Liberatisme voor beginners
Libertarisme is gebaseerd op pure zelfbeschikking: slechts 1persoon mag over jouw lijf en over jouw leven beschikken en die persoon ben jezelf. Niemand mag jouw lichaam, geest of eigendommen gebruiken, zonder jouw expliciete toestemming. Ook mag niemand geweld tegen je gebruiken of daarmee dreigen om iets van je gedaan te krijgen.
Omdat je gelukkig niet alleen op de wereld bent, zul je dezelfde rechten van ieder ander ook moeten respecteren. Ook jij mag dus niet beginnen met het gebruiken van geweld tegen personen of eigendommen, of daarmee dreigen.
Als iemand jou geweld aan doet, of dreigt je eigendommen af te pakken, dan heb je volgens het libertarisme wel het recht jezelf of je spullen met geweld te verdedigen: je bent immers niet zelf begonnen. Wel moet dat geweld gepast zijn en gericht zijn op degene die de agressie begon. Zo mag je je buurjongen niet doodschieten als hij een bal door je raam trapt. Of je buurvrouw een pak slaag geven omdat je buurman dat bij jouw zoontje deed.
Het mooie aan zelfbeschikking is dat je ook volledig mag beschikken over het geld dat je met je inspanningen verdient: niemand mag jouw geld of spulletjes afpakken, of jou dwingen om je geld of eigendommen af te staan aan een ander als jij zelf geweldloos handelt. Verder mag eigenlijk alles.
Als je iemand niet mag dwingen, hoe krijg je dan iets van een ander gedaan?
Je zult dan op basis van wederzijdse vrijwilligheid een afspraak moeten maken. Zeg maar: een contract moeten afsluiten. Mensen zullen van nature pas spullen of diensten met elkaar ruilen als zij daar allebei voordeel bij hebben. Zo kun je bijvoorbeeld afspreken met een baas dat jij een gedeelte van je tijd aan hem ter beschikking stelt in ruil voor een salaris. Er komt pas een deal als beide partijen tevreden zijn. Als je echter een afspraak maakt, dien je deze ook na te komen.
Tot zo ver klinkt het allemaal heel redelijk en bekend: dit zijn immers de huisregels die binnen ieder normaal gezin gelden. Het bijzondere aan libertarisme is echter dat zij deze regels niet alleen van toepassing laat zijn op personen en gezinnen, maar op alle andere groepen in de samenleving.
Immers, als je zelf niet het recht hebt om anderen te dwingen iets te doen, kun je dat recht ook niet weggeven, bijvoorbeeld aan een groep. Zelfs als een bepaalde groep de beste ideeën van de wereld heeft en de meeste mensen binnen Nederland zijn het daarmee eens, dan nog heb jij het recht om NEE te zeggen tegen deze meerderheid.Ook die meerderheid dient namelijk het non-agressie principe te respecteren en kan dus geen dwang uitoefenen om iets van iemand gedaan te krijgen.
En daarmee komen we dan bij de grootste groep van Nederland. Een groep die vindt dat jij mee moet doen aan al hun plannen. Een groep die dreigt met geweld (en het desnoods uitvoert) om jou te dwingen mee te doen zonder dat jou, of je (voor)ouders überhaupt ooit om toestemming is gevraagd. Deze groep is er gewoon. We praten over de overheid.
Wat zou jij doen als jij een dag minister-president zou zijn?
Als je deze vraag op een verjaardag stelt, krijg je de meest fantastische antwoorden. De 1 wil hogere uitkeringen, de ander wil meer vakantiedagen. Een derde wil graag meer geld voor de kinderen en weer een ander zou graag een paar miljard willen hebben voor zijn slecht lopende bank.
Iedereen heeft eigenlijk wel een idee en zo zijn er ruim 16 miljoen ideeën in Nederland. Politieke partijen proberen die plannen te bundelen en zeggen tegen de mensen: "Stem op mij, want dan ga ik jouw idee uitvoeren." Tegelijkertijd lopen er ook weer allerlei organisaties rond die vinden dat ze te weinig geld hebben en aan die politici vertellen hoe goed het zou zijn als er meer geld naar hun projecten gaat.
Politiek is eigenlijk heel saai. Want het is niets meer dan een geldkwestie, of beter: het herverdelen van geld. Het komt er op neer dat niemand meer zijn eigen rekeningen wil betalen. Iedereen vindt dat de overheid dat maar moet doen.
De overheid bestaat natuurlijk niet uit vrijwilligers. Het zijn allemaal mensen zoals jij en ik die een salaris willen en achter een computer op een bureau moeten zitten in een groot, wit gebouw. Of ze moeten een mooi uniform aan en hebben een auto nodig met een zwaailicht er op. De overheid bestaat inmiddels uit bijna 1 miljoen mensen, ambtenaren.
Er moet dus niet alleen geld komen om die mooie plannetjes van alle mensen en organisaties uit te voeren, maar ook geld om die 1 miljoen ambtenaren te kunnen betalen. Maar de overheid heeft zelf helemaal geen geld. Ze heeft geen geld voor de mooie plannetjes en ze heeft geen geld voor de ambtenaren. Dat geld moet dus ergens vandaan komen.
Daar heeft de overheid een trucje voor: ze dwingen de mensen en bedrijven in Nederland een groot gedeelte van hun verdiende geld af te staan: belastingen. Mensen die voor een baas werken, merken daar weinig van: hun baas is verplicht om het verschil tussen bruto en netto salaris te betalen aan de belastingdienst. Werknemers zien slechts dat wat op hun bank wordt gestort en beseffen niet dat er vaak een soortgelijk bedrag naar de overheid gaat.
Van het geld dat je in de winkel uitgeeft, gaat zo’n 19% in de vorm van BTW richting overheid. Op je kassabon kun je lezen dat je iPad zonder belastingen eigenlijk 100 euro goedkoper is. En zo zitten er inmiddels aparte belastingen op bijna alles dat je kunt bedenken. Zelfs voor het plastic zakje om je boterhammen is een aparte belasting bedacht. Verplicht!
Alle kleine en grote bedragen bij elkaar opgeteld zijn de belastingen zo enorm hoog geworden, dat de mensen die oorspronkelijk wilden dat de overheid hun rekening betaalt, met het grootste gemak zelf hun eigen rekeningen zouden kunnen betalen als er géén belastingen zouden bestaan.
Zij krijgen nu wellicht een paar honderd euro voor kinderopvang, maar ondertussen betalen ze duizenden euros belasting voor andere mensen die meer bossen wilden hebben, of juist meer wegen. Of voor de ideeën van de overheid zelf, zoals oorlog in Afghanistan.
Maar bovenal betalen al deze mensen heel erg veel geld voor die één miljoen ambtenaren. Voor een systeem dat er voor zorgt dat iedereen geld lijkt te krijgen, maar dat in werkelijkheid vooral geld kost.
Soms staan de kranten en TV vol over bezuinigingen. De overheid dreigt dan minder rekeningen te gaan betalen. Dan gebeurt er precies het omgekeerde: mensen vinden dat andermans rekeningen best wel wat lager mogen, als ze toch maar vooral zelf wel hun geld krijgen. Het liefst met iets extra’s erbij. Dus gaan de belastingen omhoog.
Soms is het geld echt op en moet de overheid geld lenen. Zo heeft iedere Nederlander, dus ook jij, inmiddels een schuld van ruim 23.000 euro, zie de staatsschuldmeter. Een bedrag dat jij terug mag betalen, omdat iemand anders in Nederland wilde dat jij zijn rekening betaalde. Bedenk eens wat je met dat geld zou kunnen doen als je het in je portemonnee zou hebben?
Libertariërs vinden dat alle mensen hun eigen rekeningen moeten betalen. In de eerste plaats omdat het gemeen is anderen te dwingen jouw rekeningen te betalen, maar voor ook omdat dat de enige eerlijke methode is.
Als iedereen dit ook echt zou doen, zou daarmee het peperdure systeem van ambtenaren en overheid overbodig worden. Met het verdwijnen van de ambtenaren, verdwijnen ook de regeltjes (behalve het recht op zelfbeschikking en het daaruit voortvloeiende non-agressie principe en het eigendomsrecht) en zullen alle dingen veel soepeler en eerlijker verlopen. Mensen zullen meer geld verdienen en meer geld overhouden om leuke, of nuttige dingen mee te doen. Om zo hun eigen leven en dat van anderen aangenamer te maken.
Dit is in het kort het gehele libertarisme. En dit is tevens het moment waarop de meeste mensen in de stress schieten. Want een leven zonder overheid, dat kunnen de meeste mensen zich niet voorstellen!
Het is echter de overheid zelf die ons dagelijks inprent dat het hebben van een overheid zo belangrijk is. Omdat je dan naar school kunt. Omdat er dan veel geld gaat naar ontwikkelingslanden. Omdat het een chaos zou worden als iedereen zomaar zelf gaat bepalen wat goed voor ze is. Omdat er niemand zou zijn die dat soort basisbehoeften voor je zou regelen.
Het zijn allemaal leugens. De eenvoudige waarheid is echter dat we de overheid kunnen missen als kiespijn en alles zelf veel beter kunnen. Mensen zijn sociale wezens. Ze zijn gek op elkaar en zoeken daarom contact met elkaar. En ze zullen zorgen voor elkaar.
Je ziet dat ook gebeuren als er ergens een ramp gebeurt en de overheid even niet haar werk kan doen. Na een aardbeving zie je mensen graven in ingestorte woningen om wildvreemde mensen te redden. Pas na vele uren of dagen komen de eerste officiële reddingsteams. Maar de meeste mensen zijn dan al gered door hun medemens. Zonder dat ze daar geld voor vragen. Het zit in de aard van ons mensen. Natuurlijk zijn er ook slechte mensen. Die bijvoorbeeld gaan plunderen als er zich zo’n ramp voltrekt. De slachtoffers zouden beschermd moeten worden door de overheid. Maar die grijpt niet in, of is niet capabel genoeg om in te grijpen in dergelijke situaties: When seconds count, the police is only minutes away. Als mensen echter zelf hun eigendommen mogen beschermen, zullen de plunderingen veel minder zijn.
Toch, als een libertariër vertelt dat we prima zonder overheid kunnen, komt er als eerste tegenwerping dat er zonder overheid niemand meer is die zich om de armen bekommert. Dat de rijken steeds rijker zouden worden en de armen steeds armer. Of dat het een chaos zou worden. Al deze vooroordelen zijn drogredenen: ze zijn gewoon niet waar. Dit soort reacties zijn op angst gebaseerd. Op angst voor het onbekende.
In een libertarische samenleving gaat iedereen er op vooruit. Rijk, maar zeker ook arm. En het wordt geen chaos, omdat mensen vrijwillig afspraken met elkaar zullen maken. En dat is een stevige basis voor vrede en voorspoed.
Frankevrij, man, 61 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende