Nog een verslag ingeleverd. Zuchtend plofte ik weer achter mijn bureau neer. Half 3 nog maar. Ik besloot nog even wat lol te hebben. Sinds de lift durft Sander niet meer in mijn buurt te komen. Ik fatsoeneerde mijn vuurrode lippenstift en mijn haar. Zo sierlijk mogelijk stond ik op en liep richting Sander, een paar bureau's achter mij. Al mijn collega's keken mij met open mond na, terwijl mijn heupen wiegend langskwamen. Ze mogen me dan gewend zijn, maar dat betekent niet dat ze me niet leuk vinden. Sander deed alsof hij druk bezig was. Maar toen ik mijn haren losgooide kon hij niks anders dan staren. Ik ging op het hoekje van zijn bureau zitten en sloeg mijn benen over elkaar.
'Hoi, Sander.' Fluisterde ik. Het hele kantoor zweeg.
Hij antwoordde me niet. De arme schat. Durft geen vrouw meer aan te kijken na mij.
'Heb je vanavond iets te doen?''
Achter mij luidde een schreeuw. Ik zuchtte opnieuw en stond op. In de deuropening van zijn kantoor stond mijn baas, ziedend. Wild gebaarde hij dat ik moest komen.
'Woef.'
Zijn ogen schoten vuur toen ik zijn kantoor binnen liep. Hij gooide het verslag voor mijn voeten.
'Dit is alweer het verkeerde verslag!' Gilde hij bijna. Ik keek hem arrogant aan. Weer hetzelfde liedje.
'Waarom schrijf je iets op wat ik niet heb gezegd!?' Hij had mijn agenda in zijn hand. Vuile dief.
'Dat is toch echt jouw handschrift.' Zeg ik droogjes. Nog een schreeuw ontsnapte hem en hij plofte weer achter zijn bureau neer.
Met een ondeugende blik ging ik voor hem op het bureau zitten. Mijn voet gleed langzaam langs zijn been naar boven. Ik liet hem op zijn knie rusten. Zijn ogen gingen langs mijn kousen tot aan mijn rode, kanten hipster. Ik opende wat knoopjes van mijn blouse en leunde voorover. Ik greep hem bij zijn stropdas en trok hem steeds dichterbij. Zijn ogen sloten en zijn lippen gingen vooruit. Niemand kan mij weerstaan.
Onze neuzen raakten elkaar en vlak voordat zijn lippen bij die van mij waren, fluisterde ik:
'I quit.'
Met mijn voet op zijn borst duwde ik hem hard achteruit. Zonder me ook maar te fatsoeneren liep ik het kantoor uit, hem achterlatend met een stijve.