“Oh kijk, hij is niet stuk, je moet hem alleen maar opwinden,” zegt mijn zusje enthousiast waarna de melodie van een oud sieradenkistje onze woonkamer vult en even is iedereen het zwijgen oplegt.
Ik voel hoe de melodie zich langzaam om me heen wikkelt, een warme deken die me afscheid van de rest van de wereld en me mee terug neemt naar het verleden. Een verleden die alleen in mijn eigen fantasie bestaat. Ik zie mijn – al enige tijd overleden – oma al voor me met dit sieradendoosje in haar handen, gekregen van mijn opa. Gevoelens van rust gaan door me heen.
De melodie is terug te vinden in mijn hele lichaam. Mijn hart klopt mee op het ritme, mijn mond vormt zich langzaam in een glimlach, mijn voet beweegt op en neer, niet in staat alleen achter te blijven, en achter mijn ogen branden tranen.
De melodie zit vol liefde en warmte, maar tegelijkertijd is het ook doordrenkt met een vaag gevoel van verdriet en eenzaamheid. Gevoelens waar ik me op het moment maar al te veel in herken.
Als de melodie langzaam weg sterft, blijft hij nog geruime tijd in mijn hoofd hangen, samen met de fantasieën over het verleden, die hij oproept. Fantasieën, vermengd met herinneringen aan mijn oma.