Speech van Heleen van Royen - wat een vrouw!
Den Haag, zondag 22 november 2009
Geachte aanwezigen,
Waarschijnlijk zou ik op dit moment moeten zeggen dat ik vereerd ben om hier te mogen staan.
Het zou me ongetwijfeld sieren als ik hieraan zou toevoegen dat ik niet alleen vereerd, maar ook dankbaar ben dat de Stichting Louis Couperus Museum me heeft uitgenodigd om de expositie “Drie fatale vrouwen Anna, Emma en Eline” te openen.
Ben ik vereerd, dames en heren? Ja en nee. Dankbaar? Hoezeer het me ook spijt, ik kan het op dit moment niet uit volle mond beamen, maar kom hier later op terug.
Eerst iets anders. Wellicht bevinden zich in dit gezelschap een of meerdere literatuurliefhebbers die zich afvragen of ik voordat ik dit museum betrad, ooit een letter van Louis Couperus heb gelezen. Laat ik het op de man af vragen. Wie van u denkt dat ik het complete oeuvre van wijlen mijn collega Couperus tot me heb genomen? Steek even uw hand op.
En wie van u denkt dat ik op zijn minst het meest bekende werk van Louis heb verslonden, ik bedoel uiteraard zijn evergreen Eline Vere?
Degenen onder u die hun hand wijselijk in hun zak hebben laten zitten, hebben gelijk. Ik heb Couperus niet gelezen, zelfs Eline Vere niet. Ik heb daar geen enkel excuus voor, noch vertoon ik enig spoor van berouw.
Voor de goede orde: natuurlijk is het door me heen geschoten om het voor deze gelegenheid alsnog te doen. De uitnodiging heeft me er zelfs toe bewogen om mijn persoonlijke assistent te vragen zich met gezwinde spoed naar de boekhandel te begeven om een exemplaar van zijn klassieke roman over een jonge vrouw die worstelt met het leven aan te schaffen, een taak die zij direct en vol toewijding heeft volbracht, maar toen ik de lijvige pocket eenmaal in handen had, zuchtte ik diep en dacht: neen.
Wat een hypocriet zou ik zijn om nu ineens aan Couperus te beginnen, de beste man is al 86 jaar dood en tot nu toe heb ik hem geen seconde gemist. Daarenboven: de heer Couperus heeft ook nog nooit een letter van mij gelezen en laten we eerlijk zijn: dat heeft hem gedurende zijn literaire carrière geen strobreed in de weg gelegd.
Terug naar het begin. Om heel eerlijk te zijn ben ik eerder een tikje beledigd dan vereerd. Laat dat tikje bij nadere beschouwing maar weg, ik ben tot op het bot beledigd, als ik me deze literaire overdrijving mag permitteren. Boos ben ik, woedend, zeg maar gerust: zwaar ontstemd.
U proeft het al, woorden schieten te kort om mijn huidige gemoedstoestand te omschrijven. Dit gebeurt me wel vaker als ik aan het werk ben, in dergelijke gevallen biedt www.synoniemen.net mij doorgaans de helpende hand. Als u precies wilt weten hoe ik mij voel, dan is dat aangebrand, gebelgd, gekwetst, gepikeerd, geraakt én verbolgen. Het is dat ik mijn emoties doorgaans redelijk in bedwang heb, maar het liefst zou ik hier zwaar schuimbekkend voor u staan te fulmineren, ware het niet dat dat ongepast zou zijn.
Misschien ben ik u op dit punt van mijn verhaal enige uitleg verschuldigd. Graag vertel ik u waarom het voelt alsof Louis Couperus himself mij tot in diepst van mijn ziel heeft gekrenkt, alsof hij een mes in mijn hart heeft gestoken en dat niet één, maar zeker twee tot drie keer heeft omgedraaid, mij bloedend en voor dood achterlatend.
Dat komt door een zinnetje.
Eén zinnetje uit de uitnodigende brief die mijn persoonlijke assistent over deze tentoonstelling ontving. Een brief die ik haastig las, te haastig misschien. Mijn ogen vlogen naar de woorden Couperus, Museum, expositie openen, en ik was verkocht. Ik was gelijk om, ik was dermate vereerd en dankbaar dat mij werd gevraagd een zo prestigieuze tentoonstelling op een bijkans heilige plek te openen, dat ik geen seconde aarzelde. Direct en volmondig schreeuwde ik het uit: ja, ik wil!
Eén zinnetje zag ik in mijn ijdele enthousiasme over het hoofd. Gif speelt in deze expositie een rol, het wordt tentoongesteld in de vitrines. Het zinnetje dat ik miste, zou
je als een giftig zinnetje kunnen beschouwen, hoewel ik geenszins zou durven beweren dat er in dit geval sprake was van kwade opzet, laat staan karaktermoord.
Het zinnetje luidde als volgt.
Denkt u dat Heleen van Royen in haar functie van eigentijdse femme fatale ons de eer zou willen doen deze expositie te openen?
Ik herhaal het opdat u het even goed tot u laat doordringen.
Denkt u dat Heleen van Royen in haar functie van eigentijdse femme fatale ons de eer zou willen doen deze expositie te openen?
Dames en heren, ik heb vele functies gehad in mijn leven. Ik heb achter de kassa gezeten bij Dirk van den Broek, ik ben receptioniste geweest bij dakdekkersbedrijf Kroom uit Amsterdam, ik heb telefonisch marktonderzoek gedaan voor Bureau Interview van Maurice de Hond, ik ben verslaggever geweest voor Radio Noord-Holland, redacteur bij de kabelkrant van Haarlems Dagblad, freelancer voor diverse vrouwenbladen, waaronder Yes!, Cosmopolitan, Marie-Claire en LINDA., columnist van Groter Groeien, het Parool en magazine VROUW van De Telegraaf, daarnaast ben ik echtgenoot en moeder van twee kinderen, hoewel ik niet zeker weet of dit functies zijn of een gegeven.
Op basis van al deze functies en ex-functies had de Stichting Louis Couperus mij kunnen uitnodigen, maar dat gebeurde niet. Mij werd specifiek gevraagd om deze tentoonstelling te openen in mijn functie van eigentijdse femme fatale, een functie die ik niet bekleed, waarnaar ik nimmer heb gesolliciteerd, die nergens officieel staat vermeld, behalve in het persbericht dat het Louis Couperus Museum fluks de wereld instuurde nadat ik in mijn eerste opwelling “ja” had geroepen.
Dit zinnetje heeft mij geraakt, dat zal u inmiddels duidelijk zijn. Het heeft een diepgeworteld ongenoegen aangeboord, een ongenoegen dat zich op dit moment middels deze literaire eruptie een weg naar buiten probeert te vinden.
Laten wij het gewraakte zinnetje eens fileren. Ten eerste rijst de vraag of femme fatale een functie is. In feite heb ik deze vraag al beantwoord. In mijn optiek is het geen functie, het is een kwalificatie die doorgaans door anderen aan een vrouw wordt toegedicht, of zij dit nu wil of niet.
Blijft over: de eigentijdse femme fatale.
Wat moeten wij ons daarbij voorstellen? Is er zoiets als een ouderwetse en een moderne femme fatale en wat is dan het verschil tussen die twee? Bij een ouderwetse femme fatale denk ik aan de Sirenen die het Odysseus zo lastig maakten, aan Cleopatra, Mata Hari, Marilyn Monroe en niet te vergeten Marlène Dietrich. Ik neem aan dat deze dames geen nadere toelichting behoeven.
Bij een moderne femme fatale kom ik al gauw uit bij Anna Nicole Smith. U kent haar misschien wel. Zij is de rondborstige blonde ex-Playmate die in 1994 op 26-jarige leeftijd met een 89-jarige miljardair trouwde, een huwelijk dat destijds voor enige beroering zorgde. In de media en in de naaste omgeving van de miljardair werd hardop getwijfeld aan de oprechtheid van Anna's liefde voor haar hoogbejaarde aanstaande. Anna beweerde dat ze zielsveel van hem hield, maar toen hij een jaar later overleed, bleken zijn volwassen kinderen uit een eerdere relatie nog niet overtuigd. Zij spanden een rechtszaak tegen Anna aan om te voorkomen dat zij er met de erfenis vandoor zou gaan, een zaak die zich tot in lengte van dagen voortsleepte, zoals dergelijke zaken in de VS dat nu eenmaal doen.
Anna raakte na de dood van haar man zwanger van een tweede kind, voor haar huwelijk met de miljardair had ze al een zoon gebaard, die inmiddels 20 jaar was. Daags na de geboorte van het kind, een meisje, kwam Anna's zoon naar zijn moeders kraambed om zijn zusje te bewonderen. Hij was amper binnen of hij zeeg ineen en stierf, de doodsoorzaak was naar verluidt een overdosis methadon en antidepressiva.
Vijf maanden later volgde Anna haar zoon in de dood. Ook zij overleed aan een overdosis. Ze had teveel pijnstillers en antidepressiva genomen, zo heette het, van kwade opzet zou geen sprake zijn.
Het dochtertje bleef alleen achter. Verschillende mannen, onder wie prins Frederic von Anhalt, de man van Zsa Zsa Gábor, beweerden haar vader te zijn, de erfenis van de miljardair was op dat moment nog steeds niet definitief verdeeld. Een DNA-test bood uitsluitsel. Prins Frederic was het niet, Anna's advocaat was het ook niet, het was een fotograaf, die zich inmiddels over het meisje heeft ontfermd.
Dankzij Anna’s geschiedenis komen we tot de kern van mijn betoog. Anna werd gezien als een femme fatale, maar is zij dat eigenlijk wel? En zo ja, zijn Eline Vere, Anna Karenina, Emma Bovary en ik dat ook?
Volgens Van Dale is een femme fatale: een fatale vrouw, die mannen in het ongeluk stort.
Een zinnetje dat pijn doet, dames en heren. Als de Stichting Couperus Museum de Van Dale serieus neemt, en ik neem aan dat zij dit doet, dan zijn Eline, de twee Anna’s, Emma, ik en god weet hoeveel andere vrouwen gestigmatiseerd, gebrandmerkt, wij zijn gereduceerd tot wezens die louter afschuw opwekken. Als ik mijn functieomschrijving voor deze middag serieus zou nemen, zijn de rapen helemaal gaar. Dan dien ik hier niet te spreken, maar een aantal mannen in het ongeluk te storten. Ik weet niet welke mannen, ik heb hieromtrent geen duidelijke instructies meegekregen. Mochten er vrijwilligers zijn, dan stel ik voor dat u zich in rotten van drie opstelt bij de vitrines met vergif.
Deze expositie verbeeldt het leven van drie fatale vrouwen: Eline, Anna en Emma. Als ik de strekking van hun geschiedenis echter goed begrijp, zijn ze stuk voor stuk niet zozeer fataal voor anderen, maar vooral voor zichzelf. Eline neemt een overdosis morfine en sterft, Anna werpt zich voor de trein en sterft, en Emma neemt arsenicum en sterft. Welke andere fatale vrouwen krijgt u nu op uw netvlies? Anna Nicole Smith misschien, en wat te denken van mevrouw Monroe?
Eline, Anna en Emma zijn geen fatale vrouwen, het zijn tragische heldinnen, dit in een, ik zou haast zeggen flagrante tegenstelling tot de heldinnen uit mijn oeuvre.
Laten we mijn dames er in onze verbeelding even bijpakken. Kent u ze? Lea uit De gelukkige huisvrouw, Diana uit Godin van de jacht, Julia uit De ontsnapping en Victoria uit De mannentester. Lea krijgt een kind, wordt knettergek, verliest zich in rouw om haar vader, die zelfmoord pleegde toen ze 13 was, maar herpakt zich. Diana heeft een tweeling, twee minnaars en een echtgenoot, raakt zwanger, weet niet van wie, laat de vrucht aborteren en herpakt zich. Julia verlaat haar man en kinderen voor een tijdelijke ontsnapping, de geest van haar jonggestorven broer reist met haar mee, hij moedigt haar aan alles te doen wat zij hem op zijn sterfbed heeft beloofd, als ze terugkomt, heeft haar man een ander, maar zij herpakt zich. Ik zou deze heldinnen niet een-twee-drie als tragisch omschrijven, fatale vrouwen zijn het echter ook niet, als we de Van Dale mogen geloven.
Victoria, de heldin uit mijn meest recente boek, verdient extra aandacht. Op de flaptekst heb ik haar zelf omschreven als een 27-jarige femme fatale. In mijn zoektocht naar haar ware aard, heb ik toen ik haar creëerde een meer hedendaagse bron geraadpleegd. De
online-encyclopedie Wikipedia hanteert de volgende definitie: ‘Een femme fatale is een vrouw die haar schoonheid en seksualiteit gebruikt om mannen te verleiden en in het ongeluk te storten c.q. haar eigen geluk te vergroten. Een femme fatale is vaak stijlvol, arrogant, sterk, seksueel onafhankelijk, intelligent en heeft een laag beeld van mannen. Ze zal er alles aan doen om de situatie onder controle te houden.’ Victoria uit De mannentester voldoet in grote lijnen aan deze omschrijving. Ze minacht mannen, laat zich inhuren om hen te verleiden en straft hen als dat haar lukt. Maar ook zij, zelfs zij, hunkert diep van binnen naar liefde. Ook zij brengt zichzelf uiteindelijk meer schade toe dan haar slachtoffers. Ze eindigt tamelijk eenzaam in de gevangenis, zichzelf opknopen komt echter niet in haar hoofd op.
De heldinnen uit mijn boeken geven zich nooit. Het zijn eigengereide doorzetters, die de handdoek nimmer in de ring gooien, zich niet voor de trein werpen of vergrijpen aan gif. Het zijn vrouwen die met het leven worstelen, dat hebben ze met Eline, Anna en Emma gemeen. Dat doen ze met wisselend succes, met vallen en opstaan, net zoals de meeste vrouwen en ook ondergetekende, ik geef het toe.
Ik hecht er sterk aan te vermelden dat het géén zielige, zwakke, soms zelfs onnozele wezens zijn, zoals mijn mannelijke literaire voorgangers vrouwen zo graag omschrijven. Ik hecht er sterk aan te vermelden dat ze zich niet alleen laten leiden door hun grillige, emotionele natuur en dat hun seksualiteit níét hun enige wapen is. Mijn heldinnen hebben meer in huis. Ze hebben iets waarop ze altijd kunnen terugvallen. Iets dat mannen ook schijnen te hebben. Het heet hun verstand.
Geachte aanwezigen, na me er grondig in te hebben verdiept, durf ik de stelling aan dat de femme fatale niet bestaat. En als zij al bestaat, dan is zij een spookbeeld, een projectie van angsten van mannen én vrouwen. Het treurige nieuws is dat dat spookbeeld nooit zal verdwijnen. Elke dag, elke eeuw weer, zullen er vrouwen zijn die het stempel fataal opgedrukt krijgen om daar nooit meer vanaf te komen.
Ik verzet me tegen dat spookbeeld.
Voor u staat geen femme fatale. Het zal wellicht als een schok komen, maar hier staat een schrijver. Een auteur die net als Couperus, Tolstoj en Flaubert romans schrijft over vrouwen die worstelen met het leven. Dat ik me beter dan mijn drie overleden collega’s kan inleven in de diepste zielenroerselen van vrouwen, durf ik u op een briefje te geven. Of het nu gaat om relaties, familie, het baren, opvoeden, aborteren of verlaten van kinderen, ik sta dichter bij de bron. Immers: ik ben de bron. Of mijn romans klassiekers worden, net zoals die van Louis, Leo en Gustave, zal de tijd leren. De gelukkige huisvrouw is na tien jaar aardig op weg.
Dank u voor uw aandacht.
En nu voor de vrouwen. Ben jij een Femme Fatale?
AnneSophie, vrouw, 39 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende