Terwijl het alfa mannetje me met extra wijde pupillen en trillende neusvleugels aankijkt, neem ik plaats in het territorium van hem en zijn bende; de wilde studenten. Een treinstel, vies, plakkerig, prullenbakken gevuld met aroma’s van ernergiedrank en koffie met veel te veel melk en suiker. Op de vloer is een grond offensief bezig tussen de gratis bladen, het heeft wat weg van landjepik. Wie het meeste gebied bedekt, wint. Het alfamannetje kijkt nu pijnlijk moeilijk in zijn boek. Wellicht heeft hij een zware nacht achter de rug, of heeft hij de verkeerde studie gekozen. Echt blij van de inhoud van het boek wordt hij in ieder gevaal totaal niet. De groep studenten lijkt me te accepteren en negeert me voor het grootste gedeelte van de rit. Af en toe een afgedwaalde blik van iemand die lager in de studentenhiërarchie staat, maar het alfamannetje keurt me geen blik meer waardig. Ook andere mensen kijken me af en toen eventjes aan. Ik zie er dan ook bijzonder netjes uit, vergeleken met de studenten, vergeleken met het omaatje tegen over me en helemaal vergeleken met die jongen aan de andere kant van het gangpad. Strakke, zwarte broek, leren schoentjes, bruin leren riem, strak gestreken zwart overhemd en een zilvergrijze colbert. En dat voor wat
kattenvoer .
De trein stuiterde in een onaangenaam ritme op een neer en van links naar rechts. Normaal zou ik hier vrij weinig problemen mee hebben, maar vandaag eventjes wel. Gister namelijk shoarma gegeten met lekker veel knoflooksaus en sambal. Gooi daar nog even een halve liter koffie bij en schudden maar. Het resultaat was dat ik bij elke hobbel, bocht of stoot flink moest aanspannen om niets te laten ontsnappen. De spanning in mijn buik werd steeds groter en groter. Toen we over een serie hobbels achter elkaar reden hield ik het echt niet meer. Ik zette een sprintje in naar de wc en was daar geen seconde te vroeg. Alsof er een sensor in mijn darmkanaal zit.
Eenmaal in Diemen moest ik op de bus wachten en zag ik dat mijn ‘angst’ toch een beetje werkelijkheid zou worden. Eigenlijk hoorde ik het vooral. Heel veel mensen die het niet nodig vinden om hier Nederlands te praten. Wat voor talen het wel waren, geen idee. Ik ben niet racistisch ingesteld, maar ik word er toch een beetje nerveus van. Dat geslinger met die handen terwijl men praat, die rare klanken en scherpe tonen. Bleh. Een heel andere slag, dat zeker. Zo kreeg ik het antwoord ‘Waar bemoeiiij jij je mee?!’ toen ik aan een man vroeg of het wel verstandig was dat naar zulke harde muziek luisterde. En ik maar denken dat buschauffeurs op de weg moesten letten, in plaats van naar 2 kwartjes te luisteren. Wel grappig dat er vervolgens een meisje –onder hevig gescheld- de bus uit gebonjourd werd omdat ze haar voeten niet op de grond wilde plaatsen. Ach, het maakt ook niet uit. Als de mensen waar ik vandaag mee moet werken maar niet zo zijn, dacht ik.
Eenmaal bij de Albert Heijn in Diemen werd ik ontvangen door een filiaalmanager die nergens van wist. Na even rondvragen bleek er wel een doos voor me te staan, waar mijn promotie materialen in zaten. Goed, dat is mooi. Grote stand voor Kips. Indrukwekkend. Nu maar even de voorraad bekijken dan. Éventjes spieken hoeveel ik weg moet werken. In het koelschap stonden nog zo’n 25 pakjes, maar achter kon ik verder niets vinden. Er werd in de computer gekeken waar die zooi moest staan, maar ook die kon niets vinden. Meneer en Mevrouw S. Limmerik vonden het niet nodig dat er extra werd ingekocht, ondanks de promo actie. Resultaat was dat ik om kwart voor 1 al door de voorraad heen was, terwijl ik tot 6 uur betaald krijg. De Albert Heijn zoals ik ‘m ken. Altijd achter de zaakjes aanlopen.
Cheers,
Joint.