Appelsap.
Het eerste dat ik deze vakantie deed, was mijn kamer schoonmaken. Ik moest vier mokken opruimen en alles stoffen en stofzuigen en mijn bed verschonen, want er zat overal kattenhaar op. Ik kijk mijn kat beschuldigend aan. Ze ligt naast me te slapen.
Ik ben een beetje moe. Ik ben altijd wel een beetje moe. Maar ik kan deze hele vakantie uitslapen. Ik moet wel twee kersttulbanden, wat kerstkransjes en chocolade moelleux bakken en een champignonroomsaus maken. Misschien ben ik ook wel de baas over de biefstukjes. Misschien ook niet. Ik weet niet of mijn ouders me dat toe vertrouwen. Het is altijd een beetje een bescheiden kerstfeest dat wij vieren.
Eerste kerstdag vieren we met mijn oom en tante en neef en nicht en mogelijke aanhang. Tweede kerstdag vieren we alleen met het gezin, met zijn vieren. We hebben een tijdje Kerst gevierd met nog een andere oom en tante en neef en nicht, maar er is teveel onzin gebeurd, dus dat gaat nooit meer voorkomen. En mijn oma zat er ook altijd bij, maar die is overleden.
Mijn andere oma wist totaal niet wie ik het was, maar ze deed alsof ze het wist, maar ze wist het pas nadat mijn moeder mijn naam zei en toen was ik opeens 'heel groot geworden'. We zijn met haar wat gaan eten en dat was dan de kerstviering. En met die helft van de familie vieren we eigenlijk nooit Kerst, omdat, ik weet het niet.
Maar ik doe altijd mijn best om er zo net mogelijk uit te zien en hakken en zo aan te doen, ook al is alleen mijn gezin er. Het gaat om het idee.
We waren met zijn allen gaan uitwaaien op het strand. Ik houd van het strand. Ik houd van de zoute lucht en de harde wind en het geluid van de golven. Het was maar eventjes. Mijn eerste gedachte was: dit is het strand waar mijn ex bijna was verdronken, toen hij klein was. Was hij maar helemaal verdronken. Ha-ha.
Ik ben zelf ergens in Frankrijk bijna verdronken, toen ik klein was.
Bij een of andere afgelegen fruitschuur haalde mijn vader een grote zak appels en ik een fles appelsap, want ik ben dol op appelsap, échte appelsap, en als het kon dronk ik elke dag een fles leeg, maar dat kunnen mijn darmen niet aan. De supermarkt bracht me bolussen. Nog een ding waar ik van houd.
Het is misschien iets raars om over na te denken, maar ik vraag me af hoe de familie in de toekomst zal zijn. Ik spreek mijn nichten en neven nooit en daar heb ik ook niet per se behoefte aan. Ik denk niet dat ik kinderen ga krijgen. Zou het dan alleen mijn broer en zijn gezin zijn? En het 'Zeeuwse' is er eigenlijk wel vanaf. Ik ben niet Zeeuws, ik kan geen Zeeuws, ik kan wel goed appelsap drinken en bolussen eten, mosselen hoef ik niet. Maar ik ben in Utrecht opgegroeid. Dat is een rare gedachte. Dat er zoveel generaties Zeeuwen zijn en dat door het besluit van mijn ouders zo ophoudt. Bij onze tak dan.
Ik zeg wel dat ik Zeeuws bloed heb. Mijn opa was een mosselvisser. Dat is een belangrijk detail. Én, in een alternatief universum waarin mijn moeder wél het mosselbedrijf had overgenomen, zou ik hoogstwaarschijnlijk ook in de mosselbusiness zitten.
Weet je, ik had Kerst met hem willen vieren, maar jammer genoeg is hij een kloothommel.
Dus het gezelschap blijft klein.
iAngel, vrouw, 26 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende