Pandemonium [fictie]
niet af... Het verhaal is ook slecht, maar toch maar even kijken wat voor reacties er op komen
3...2...1... Pandemonium
Ik wist waar ik de mijne had neergelegd. De druk was immens. Ik had onderhand toch wel een redelijk stuk afgelegd tussen de tas en mezelf maar toch werd ik plat op de grond gegooid. Lucht! Ik kreeg geen lucht! Alles was uit mijn longen verdwenen! Volkomen paniek. Nee, rustig. Hier hebben ze je over verteld! De klap van de explosie slaat alle lucht uit je. Het gaat al beter. Oke, de paniek ebt weg. Waar ben ik ook al weer? Wat moet ik doen? Ik hoor niks. Wel. Een piep. Nu! Nu moet ik doorzetten. Ik probeer van liggen naar op handen en knieen te gaan. De tweede poging heeft succes. Ik kijk naast me. Daar ligt een fietser. Slag in het wiel, zijn buik bloed wel. Dat zie ik. Ik wist dat ik het ging zien. Maar zoveel! Alles is nog wazig. Overeind moet ik! Door, ik ben nog niet klaar! Ik voel hoe twee huizenblokken van me vandaan weer een gigantische knal. Niemand kreeg verteld wat er allemaal ging gebeuren. Anders zou het een domino effect zijn als er iets werd ontdekt. Waarschijnlijk het oude politiebureau. De klootzakken. Omhoog! Opstaan! Mijn schoen begint grip te krijgen en ik ga half vallend half rennend vooruit in een poging overeind te komen. Even heb ik het gevoel dat ik het niet haal en dat ik weer op de grond terecht kom, maar dan herstel ik al zwaaiend mn evenwicht. Maar wacht, daar waar ik vandaan kwam was het rood! Dat betekent dat... Vast van iemand anders. Je zag hoe die kapitalist naast je bloede. En verdiend. Langzaam beginnen mijn zintuigen weer te werken. Het geluid. Het gegil. Ik kijk naar het einde van de straat, daar zie ik mensen rennen. Ik ga er voor, ik ben er klaar voor. Langzaam, stap voor stap mijn evenwicht nog zoekend begin ik vooruit te komen. Kut, val weer bijna! Ik zie dat er iets onder mijn voet ligt. Wat is het? Een been, een arm, een romp? Veel valt er niet meer aan te herkennen, alleen een blauw stuk stof dat nog een klein deel er van bedenkt. De straat, mijn god de straat. Mijn knieen beginnen te knikken. Dit heb ik gedaan. De macht, de wreedheid, het is als een film. Ik voel me niet aanwezig. Ik kijk nog eens goed. Voor me uit. Ik durf het niet, achter me te kijken. Ik heb ze geteld, zeker 28 mensen tussen mij en de bom. En dan nog 37 daar binnen! Voor me liggen er een tiental mensen op de grond, een paar bewegen helemaal niet meer, 8? 9? Het maakt niet uit, ik loop al voorbij ze. Hoe verder ik loop hoe meer mensen ik zie bewegen en opstaan. Proberen te vluchten. Zich afvragen waar ze zijn, wat er is gebeurd. Voor me uit, op ongeveer 30 meter afstand is het kruispunt. Daar moet ik linksaf, de metro in en mr.72 ontmoeten. Ik ben meneer 11. Ik vind het een mooi getal. Een volmaakt getal. Ik voel me er wel prettig bij, het is een getal van kracht. Tussen het kruispunt en mij nu zijn nog 5 mensen, een vrouw pakt een jongetje vast. Hij schreeuwt en huilt. Op de een of andere manier klopt de manier waarop zijn arm gedraaid is niet helemaal... Een jaar of...? Ik zie dat soort dingen nooit. Maar zijn jasje verteld me dat hij op de bassisschool zit, 'Bouw-akker school' zegt het embleem. De andere drie zijn duidelijk bij bewustzijn maar te verdwaast om te vluchten. Ik probeer er eentje te schoppen terwijl ik langs hem loop, struikel weer bijna en loop vloekend binnensmond verder. Ik haat hem... Nog 15m, de chaos begint. Ik voel het evenwicht terugkomen maar ik besef dat als ik mezelf zo in de massa zou storten ik alle kanten op zou worden gegooid. Het geluid dat nu aanzwelt is enigzins ziekmakend, ver weg gaan nog steeds explosies af en overal rennen mensen over straat gillen in het wilde weg. Een klein meisje, nu niet meer dan een kleuter wordt uit de massa gedrukt, deze straat in. Ik zie iemand langs me heen rennen. Waarschijnlijk naar de gewonden toe, die achter me liggen. Het meisje huilt, ze heeft een pop in haar hand. Een barbie, hoe kan het ook anders. Ik had een hekel aan alles in deze samenleving, maar op de een of andere manier verafschuwde ik die pop nog meer. Nu, nu komt het gevoel van genoegdoening. Toch? Het zal het moment wel zijn. Ik voel me misselijk. Angstig. Ik geef het toe, ik ben doodsbenauwd. Het meisje loopt nu mijn kant op. "Mama, waar is mama!?". Fuuuck! Dit wil ik niet! dit kan ik niet gebruiken! Maar hoe, ik kan haar toch onmogelijk de straat achter mijn in laten lopen. Nee, dat mag niet, wat ik heb gezien... Dat was al te ranzig, en hoe verder je komt hoe erger het wordt. Nee, ik kan dit niet toelaten. Ik ren naar het meisje toe. "Kom, we gaan samen je mama zoeken, hier is ze niet!" zeg ik tegen haar. Ze kijkt me geschokt aan maar begrijpt echt niet wat ik bedoel. Ik zie het in haar ogen. Nee, dit is verkeerd. Ze zou dit niet hoeven zien. Het is tegen de regering, het kapitalisme; ze is te jong! Fuck fuck fuck fuck! Wat nu!? Ik pak haar bij haar arm en sleur haar de menigte in, terwijl ik in mijn binnenzak graai naar het enige dat me nu nog kan helpen in deze situatie. Shit! Is hij weg? Nee! Onmogelijk, wacht daar. Mijn zak moet gescheurd zijn in de val. Ik haal de mac10 uit mijn zak. Al twee keer mee geschoten, vrijwel alles mis. Toch was dit het wapen voor mij zeiden ze. Eén extra clip. Totaal 64 kogels. Dus 64 doden wellicht. Met een arm in mijn ene en het wapen in mijn andere hand duw ik mezelf de massa in, om me heen richtend met eerst de arm, tot ik besef dat het mijn verkeerde arm is. Ik duw mijn mac in de lucht en schiet 1 keer. Een salvo gaat af. De arm verstijft en ik voel de druk van de massa waarin ik me begaf afnemen. Hoeveel kogels zal ik hebben geschoten? 2, 10? We moeten hier weg, naar links, naar beneden. Ik zie het toegangsbordje staan. Voordat ik mijn eerste stap kan zetten krijg ik een ongelooflijke klap van achter, ik draai me om al voorover duikelend en duw het wapen in het gezicht van waar de klap vandaan komt. De loopt braakt een aantal lichtflitsen samengaand met een hels kabaal. Even zag ik het gezicht, ik herken dat gezicht. Dat is hetzelfde gezicht als dat van het kleine meisje. Het volgende moment is het weg. De vorm van de schedel is volkomen verdwenen. Ik merk dat ik op de grond lig. Mijn belager recht haar rug en even lijkt ze op 'de houding'. De arrogante zelfingenomen houding die elk persoon in deze stad scheint te hebben. Ik heb zo'n hekel aan die houding. Haar hoog uitgesneden decoleté is rood en nat. Ik zie ter hoogte van haar middel dat het ooit eens wit had moeten zijn. Langzaam, alof ze heel diep nadenkt en even achter haar oren moet krabben verdwijnt haar arm eerst naar boven waarna de hand langzaam verdwijnt achter haar hoofd. Dan stort ze voorover, naast mij neer. Ik kijk recht in een gapend gat aan de achterkant van haar hoofd. Er mist een groot deel van de hersens, en ik zie dat haar hand ongeveer 4 cm dieper steekt dan waar hij normaal had kunnen komen. Het meisje, het meisje is dood! Nee! dat kan niet! Ik kijk naar rechts en zie het meisje. Ze trilt. Nee, ze mag niet trillen. Ik sta op en schud haar door elkaar. "Houd godverdomme NU op met trillen anders gebeurt dat ook met jou ja!? Dan ga je ook naar mama!". Heel zwak, net verstaanbaar boven de gillende menigte hoor ik haar schril piepende stem. "Mama?". Fuck nee! Ik trek haar mee, om me heen rennen mensen, van me weg langs me heen. Dit gaat me niet nog een keer gebeuren. Een zwarte man van een jaar of 45, met beginnend grijs haar komt helemaal van de kaart, volkomen doelloos op me afgerent. Ik richt mijn handmitraileur in zijn gezicht. Hij glijd onderuit en schuift tegen mijn scheen aan. "Als je nog een keer bij me in de buurt komt krijg je alles wat ik hier in heb zitten...". De doodsangst is op zijn gezicht te lezen. Zonder me nog met hem te bemoeien ren ik richting de metro. Dit kost teveel tijd! Veels te veel! Het meisje sleep ik zowat mee over de grond merk ik. Ik kijk om en kijk. Haar knieen liggen open, nouja, haar hele benen. Ik zie dat ik haar de afgelopen 10 meter over de grond heb geschraapt. Ik laat haar los en kijk naar mijn hand. Nu pas zie ik dat ik zelf ook gewond ben. Het vel is er redelijk van afgeschraapt, ik zie kleine kiezeltjes en zand in de wond zitten. Fuck! Ik voel niks, maar dat moet de adrenaline zijn. Midden op straat controleer ik of ik nog meer verwondingen heb. Uit mijn bovenbeen steekt een stuk hout. Oppeens heriner ik me dat ik dat ook zag toen ik opstond, vlak na de ontploffing. Hoevaak ben ik nou al gevallen? En hoevaak heb ik die spies er nou al in geramd daardoor? Oppeens heriner ik me dat ik dat ook zag toen ik opstond, vlak na de ontploffing. Om me heen wordt het geluid zachter. Ik voel dat er meer rust komt op straat. Ik kijk om me heen en zie dat de mensen nu ook vluchten voor mij. Waarom? Ik ben toch geen monster? Ooit zullen jullie me accepteren, jullie accepteren me niet voor wie ik ben. Dat is waarom ik dit doe! Begrijpen jullie dat dan niet, klootzakken? Even richt ik mijn mac op de mensen aan het einde van de straat. Nee, dat raak ik nooit. Ik kijk weer naar het stuk hout en pak het vast. Ik probeer te trekken maar er komt geen beweging in. Het zit vast, muurvast. Dat stuk moet zeker tot op mijn bot zitten, of verder! Zou dat kunnen? Dat hout een bot doorboord?
Theboogiem, man, 36 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende