Aan M.
De nacht is als een raaf
de dag een donderslag
stervend in het duister
van jouw onvoltooide lach
Het licht ontneemt mij het zicht
maar toont mij jouw innerlijk oog
dat mij zwijgend in de boeien sloeg
telkens als ik tegen je loog
ach beroof mij niet van de hemel
verborgen in je zachte armen
waarin dansers zich verliezen
en arme zeelieden zich verwarmen
en de zwervende kat, de dichter
van de jankende poëzie
hij klauwt aan jouw gouden deurpost
verzonken in zijn jaloezie
mijn zoete vrouwe Justitia
mijn eenzaam bruinogig kind
de kraaien bespotten je schoonheid
maar de nacht is je gunstig gezind
het is zo eenvoudig van je te houden
maar zo onmogelijk om jou te zijn
je ogen zwijgen in alle tonen
en je lippen horen geen pijn
maar de nacht is als een raaf
en het duister kruipt over ons heen
eenzaamheid staat in wolken geschreven
en liefde gehouwen in steen.
Wolfe Tone, man, 39 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende