Dat kleine vrouwtje, zo alleen in
dat kamertje in dat verpleegtehuis. Vechtend tegen het verraad van haar lichaam. Een zinloos gevecht.
Ik wist dat, want in mijn tas zat de door mij net gestreken kleding. Reiskleding zogezegd...
Voor een reis naar heel ver weg.

Vorig jaar, om deze tijd. Moed verzamelend. Hoe ga ik haar aantreffen? Meteen zag ik weer die berg.
Ik pak, uiteindelijk toch vastberaden, de tas en klim.. Gedragen door mijn liefde voor haar. Zonder dat had ik dit niet gekund.
Ze hebben de lichten in haar kamer gedempt. De gordijnen zijn dicht. Ze zijn al helemaal voorbereid op wat onherroepelijk en snel komen gaat.
Als ze me ziet, gebaart ze om iets te drinken. Dat geef ik haar. Ik smeer Labello op haar lippen, Crème op haar gezicht. We proberen wat te praten. Maar dat kan ze bijna niet meer. Ik ontdek nu opeens waarom een ziekenhuis bed ook in het midden omhoog kan. Het is voor mensen die ZO verzwakt zijn dat ze niet eens meer fatsoenlijk op 1 plek kunnen blijven liggen..Zelfs niet met een extra kussen onder je benen.

En toch, mijn sterke zus wil zitten. Op de rand van haar bed. Maar dat heeft een hoge rand.
''Dat gaat niet lieverd. Die rand, daar kun je niet op zitten..''
''Laat maar,'' zegt ze uiteindelijk gelaten. Het klinkt in mijn oren alsof ze zegt :'' Ik geef het maar op dan.''
Ik zet haar draagbare radio aan. Doe er een cd in. 'Banger hart' klinkt zacht door de kamer.
Haar been heeft toch nog de kracht om mee te bewegen op het ritme. Ik wrijf haar andere knie.
We praten niet meer. Ze lijkt ergens al ver weg van mij. Alsof er al een knop om is in haar hoofd..
Er komt nog een verpleegster langs die fluisterend vraagt of ik soms koffie wil. Ik moet er niet aan denken..

Even later komt ze nog eens terug met de medicijnen voor mijn zus. Hoe zinloos eigenlijk.
Ze legt ook een slaappil neer. Die hoef ik nog niet te geven, dat kan later wel, wanneer ik weg ben.
Ik geef de andere pillen met wat water. Stift nog eens haar lippen, smeer nog eens crème op haar gezicht.
En ik zorg dat alles binnen handbereik staat ; zakdoekjes, spuugbakje..alles wat ze nog maar nodig kan hebben. De cd gaat op repeat. Ze lijkt er door te ontspannen dus..
Geen klacht komt over haar lippen. Af en toe, doezelt ze wat weg. Dus vertel ik haar dat ik maar weer naar huis ga. Ze vind het oké. Ik kus haar op haar wang, en zeg :''Ik hou van je, dat weet je toch hè?''
En opeens komt er een heel helder en langgerekt :'' Jaaaaaaaa,'' uit. Gevolgd door de woorden :''Weet je waarom ik zo duf ben? Ze geven me hier een slaappil.'' ''Ja, daar komt dat door natuurlijk,'' zeg ik.
''Ga jij dat maar doen dan, lekker slapen.''
Ze draaide zich tevreden om. De slaappil lag nog op het nachtkastje..

Ik liet haar achter. Haar reiskleding op een mooi stapeltje. Ze ging slapen en werd niet meer wakker.
Soms is de dood barmhartig. Het neemt pijn en alle herinneringen van een zware strijd weg...
Ik hou nog steeds van jou meis. Maar gelukkig wist je dat al..
27 nov 2010 - bewerkt op 27 nov 2010 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van kruidje
kruidje, vrouw, 56 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende