Terminologie voor basnerds
Een test schrijven is niet altijd makkelijk, zeker niet als het aankomt op de te gebruiken termen. Zo hebben wij bij De Bassist, een basmagazine waar ik voor schrijf, afgesproken dat wij zoveel mogelijk de Nederlandse woorden gebruiken. Ook houtsoorten worden zoveel mogelijk in het Nederlands genoteerd. Ondanks dat de hele wereld het woord 'rosewood' gebruikt, gebruiken wij palissander. Eigenlijk veel mooier en beter, zeker dan het soms slecht vertaalde 'rozenhout' in andere tijdschriften. Zo wordt ash bij ons essen, alder wordt elzen en maple wordt esdoorn. Af en toe moet ik google nog wel eens checken. Het wordt pas echt moeilijk als wij over een aparte variant van een houtsoort schrijven. De vertaling van swamp ash naar moerasessen lukt me nog wel, maar hoe zit het met quilted maple, spalted maple en birdseye maple? Vogeloogjesesdoorn klinkt toch wat raar. De website mijnwoordenboek.nl vertaalt quilt als dekbed. Dekbedesdoorn? En dan heb ik de melding dat 'spalted helaas niet in onze database staat'. Dan hebben wij nog bubinga pommele en burled blackwood. Het laatste wordt iets van wortelzwarthout? Blackwood is 'Azen Vragen' volgens wiki. Dus Tasmanian Blackwood is Tasmaans Azen Vragen? Blackwood wordt soms vertaalt als rozenhout, maar dat is weer iets anders als palissander oftewel rosewood. Ook Acacia is een mogelijke vertaling, maar dat is bij ons weer een struik. Misschien wordt het tijd dat onze uitgever ons eens naar een cursus 'hoe herken en vertaal ik hout?' stuurt.
Voor de meeste onderdelen is er een goed Nederlands alternatief voorhanden. Zo is een nut een topkam, en neck een hals, scale length is mensuur en een fingerboard wordt bij ons toets genoemd. Een pickguard is een slagplaat, een pick up is een element, een strap button een bandknop en neck through een doorlopende hals. Soms is het zelfs nog simpeler. Een fret is een fret en een bridge gewoon een brug. Voor sommige uitvindingen zijn wij bij het Engels gebleven. Een strap lock is bij ons geen bandslot, maar het verbaast me dat er eigenlijk geen goed Nederlands woord is voor de body van een bas. Bij een akoestische bas kunnen wij nog van een klankkast spreken. Een massief stuk hout kan ik echter geen kast noemen, hoewel de Duitsers het dan wel over een massivkorpus hebben. Een massieve kast? Een massief lichaam? Bepaalde gitaristen spreken met liefde over hun 'plank', maar om nou te zeggen dat die hele dure Warwick een 'plank' heeft van moerasessen? wij houden het wel op body.
En als je net denkt dat je er uit bent, blijken er ook nog verschillen te zijn tussen Nederland en Vlaanderen. Onze Vlaamse correspondent Bart Parmentier heeft het stug over een lampenversterker, terwijl wij het weer een buizenbak noemen. Amerikanen zeggen tube amp, dus buizenversterker. Britten praten over valves, dus dan zouden wij het over een kleppenversterker moeten hebben. Maar eigenlijk hebben die Vlamingen het wel goed. Een buis is tenslotte een soort gloeilamp. En gloeilampenfabrikant Philips is misschien wel de meest onderschatte partij in de rock 'n roll historie. 'Wij' hebben de EL34-buis uitgevonden! De Britse sound komt gewoon uit Eindhoven! Maar ik dwaal af.
Waarom heet tunen bij ons stemmen? Als je stemmen vertaal krijg je iets als 'voicing' en de Engelsen gebruiken die term eerder om de klankkleur van en speaker aan te duiden. Sorry: Luidspreker. En zouden er Nederlanders zijn die in het Engels melden dat 'they're going to vote their bass'?
Op basgitaarforum.nl hebben wij dit probleem wel eens aan de kaak gesteld. Hoe ver moet je gaan met vertalen? Mijn reactie was dat je het per keer moet bekijken en dat sommige termen of namen gewoon in het Engels geschreven horen te worden. Een bass is ook een snoekbaars. Jazz is van oorsprong een zwarte muzieksoort en Precision is gewoon precisie. Candy Apple Red is snoepappeltjesrood en Lake Placid Blue is, ehm, placidemeerblauw? Dat kan natuurlijk niet. Vuurgloed is daarentegen wel weer een mooie benaming voor het prachtige Fireglo van Rickenbacker.
Ik heb het eens geprobeerd. Ik vroeg in mijn lokale Fenderwinkel om een snoepappeltjesrode vanoorsprongzwartemuzieksoortsnoekbaars. Met meegespoten kop graag. Ik kreeg een schouderklopje, een bakje koffie en de vraag of ik het niet eens wat rustiger aan moest gaan doen.
Af en toe krijg ik jaloerse opmerkingen op Twitter, als ik weer eens een mooie en dure bas mag testen. Bedenk de volgende keer echter dat een beetje boutiquebas met apart hout en een aparte kleur mij vele slapeloze nachten én grijze haren bezorgd. Dank jullie wel.
KrisP, man, 123 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende