Begrafenis
Ik huilde nauwelijks op haar begrafenis. Ik zat op de eerste rij naast mijn oudere zus en mijn nichtje van mijn leeftijd. Verder in diezelfde rij zat mijn grootvader in zijn aparte stoel, hij zat onderuit gezakt, zijn haren door elkaar, zag er zo moe uit. Hij huilde niet, daar was hij een te waardig man voor, maar de wanhoop was af te lezen in zijn ogen. Ik begreep het. Ik ben nooit de liefde van mijn leven verloren, maar ik word al ziek als ik eraan denk.
Op de achtergrond klonk Bachs orchestrale suite nummer 3 in D majeur, beter bekend als "Air on the G String", een werk dat ik nu niet meer kan en wil spelen. De kist was van een mooie, warme kleur hout, die bij haar persoonlijkheid paste. Op de kist lagen witte bloemen, ook een witte roos die ik daar zelf had gelegd - dat herinner ik me niet meer.
Tijdens de mis speelden een violiste en iemand met een middeleeuws instrument pentatonische stukjes. Van de woorden van de priester herinner ik me weinig. Ik keek vooral naar de kist. Het was onwerkelijk. Ik begreep het ook nog niet helemaal, dat kwam even later pas, toen ik alleen was en tijd had om erover na te denken. Iemand nooit meer kunnen zien. Een leegte die zo moeilijk op te vullen is. Ik was nog nooit iemand werkelijk kwijt geraakt.
Ik huilde dus niet, ik hield mij stevig, ik moest er zijn voor anderen. Mijn zus weende op mijn ene schouder, mijn nichtje op mijn andere, ik overhandigde hen zakdoeken en knuffels. We moesten voorlezen, ik herinner me nauwelijks wat - iets over een perron en vlinders.
De muziek die mijn vader met zijn broers, haar zonen, hadden geschreven en opgenomen speelde.
"Ze sloot haar leven toe
een prentenboek vol dromen..."
Ik ademde langzaam terwijl ik luisterde.
De rest is een waas van korte stukjes herinneringen. Mijn vader en ooms droegen de kist naar buiten. Waas. Buiten gooiden we bloemen op de kist. Meer waas. Mensen die ik niet kende die dingen kwamen zeggen tegen mij en mijn ouders. Waas, waas, waas. Op de één of andere manier belandde ik aan de koffietafel. We aten en praatten over van alles en nog wat. Ik speelde met mijn nichtjes en neefjes een spel - ik herinner me iets van de "heilige schoen" die je moest stelen, of iets dergelijks. De sfeer was veel lichter daar, er werd veel gelachen en gespeeld. Na de koffietafel vertrokken we naar huis.
Die nacht zat ik om 3 uur aan de keukentafel naar muziek te luisteren. Niemand was nog wakker, behalve ik. Toen zette ik mijn ellebogen voor me op tafel ik legde mijn hoofd op mijn handen, en huilde, huilde, huilde tot de morgen kwam. Het was niet eerlijk.
Ik heb haar nooit gezegd hoe graag ik haar zag.
Bijna 2 jaar geleden ondertussen, ik kan het nog steeds niet helemaal vatten.
Ik mis je zo...
Roveresu, vrouw, 31 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende