Ik ben moe van deze dag. Ik ben moe van de nacht. Ik ben moe voor komende week. Ik ben moe voor deze maand. Ik weet zeker dat je nog lang om me heen zult spoken. Zelfs als je er niet bent. Dan spook je in mijn hoofd. Dan ben je in mijn hoofd, net wanneer ik je eruit wil hebben. Ik heb alles voor je gegeven. En je hebt dat ook allemaal opgebruikt. Ik vond het niet erg om dingen met je te delen, maar ik vond het wel erg dat je nooit iets met mij deelde. Dat deed me pijn. Het zorgde ervoor dat ik me niet welkom voelde bij jou. En toch bleef ik bij je. Waarom weet ik nog steeds niet. Je had me gewoon in je macht. Een gruwelijk macht die een enorme greep had op mijn vrijheid. Owh, wat ben ik toch blij dat ik uit die greep ben ontsnapt. Ik zal hem absoluut niet missen.
Ookal is mijn leven op dit moment niet al te prachtig en o zo mooi. Toch gebeuren er leuke dingen. Zonnige, kleurige dingen. Dingen die mijn leven toch nog een klein beetje opfleuren. Jammergenoeg is daar heel veel voor nodig. Maar toch is het mijn grote zus gelukt. Ze gaat eindelijk met haar vriend samenwonen omdat ze al dik 7,5ve maanden zwanger is. Eindelijk hebben ze een huisje kunnen kopen. Gezellig voor later met zijn drieën. Nee, mijn zus is geen tienermoeder. Gelukkig niet, god zij dank. Nee, ze is alweer 24 jaar oud en ze was er gewoon aan toe. Ik zal haar erg gaan missen, maar ze vertrekt pas over 2 weken. Meid, je hebt me altijd goed gesteunt door al mijn zware tijden heen. Ik hou van je met heel mijn hart.