Poepen op camping Astrid.
De afgelopen dagen heb ik samen met mijn vriendin doorgebracht op een camping in België. Haar ouders hebben daar een caravan, vandaar. België is nou ook niet echt een land waar ik meteen aan denk na het woord “vakantie” te horen, maar kennelijk is het toch mogelijk.
Toen ik klein was –ook ik ben dat geweest- ging ik met mijn ouders ook altijd kamperen. In Drenthe. Je merkt het al, ik weet de kampeer hotspots wel te vinden. In Drenthe stonden we op een camping met ongeveer 20 plaatsen. Klein, gezellig, lief, schattig, dodelijk saai en strontvervelend. Gelukkig was het wat men noemt een ‘boerencamping’ en hadden ze daar nog een paar kipjes, schaapjes, paarden en van die wandelende schijtfabrieken waar met enige regelmaat nog wat melk uitkomt. Er was dus altijd wel wat te beleven. Schaapje ontsnapt, paardje op hol, kipje dood en koetje in de sloot. Organisch vermaak op een biologisch verantwoorde manier. Met 20 staanplaatsen op een camping kan je ook wel raden dat er daar geen zwembaden, tennisvelden, stripclubs of disco’s te vinden waren. We moesten dus als kinderen onder elkaar onszelf maar vermaken. Lekker met oude kleren aan kijken wie het eerst een wurmpje op kon graven met een stokje. Want dat is vakantie in Nederland, wurmpje opgraven.
Gelukkig was deze camping in Beligië, camping Astrid, een stuk groter. Ik heb de plaatsjes niet geteld, maar het waren er veel. Zoveel dat ze de laantjes waaraan je de sleurhut van de familie neer mocht zetten een naam hadden gegeven. Wij moesten lopen tot het schijthuis en dan links afslaan, daar zou dan een caravan staan. En dat was ook het geval. Eenmaal aangekomen bij de caravan was het eerste wat ik moest en wilde doen: En bruin rugspijker naar buiten werken. Ik vroeg Inge om een rol papier en al snel was ik op weg terug naar het WC gebouwtje. Met de rol liep ik langs mijn tijdelijke buren en ik begroette ze met een normale ‘Hallo’, gevolgd door een onverstaanbaar Belgisch gebrabbel van hun kant. Met de rol kwam ik onderweg nog wat fransen en vermoedelijk ook Nederlanders tegen. Eenmaal op de wc viel het me nog mee dat ik niet eerst aan het poetsen moest om een redelijk schoon stukje bril te verkrijgen voor mijn achterwerk. Ik hing het kontveegsel aan het daarvoor bestemde haakje en nam plaats op de bril. Terwijl ik na een paar weeachtige persen om me heen kijk schrik ik mee dood. Vanuit mijn ooghoek zie ik recht voor me nog een persoon zitten. Met een ruk draai ik mijn hoofd naar de andere persoon, om uit te vinden dat het een spiegel was. De rest van dit toilet bezoek ben ik nog 10 keer geschrokken van mijn andere ik. Ook tijdens de nazorg voor mijn achterwerk was het behoorlijk vervelend om telkens maar weer in die spiegel jezelf te zien. Natuurlijk ben je het zelf, maar het veegt een stuk minder lekker als je het gevoel hebt dat je bekeken word.
Cheers,
Joint.
Joint, man, 33 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende