*
Yehosjoea
wordt vernoemd
in het boek over de Joodse oudheden
[
Oudh.] van Flavius
Josephus.
Josephus
is geboren
in 37 n.Chr., enkele jaren na Yesjoea's dood,
en hij schreef zijn
Joodse oudheden in het jaar
negentig.
Deze
joodse historicus
wist ongetwijfeld bepaalde dingen over Yesjoe
en in zijn
Oudheden is een paragraaf aan Yesj gewijd
[18,63v.].
De werken
van Josephus
werden echter bewaard door christelijke kopiisten
en die konden niet de verleiding weerstaan
om de tekst te 'herzien'
en Josephus bijvoorbeeld te laten beweren
dat Yehosjoea 'de Messias' was,
dat hij 'de waarheid' verkondigde,
en dat hij na zijn dood 'terug tot leven
gewekt'
was.
Ik zal
de tekst
waarover we nu beschikken,
citeren en de meest opvallende toevoegingen
door christelijke kopiisten
tussen haakjes
zetten.
Sommige
uitdrukkingen
die niet tussen haakjes staan,
zijn evenmin betrouwbaar;
bovendien weten we niet zeker
of de kopiisten alleen uitdrukkingen hebben toegevoegd
of ook dingen hebben weggelaten
uit Josephus'
geschriften.
"Rond deze tijd
leefde Yehosjoea,
een wijze man
[als men hem inderdaad een man kan noemen].
Want hij leverde wonderlijke prestaties
en was een leraar voor mensen
die de waarheid grif aannemen.
Hij veroverde de harten van vele joden
en zelfs van vele Grieken.
[Hij was de Messias.]
Toen Pilatus,
nadat hij Yesjoea had horen beschuldigen
door zeer hooggeplaatste personen,
hem tot de kruisdood had veroordeeld,
bleven de mensen die op de eerste dag van hem hielden,
hem genegen.
[De derde dag verscheen hij aan hen,
uit de dood verrezen,
want G*ds profeten hadden dit
en vele andere wonderbare zaken
in verband met Yesjoa's leven
voorspeld.]
En de groep christenen,
naar hem genoemd,
is tot op heden niet verdwenen."
We zullen
dus nooit weten
wat Josephus werkelijk geschreven heeft,
tenzij we door stom toeval
een ontdekking
doen.Hij
heeft zich niet
bekeerd tot het christendom
en hij dacht niet dat Yehosjoea
"DE" Messias
was.
Gelukkig schijnen
de christelijke kopiisten
de tekst van Josephus enkel herschreven
te hebben.
Het is dus
zeer waarschijnlijk
dat Josephus in zijn verslag over die tijdsperiode
inderdaad over Yehosjoea
geschreven heeft.
Hij besprak
Yochanan de Doper
en andere profetische figuren,
onder meer Teudas en
'de Egyptenaar'.
De passage
over Yesjoea
sluit bovendien niet aan bij het verslag
over Yochanan de Doper;
een christelijke schrijver zou dat waarschijnlijk
wel gedaan hebben als hij het hele verhaal
zelf verzonnen
had?
Hieruit
blijkt dus alleen
dat de auteur van de enige
nog bestaande geschiedenis
van het jodendom in Palestina
in de eerste eeuw,
Yesjoea belangrijk genoeg vond
om een paragraaf aan hem
te wijden?
Deze
paragraaf,
waarvan we niet
de juiste bewoordingen kennen,
is het meest objectieve bewijs
van de betekenis van Yesjoe
tijdens zijn eigen
leven.
De evangelies
wekken de indruk
dat de hele bevolking
een levendige belangstelling had
voor Yesjoea en voor wat er
met hem gebeurde.
Hij was zeker
een opvallende figuur
maar als de invloed van profetische figuren
recht evenredig is met de opschudding die ze veroorzaken,
dan moeten we besluiten
dat Yesjoe in de ogen van zijn tijdgenoten
minder belangrijk was
dan Yochanan de Doper en
de Egyptenaar.
Zowel
Yochanan de Doper
als Yehosjoea verontrustten Antipas,
maar Yesjoea was klaarblijkelijk een minder grote lastpost
[of slimmer in zijn ontwijk- & vluchtgedrag]
dan Yochanan want hij raakte levend
uit Galilea.
Jaren later
brachten de Romeinen
een zwaar bewapend leger op de been
om de Egyptenaar te lijf
te gaan.
DAT
zal bij de bevolking
meer opschudding teweeggebracht hebben
dan de heimelijke aanhouding
midden in de nacht en de supersnelle terechtstelling
van Yehosjoea?
Aangezien
de Romeinse schrijvers
het vooral over de geschiedenis van ROME hebben
en veel minder over de verafgelegen provincies
aan de grenzen van hun 'wereldrijk',
ligt het in de lijn der verwachtingen
dat zij die ENE Romein
die in de evangelies voorkomt,
Pilatus,
wel vermelden
maar verder weinig aandacht aan hem besteedden
omdat Pilatus prefect was van
een onbelangrijke
grensprovincie.
Die veronderstelling blijkt juist.
Tacitus,
die onze belangrijkste bron is
voor de geschiedenis van Rome tijdens die periode,
vermeldt Pilatus wel terloops
maar enkel in verband met Nero's vervolging
van de christenen:
NERO zorgde tijdens een feestje voor licht
door volgelingen van Christos te verbranden,
[Tacitus,
Annalen 15,44]
een man die door Pilatus
terechtgesteld
was.
DIE
terloopse opmerking
bewijst hoe onbelangrijk Palestina voor hem
was.
TOCH
werd Pilatus uitgebreid
en met weinig flatterende bewoordingen
beschreven in de werken van de belangrijkste joodse schrijvers,
Josephus & Philo,
die erg begaan waren met
de geschiedenis van
Palestina.
De
evangelies
stemmen overeen
met Josephus & Philo
wat de data over Pilatus betreft
maar ze verschillen van
mening over zijn
karakter.
#
Trouwens:
mijn portret van toen ik 22 jaar jong was in '68
is ook spoorloos verdwenen uit mijn
profiel?
#
ZO
zie je maar weer ~
de geschiedenis blijft zich herhalen
ondanks alle veranderingen &
modeverschijnselen?
#
Men
voegt toe
en neemt weg
dat het een lieve lust is:
leeftijdsverschijnselen,
braakneigingen, taalverkrachting en zinloos gewauwel
krijgen naar het schijnt
steeds meer de overhand
over de meer
serieuze en komische bijdragen
der onderscheiden mydi'ers
en aanverwante diersoorten zoals
machochimps en beau-
nobeau-
adepten?
#
In mydi
kom je werkelijk [bijna]
van alles en nog wat tegen:
smaken verschillen net zozeer als hoofden en billen,
om maar te zwijgen van al die andere geslachtsdelen gevat
in gore taal en
taalfouten ...
#
Die
Gedanken
sind
frei ...
[nog wel of
alweer?]
...