[Trip #2] 011: Arnhem.
De jongens in het busje waren heel vriendelijk, knijterstoned en vonden het prachtig dat we naar Rome wilden liften. Ze geloofden er niks van dat we ook maar de grens over zouden komen, zonder identiteitskaart en geld, maar ze wilden ons wel steunen. Ik moet toegeven dat ik 'instappen bij drie Marokkanen' eerst geen goed idee vond en ik schaam me best wel voor mijn vooroordelen. Ik lees nu ook bijna geen kranten meer en keek sowieso al geen televisie, want al die ellende die men verzint over dit deel van onze bevolking, komt daar vandaan. Er zal heus wel een kern van waarheid in zitten. Maar dat zit in ieder verhaal. Ik ga het nu in ieder geval niet meer hebben over vooroordelen of losbandige Marokkanen, maar over de behulpzame jongelui in het busje.
We moesten even wachten voor een huis en ook wisselden we van auto omdat het busje niet van de jongens was, maar geleend, of iets dergelijks. Eenmaal in de auto naar Arnhem werden we weer volop jointjes gedraaid.
"Oh, fuck!" riep Zoey ineens uit. Ze haalde een klein zakje uit haar rugzak waar nog een klein beetje wiet in zat.
"Hier, houden jullie maar." mompelde ze snel en gooide het zakje naar voren. Bij de Duitse grens is het niet moeilijk om drugs mee te nemen, maar stel dát er nu ineens een controle zou zijn. Dan waren wij mooi de pineut zo zonder ID-kaart. En die mensen die ons mee zouden nemen zouden dan waarschijnlijk nooit meer andere lifters mee helpen.
We gaven het af aan de jongens, rookten uiteindelijk dan toch maar een jointje mee en toen we in Arnhem kwamen, keken we op het GPS.
"Volgens mij moeten jullie er hier af, zo meteen." mompelde één van de jongens.
"Nee, aan de andere kant van de weg!" riep Zoey uit, terwijl ze met haar vinger bijna door het glas van de Tom-Tom drukte.
"Nee, gek, ik weet het zeker."
"Nee, IK weet het zeker."
"Ja, ik denk dat Zoey ook gelijk heeft." plakte ik er meteen achteraan.
"Goed, whatever."
En zo werden we afgezet bij het tankstation dat wij uit hadden gekozen. En natuurlijk hadden we het verkeerd. Na even hardop schelden en stampvoeten, bedachten we dat het misschien toch wel een goed idee was om iets van internet bij ons te hebben. En hoe de fuck moesten we die stomme autoweg nu oversteken?
"We lopen wel gewoon langs de rand en kijken wel waar zo'n tunnel is." bedacht ik. Stoned als we waren liepen we voorzichtig op het grasveld naast de autoweg die spoedig zou uitmondde tot een snelweg waar voetgangers natuurlijk meer als verboden waren. Uiteindelijk vonden we dan toch een tunnel waar we onderdoor konden kruipen en vol trots stonden we eindelijk aan de goede kant van de autoweg. We liepen het pad af en kwamen op een gegeven ogenblik bij een aantal kantoorgebouwen aan en een stukje verderop torende het Shell-logo uit. Eenmaal twintig meter voor de Shell hadden we weer een nieuw probleem.
Het tankstation stond récht voor ons, te pronken. Auto's kwamen en gingen, waarschijnlijk op weg naar de grens. Alleen was er één ding. Tussen ons en de Shell stond een groot, twee meter hoog hek met aan de bovenkant een hoop ongein zoals prikkeldraad. En voor het hek waren rijen en rijen van brandnetels en distels geplant die er niet uitzagen als iets waar we doorheen wilden lopen.
"En nu?" mompelde Zoey, die haar rugzak op een trappetje neersmeet en een slok water nam.
"Ik ga NIET helemaal teruglopen." mompelde ik. Ook ik liet mijn rugzak zakken en liep richting het hek.
"Wat ga je doen?" riep Zoey mij na. Maar ik kon alleen een schorre 'blijf hier!' uitslaken.
Ik liep het hek af en moest door een aantal ongevaarlijke struiken lopen om het hek te volgen. Het moest toch érgens stoppen. En inderdaad. Het liep in een hoek van 90 graden af met een schuine helling, recht voor een brede sloot. Er hadden al duidelijk meerdere mensen dit probleem gehad, want in het schuine stuk hek was een groot gat geknipt, ongeveer in het midden. We moesten dus een stuk het hek op klimmen, daarna ons door het gat heen manoeuvreren en vervolgens voorzichtig onze voeten laten zakken richting het vaste land. Best te doen, op zich. Als we niet alsnog door de brandnetels moesten én geen backpacks van 25 kilo (als het niet meer was) mee moesten sjouwen.
Ik riep Zoey en na enig gekibbel hebben we deze weg genomen en stonden we eindelijk voor het Shell -aan de goede kant-.
Hitchhiker, vrouw, 32 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende