Ben jij de leukste thuis?

De landmeeuw strijkt neer bij een jongen. Hij ziet er moe uit.
"slecht geslapen? "
-geen antwoord-
"Heeft iedereen wel eens. Ik ben 's avonds moe en slaap eerst goed en wordt dan wakker da's mijn wereld dan. Lekker lezen en een beetje rondspoken."
-diepe zucht-
Landmeeuw legt even de vleugel op de arm van de jongen.
-Blijf van me af-
"Sorry even vergeten, je sterft voor een knuffel, maar wil er geen."
"Je wilt er niet over praten he?"
-t Helpt niets
"Dit helpt ook niet. Je zit hier tussen de pakken."
-Wat voor pakken?
"Je zit bij de pakken neer en dat helpt niets"
-Ik ben bijna dood
"Best wel te zien en toch heb je nog je hele leven voor je."
-Ik meen het
"Ik weet het want je bent depri en dat is geen lolletje. En toch heb je nog alles voor je. Je moest je toch eens samenpakken en gewoon doen wat je doen moet. Ga niet rotten. Probeer eens wat te lezen. Zoek eens hulp. Doe eens wat je vroeger deed."
-Wat deed ik vroeger?
"Schelpjes zoeken en daar was je blij mee. Kleine schelpjes en af en toe een haaientand. Of steentjes en die deed je in een doosje. Of je bewaarde kleinigheden en daar was je blij mee."
-Ik ben geen kind meer.
" Jawel je bent het mijne. Je hebt de helft van mij en ik dacht altijd het meest zonnige stukje. Je lol in de kleine dingen en je vertedering. Je bracht ook vaak kleine dingen bij mij en daar genoot ik ook van. dat gaf energie en dat ben je kwijt aan het raken. Een slecht lopende motor, die niet vooruit te branden is en daardoor nergens komt. Weet je er zit in je ook een zwerverswagen, altijd op pad en op zoek en nu ben je stilgevallen op een saaie weg."

-Val me niet lastig. Je denkt zeker dat je leuk bent. Jij bent simpel en veel te blij
"hahaha toevallig wel. De leukste thuis. De allerleukste.
-Hoe weet je dat?
"Als je iets niet zeker weet kun je andere dingen uitsluiten. Die niet en die niet en dan ben ik het."
-Mag ik dat ook zijn?
"Ga je gang."

Meeuw kijkt naar de jongen en legt de vleugel op de arm.
"Kind, je bent de leukste en dat ben je altijd geweest. Je hebt alleen een donkere periode. heus geloof meeuw. Het gaat voorbij."
De jongen trekt zijn arm niet terug. Hij kijkt in de verte en heeft een beetje zeewater in zijn oog.