Het was rond 11.15 uur toen ik aankwam op het station van mijn stad. Mijn liefje Henny had me gebracht. Ik nam afscheid van hem en liep langs de Kiosk, waaruit heerlijke geuren opstegen. Een herinnering kwam bij me boven dat ik een van die heerlijke American Cookies die ze daar verkopen aan het oppeuzelen was. Het water liep me in de mond. Ik liep door met mijn bankpas in mijn hand richting de poortjes. Een hup hup weg van die verleidelijke Kiosk richting perron 4a.
De reis ging naar het stadje iets verderop waar ik mijn dochter (10) een keer per maand bezoek. Tijdens het ritje keek ik wat rond me heen en ik probeerde wat te zien door de smerige raampjes.
(Het is je misschien opgevallen dat mijn voornemens voor 2024 in dit verhaal er nu al vrij dik bovenop liggen namelijk bewust omgaan met o.a. wat ik eet en met hoeveel tijd ik besteed op mijn telefoon.) Tijdens het observeren van de omgeving voerden mijn gedachten naar die ochtend, waarin ik zeker drie keer gebeld werd door Marien, de vader van Esmee, met een wat vreemdere berichtgeving dat ik van hem gewend ben. Namelijk iets over dat 'ze' hem in de gaten houden en 'achtervolgen' waar hij ook gaat of staat, dus ook als hij net als vandaag naar zijn dochter gaat en dat hij in verband hiermee maar een paar bussen eerder had genomen. Ik hoopte in gedachten dat tijdens het bezoek van iets later er niet veel van zijn achterdocht merkbaar zou zijn voor Esmee.
De trein kwam aan in het naburige stadje. Ik stapte uit, checkte uit en versnelde mijn pas iets toen ik 'de stationshuiskamer' voorbij liep, waar het ook weer best lekker rook naar broodjes en koekjes. Om de hoek zag ik Marien staan wachten, met een gescheurde papieren tas in zijn hand. Zijn spullen die erin zaten waren duidelijk zichtbaar. Hij vroeg me of ik een plastic tas bij me had. Die had ik. Hij hevelde een schoenendoos, een cadeautje voor Esmee en een drietal halal worsten over naar de plastic tas en gooide de papieren tas in de vuilnisbak. Ik feliciteerde hem, want hij was jarig deze dag. Hij wilde nog even langs de Jumbo voor taart, i.v.m. zijn verjaardag. Terwijl we daar naartoe liepen vertelde hij een en ander over de situatie waarin hij momenteel zit. Zinsneden als: 'ze willen' ... 'dat gaat ze niet lukken' ... 'ze kunnen het niet hebben dat'... kwamen voorbij. Om eerlijk te zijn kon ik er geen touw aan vast knopen. Bij de Jumbo aangekomen bleef ik buiten wachten met de tassen en hij haalde de taart.
De rest van de wandeling heb ik achter hem gelopen, want ik kon hem gewoon niet bijhouden. Het leek of ik te maken had met iemand die ergens voor wegvlucht. Ik besloot mijn aandacht en energie te bewaren voor Esmee. Ik heb ook geen moeite genomen om hem erop te wijzen dat ik geen zin had om een sprint te trekken en dat we meer dan genoeg tijd hadden. Dat zou ook geen zin hebben gehad. Hij is heel stellig in zijn overtuigingen en als ik er iets op zeg, dan praat hij op harde toon door me heen.
Zoals verwacht waren we ruimschoots op tijd. Zoals de meesten van jullie wel weten kun je bij de locatie waar we altijd met Esmee en de pleegzorgdame afspreken niet lekker binnen in een wachtkamer gaan zitten met een bakkie koffie. Geen andere optie dan buiten te wachten dus tot Esmee met de pleegzorgdame aan kwam gereden. We liepen naar de auto toe. Esmee kwam eruit met een rugtas in haar ene hand, in haar andere hand een plastic tasje. Ze gaf mij eerst een dikke knuffel en daarna liep ze naar Marien toe. "Ben jij vandaag jarig?" vroeg ze hem en feliciteerde haar vader. Uit haar tasje haalde ze een kartonnen envelop, Daaruit haalde ze eerst de schoolfoto's die ik had besteld en gaf ze aan mij. Aan Marien gaf ze ook een foto voor zijn verjaardag. "De rest geef ik boven" beloofde ze. De pleegzorgdame zei ook nog wat over een document ondertekenen... maar we liepen door naar de deur.
Boven kreeg Marien zijn cadeautje. Esmee had voor hem een hartje gemaakt van strijkkralen aan een sleutelhanger, in mannelijke kleuren, want daar let ze altijd erg secuur op, blauw en groen. Marien haalde vervolgens de taart uit zijn tas, die hij met de pleegzorgdame aansneed en in drieën verdeelde. De pleegzorgdame nam niks. Esmee kreeg het grootste deel van de halve vlaai, die eigenlijk bedoeld is voor 5 tot 6 personen. Marien en ik de rest. Esmee bekeek de drie stukken en merkte op 'Hey, (tegen mij) bij jou zit er geen aardbei op'
.
Esmee was het weekend naar mijn ouders geweest. Daar had ze aan haar oma, mijn moeder dus, gevraagd "Hoe zag u eruit toen u jong was?". Mijn moeder had geantwoord dat ze foto's zou opzoeken en naar mij zou sturen. Die had ik bij me. Dus die gingen we bekijken. Esmee is een heel spontaan en direct meisje. Ze riep uit bij het zien van de foto's "Ooohw, kijk die tanden". Mijn moeder had in haar jonge jaren een overbeet en best grote voortanden, die door de jaren heen vervangen zijn door kunsttanden vanwege jarenlang ongemak. Ik vroeg aan Esmee: "Lijk ik op mijn moeder?". Ze vond van wel en vroeg mij: 'Heb jij ook foto's van toen je jong was?", waarop ik haar beloofde ze op te zoeken en na het bezoek naar mama Tina te appen (haar pleegmoeder, mijn schoonzus).
"Wat wil je nu doen Esmee, mijn cadeautjes uitpakken of spelletjes doen?". Daar hoefde ze niet lang over na te denken: "Cadeautjes uitpakken". Ze begon met het pakje van mijn vriendin Indy, waaruit een
roze, licht blauw, goud kleurige sleutelhanger tevoorschijn kwam, waaraan haar naam hing, heel mooi handgemaakt. Ik vertelde haar dat ik er ook eentje had gekregen van Indy en liet 'em zien. "Wooow wat mooi" riep ze.
Het andere pakje was een
roze notebook met een boodschap van mij naar haar erop. De sluiting ervan was van elastiek en daaronder zat de bijbehorende pen met 'diamanten' hart erop en een briefje van 20,-- voor haar rapport. Ze keek naar het geld en haar ogen begonnen te schitteren. "Ik ga het gelijk verstoppen" zei ze. "Waar zal ik het indoen?". In het notitieboekje zat een bladzijde met pasjes houders, waar ze het indeed. Van Marien kreeg ze een boek van Carry Slee, Juf Braaksel en de diamanten ring, maar dat boek had ze dus al. Dus Marien gaf haar het bonnetje mee zodat ze het zelf kon gaan ruilen in de boekhandel.
Ik had drie spellen bij me, een eeuwenoud spel Pim Pam Pet, Triominos en een Zeeuws kwartetspel. We besloten te gaan kwartetten. Ik merkte aan Esmee dat zij er veel meer behoefte aan had om gezellig te kletsen en doen, want het kwartetten zelf, daar kwam niet heel veel van terecht. Marien probeerde Esmee en mij bij de les te houden, zonder resultaat. Ten einde raad gooide hij zijn kaarten op tafel en verzuchtte "Ik ben er klaar mee". Esmee kwam niet meer bij van de lach om deze actie.
Toen werd het tijd voor een fotoshoot. Esmee had een briljant idee. Ze pakte eerst de beide sleutelhangers van Indy in haar handen en poseerde daarmee lachend voor de camera. Daarna pakte ze de pen met 'diamant' en keek er met een oog doorheen. Ze was enorm verrast door het effect van de geslepen 'diamant' als ze erdoorheen keek. "Ik zie jou duizend keer!!' riep ze uit en deed de 'diamant' voor de lens van de camera en vervolgens maakten we een paar selfies. Een heel tof effect. Heel creatief bedacht van Esmee.
Dat het bezoek voor het eerst twee uur duurde i.p.v. de anderhalf uur die we gewend waren, was heel duidelijk merkbaar. De tijd vloog nog steeds voorbij, maar we hadden toch door dit extra half uur meer rust. Aan de muur van het BSO lokaal waarin we zaten, hing zo'n 60 minuten klok, een soort hele grote kookwekker. "Hoeveel tijd hebben we nog tot het tijd is" vroeg Esmee mij. "10 minuten". "Dan zet ik die klok op 10 minuten" zei ze. We tekenden nog even op het daar aanwezige uitwisbare bord. Het alarm van de klok deed ons opschrikken uit onze trance. Hoewel we dus een half uur langer hadden, was te merken dat we het eigenlijk nog steeds te kort vinden. Wij alle drie. Esmee ging nog even dit, en nog even dat.... Ik moest nog naar de wc.
De pleegzorgdame stond uiteindelijk al bij de deur naar buiten en riep naar ons "Komen jullie?".
Buiten deden we nog ons terugkerende ritueel, de betonnen paaltjes op en af springen, waarbij ik Esmee aan de hand neem ter ondersteuning, en zij van paal naar paal springt. De sprongen tel ik hardop mee. Van paal 15 naar 16 gaat niet in een keer want die staan meters uit elkaar. Esmee had weer een briljant idee: "Til mij naar de laatste paal"
. Dat deed ik, met een gierende Esmee in mijn armen. "Nog een keer" riep ze.
Bij de auto namen we afscheid van elkaar. Marien en ik liepen door naar het station. Ik nam van de gelegenheid gebruik om te proberen wat meer los te krijgen bij hem over de 'situatie'. Ik werd er iets wijzer van, maar het is en blijft een ongelooflijk verhaal, wat zich volgens mij meer in zijn hoofd afspeelt dan in de realiteit.