Myrim in 50 lijnen...opdracht
Voetje voor voetje schuifel ik naar de massieve poort en zet hem op een kier. Mijn hart klopt met de snelheid van de Thalys in mijn keel, voor het eerst mag ik gluren naar die grote wereld daarbuiten. In gedachten zwerf ik al door de straten gevuld met schreeuwerige reclames en de zoemende drukte van de andere mensen. Zij hebben al wel mogen proeven van de ‘volwassen’ wereld. Een beetje angst sluipt bij me naar binnen, maar mijn honger naar informatie en beruchte nieuwsgierigheid winnen het van me. Schijnbaar zelfzeker duw ik de deur volledig open en geniet van het binnenvallende licht. Perplex en nerveus blijf ik staan, toch nog niet helemaal overtuigd of ik de grote sprong aandurf of niet. Hoe hard ik er ook op was voorbereid door mijn familie, ik sta aan de grond genageld nu ik werkelijk de stap heb gezet. Nu is het moment gekomen, ik moet verder. En dat zal ik ook doen, met vallen en opstaan. Even kijk ik achterom, zoekend naar bevestiging. Denken ze echt wel dat ik er nu aan toe ben? Met de ogen dichtgeknepen en ingehouden adem waag ik een klein stapje. Niks gebeurt. Opgelucht heradem ik, loop een eindje verder de straat in die me zo aantrekt. Eenmaal daar valt het me wat tegen: het is niet geheel wat ik verwachtte. De vrolijke begroetingen die ik met veel plezier uitdeel, worden bijna niet beantwoord. Teleurgesteld slenter ik verder en heb de neiging terug naar mijn warme nest te vluchten, wat ik iets later dan ook toe, wanneer mijn verdriet te groot is. Dagenlang zit ik te kniezen en huil mijn ogen eruit, omdat ik mezelf heel zielig vind. Waar heb ik dit onrecht immers aan verdiend? Tot mijn grote ongenoegen moet ik ook mijn moeder nog eens gelijk geven, die me had gewaarschuwd voor dergelijke tegenslagen. Wanneer ze in mijn kamer staat en een vurige rede afsteekt, zijn er een hoop dingen die me duidelijk worden. Het heeft geen zin te blijven treuren en me op te sluiten in een hokje. Ik moet eruit, vrolijk zijn en niet al teveel ongegronde kritiek van anderen serieus nemen. Vol goede moed trek ik er weer op uit, met een flauwe glimlach op mijn gezicht, niet helemaal overtuigd van mijn eigen persoonlijkheid. Deze keer lijkt de weg meer uitnodigend, kalmer. Mijn spieren staan uiterst gespannen, maar in mijn buik kriebelt het aangenaam. Eenmaal in de frisse lucht, kijk ik mijn ogen uit, blijf wel bescheiden verstopt tussen de massa. Eigenlijk geniet ik ervan mensen te kunnen observeren, hoewel het minstens even aangenaam is bekeken te worden, met name op podia…De ogen die dan enkele uren op je gericht worden, houden je vast. Je wil dat ze op het juiste moment zich verbazen, niet willen kijken of net op het puntje van hun stoel gaan zitten van spanning. De climax bouwt zich langzaam op en eindigt met een daverend applaus, dat de adrenaline door mijn hele lichaam jaagt. Van zoiets gaan mijn vingertoppen tintelen en krijg ik zin om over de hele wereld te schreeuwen dat ik vrolijk ben. Verlegen als ik daarvoor ben, word zingen als betere optie genomen. Zo hoef ik mijn blijheid niet uitsluitend voor mezelf te houden en kan er anderen van laten meegenieten. Dat doe ik ook via mijn pennenvruchten: wekelijks zijn er nieuwe schrijfsels van mijn hand te vinden op diverse plaatsen. Mijn grote droom is om ze ooit in een bibliotheek te vinden.
Vanuit de bibliotheek word ik meegevoerd door een grote stroom van mensen, gelokt door de media. Ze voert me mee naar een mij onbekende plaats, waar ik meteen uitbundig begroet wordt door een hoop mensen. Al snel merk ik dat we een hoop gemeen hebben met elkaar. Want net als ik vertoeven ook zij graag in een wereld vol elfen, dwergen, gnomen en onherbergzame gebieden, een wereld van fantasie. Eens per maand zak ik af naar die al lang niet meer onbekende plaats, om allerlei redenen: een gezellige babbel, een viering, een filmpje meepikken, je noemt het maar! Tijdens zo’n ontmoeting worden een hoop foto’s aan elkaar getoond, van familie of van verre reizen…Veelal welt er bij mij dan het verlangen op een reis te boeken naar een ander Europees land, een reis gevuld met verhalen over de vroegere goden en de gewoontes van dat land. Als ik dan na zo’n reis in mijn eigen, warme bed lig na alle cadeautjes te hebben uitgedeeld, popel ik om de volgende dag te kletsen met mijn vrienden en een besef dringt tot me door: ik heb echt een luizenleventje en heb het werkelijk getroffen met een vriendenkring en familie als de mijne!
Myrim, vrouw, 38 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende