Gedichtjes over gisteren
Twinkelende ogen
Twinkelende lichtjes,
verlichten de poorten
van de ziel.
Een glimlach,
die zoveel meer zegt,
dan de gesproken woorden.
Vragen,
waarop antwoorden,
zoveel meer zeggen,
dan de klanken,
die hij uit.
Slapers,
verdwenen,
in de meisjesogen,
van weleer.
Jonge vrouw,
verzonken in gedachten,
die als ballontjes,
bovendrijven komen.
Het Treinmeisje
Zachte kleuren,
geel, oranje en paars,
omzwachtelen de gedachten,
verzonken in de krant.
Terwijl warm rood,
de kou weert.
Zachte zwarte haren,
gebundeld bij elkaar,
passen wonderwel,
bij haar.
Groene voeten,
dragen haar weg,
uit de warmte naar beneden.
Vervlogen als een droom,
is het treinmeisje,
niet meer dan een herrinering.
Het Meisje van de trein
Toevallige compagnons,
onwetend van elkaar,
verzonken in gedachten,
terwijl de avond weg zakt.
Glijdend door het landschap,
als in een waas,
staat de tijd even stil.
Van de trap,
gedragen op groen,
lopen de verzonken gedachten,
naar de andere kant,
Voorbijgevlogen landschap,
is al, wat nu rest,
van de herrinering,
aan dat ogenblik.
Vraag zonder klank
2 ogen kijken in het donker,
2 lichtpuntjes heel dichtbij,
blikken die elkaar kruisen,
zinnen zonder klank.
Verbonden,
verbroken,
hernieuwd,
afgesproken ?
Haar blik verglijdt,
wanneer de trein verder rijdt,
koude keert weder,
die je wakker houdt.
Een ogenblik,
vergleden op de tijd.
Florisv, man, 46 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende