De hele week lieten mama en papa niets weten over mijn broer tot ik donderdag thuis kwam. Mama was een uur vroeger thuis dan ik gedacht had en ik vroeg hoe dit kwam. Ze vertelde dat ze die dag thuisgebleven was en dus niet gaan werken was, dat ze de hele dag al niets anders gedaan had dan rondgereden voor mijn broer. Oké, ik had dus veel gemist. Dinsdag had mijn broer een (tweede) zelfmoordpoging ondernomen. Hij had de slaappillen van mama genomen, de hele doos leeggemaakt en ‘een hand vol’ pillen ingenomen. De bedoeling was eerst in coma gaan en erna doodgaan, zei mijn broer. Maar het was mislukt.
Maandag was mijn broer naar papa gegaan, hij had er papa geholpen met enkele klusjes. Hij overnachtte er. ’s Nachts was hij blijkbaar opgestaan maar deed hij bizar. Hij wou melk drinken maar het liep gewoon uit zijn mond, hij had geen controle meer over zijn spieren. De volgende morgen kregen papa en zijn vrouw hem niet wakker. Ze riepen heel luid op hem, schudden aan hem..Ze probeerden alles maar hij gaf geen kick. Achteraf zei papa dat hij misschien naïef is geweest door niet verder te denken.. Toen mama hiervan hoorde wist ze direct hoe laat het was. Ze besefte toen plots ook waarom haar doos weg was (ze had er haar geen zorgen in gemaakt toen ze de doos niet vond). Direct zijn mama en papa naar spoed gereden, ze hadden mijn broer de hele weg proberen wakker te houden maar dit lukte amper. Na meer dan 24u had mijn broer zijn roes eindelijk uitgeslapen. Het enige wat hij zei is dat hij dood wou. Hij bleef dit herhalen tegen mama. Ze werd wanhopig vertelde ze donderdag.
Mama en ik hebben er donderdag wat proberen over te praten maar dit was moeilijk want mijn kleine zus van twaalf liep rond in ons huis en we willen haar de details besparen. Ze weet dat het met haar broer niet goed gaat maar dat is alles. We willen niet dat ze zich zorgen maakt.
Mama was verdrietig/boos/.. het begon opnieuw, alle problemen, en ze weet niet meer of het ooit iets zal uithalen. We hebben al zoveel geprobeerd maar hij takelt af. Mama zou me iets vertellen ‘waar ik niet mag van verschieten’. Ze vertelde dat ze met haar zus over ethanasie gepraat heeft. Voor mijn broer. Mijn tante begreep zelfs waarom mama hierover begon en ik..ik had het voelen aankomen. Het was geen verrassing. Ik ben ook wanhopig, wat kunnen we nog doen voor mijn broer? Mama durfde er niet over praten met mijn broer; hoe zou hij reageren? Zou hij me niet meer vertrouwen? Zou hij er iets achter proberen te zoeken? Wat zal hij denken? Zal hij denken dat ik ook in ‘het complot’ zit? …
Uiteindelijk had ze het er toch over gehad met hem. Ze floepte het eruit en vroeg; “Heb je al aan euthanasie gedacht?” Mijn broer zei dat hij daar nog nooit aan gedacht had. Mama benadrukte wel dat dit het laatste is dat ze zou willen maar dat ze gewoon niet wil dat hij zelfmoord pleegt en dat we hem ooit vinden.. Ze vindt dat hij ons dat niet mag aandoen; plots verdwijnen of hem vinden.
Ik blijf bang zijn voor de dag dat we hem toch vinden..
Ik troostte mama, tuurlijk is dit het allerlaatste wat je je kind aan wil doen. Tuurlijk wil je dat je kind leeft, maar wat heeft hij van kwaliteit in zijn leven? Het moet toch verschrikkelijk zijn om zo te leven? In doodsangsten, bang dat iemand je gaat vermoorden, bang dat ze je zoeken, bang voor alles en iedereen…
Als mama over euthanasie begint, dan moet ze al héél wanhopig zijn.
Vrijdag ging ik naar papa, we gingen samen tiramisu maken. Hij lust dit graag en had dit gezegd en ik kan dit maken dus hadden we een ‘date’. Ik moet zeggen; het was leuk. (Voor het eerst in jaren kan ik echt zeggen dat het ‘leuk’ was). Zonder mijn broer, gewoon even in het zonnetje zitten en dan samen eten klaarmaken. Gewoon gezellig. ’s Avonds zijn ik en papa nog naar hem geweest in het ziekenhuis. Mijn broer was suf, zat volledig onder de pillen.. Het enige dat hij doet is veel eten en slapen, voor de rest speelt hij spelletjes, kijkt hij naar filmpjes en voedt hij zijn angstgevoelens.
Papa was er niet goed van; mijn broer zag er dan ook slécht uit.
De volgende dag ging ik met mama mee naar mijn broer. Hij was minder suf maar sprak nog steeds wartaal en had , zoals elke dag, achtervolgingswaanzin. Hij verweet mama dat ze in de val trapt want dat bepaalde mensen waarmee ze omgaat mijn broer ‘kapot willen maken en vermoorden’, dat niemand hem wil helpen, dat iedereen doet alsof, dat hij niemand vertrouwd… Mama was natuurlijk achterna aangedaan van een wederom zwaar halfuurtje bij hem. Mijn broer zei dat hij daar weg wou en dat hij terug naar zijn appartement zou gaan wonen. Natuurlijk is er daar geen sprake van!
Vandaag waren ik en mama in de tuin aan het werken, in de zon. Op ons gemak en af en toe zaten we eventjes gewoon in onze luie zetel. Het was eigenlijk best gezellig onder ons twee. Daarna besloten we nog even naar vrienden te gaan van mama, die ik ook goed ken. Ze wonen niet ver dus gingen we te voet. We waren er tien minuten tot..mijn broer daar plots stond. We schrokken ons dood! Wat doet hij hier? Weten ze in het ziekenhuis dat je weg bent? Oma ging net op bezoek komen, ze gaat je niet vinden! Ik belde direct naar oma om dat te zeggen en inderdaad, ze waren aan het zoeken naar hem.
Mijn broer gaf de hele tijd commentaar op alles wat mama haar vrienden zeiden. Bijvoorbeeld; ‘je moet niet alles geloven wat ze zeggen’. Ze zeiden: ‘we schrikken ons door’, waarop hij antwoordde: ‘ja, dat zou je wel willen hé’. Hij vindt deze mensen een ‘maffiafamilie die hem kapot willen maken’.
De avond was dus om zeep. Direct brachten we mijn broer terug naar het ziekenhuis, ondanks dat hij zei dat hij dat niet wou. Maar hij verzette zich niet echt. De verpleging besloot uiteindelijk om hem die nacht in de isoleercel te steken, omdat ze hem niet meer kunnen vertrouwen. Vanaf morgen kijken ze verder voor een doorverwijzing en waarschijnlijk voor een collocatie. Hiermee zijn we terug rond met een jaar geleden; toen werd er ook voor een collocatie gekeken. Maar met een collocatie kan je niet overal terecht en dus weten we al naar welk ziekenhuis hij dan moet, maar het probleem is dat hij daar slechter werd door geconfronteerd te worden met zwaar gehandicapten. Al kan je van mijn broer ook iets zeggen; hij is zwaar ziek. Mama wil niet dat hij naar daar gaat en doordat mama wanhopig is, zei ze dat alleen het beste goed genoeg is en dat het dus niet uitmaakt waar het ziekenhuis ligt. De verpleegster kon alleen niet zeggen of we met een collocatie naar een ander district kunnen. Mama is wanhopig, maar de verpleegster gaf een opname aan de andere kant van het land weinig kans.
Die opname ver van huis zou ook voor mama rust betekenen; mijn broer kan dan niet onverwacht thuis staan. Maar ook voor mijn broer zou het goed zijn; een nieuwe omgeving met andere mensen. Nu linkt hij de verschillende ziekenhuizen aan elkaar en maakt hij connecties tussen dingen die er niet zijn, dat maakt hem nog meer achterdochtig.
Midden in de nacht kom ik dan uiteindelijk toe op mijn kot; straks om 7u15 opstaan. Mijn voornemen om deze week goed te leren en veel te slapen is alweer goed begonnen.