[Trip #2] 023: Bassie.
Basel was echt kut. Het zag er niet alleen kil en industrieel uit, de mensen die de parkplaats op- en afreden waren stuk voor stuk chagrijnige, rijke rotzakken die bij het zien van onze rugzakken al op het gastpedaal drukten. Ik werd er strontziek van. Wanneer we op iemand af kwamen gelopen kregen we alleen een minachtende blik, nog voor iets gezegd te hebben. En op den duur durfde ik eigenlijk ook niet meer. We wisten trouwens ook niet eens waar we heen moesten, omdat ons geweldige stappenplan ons via Oostenrijk naar Italië bracht en dat was nu natuurlijk helemaal door de war geraakt.
Ik besloot om binnen het tankstation een kaart te zoeken: iets beters was er nu toch niet te doen. Zoey bleef achter met onze spullen en zou nog een poging wagen om dat achterlijke volk te benaderen.
Binnen het benzinestation waren allemaal roltrappen en ik besloot om ook maar meteen naar het toilet te gaan, sinds ik nu toch al binnen was. Tot mijn grote verbazing doemde er, eenmaal boven, een enorm winkelcentrum op, dat helemaal boven de weg door liep naar de andere kant van de autobaan. Zó groot zag dat tankstation er helemaal niet uit. Sterker nog: ik had niet meer verwacht dan een lullig cafeetje en een winkeltje waar je voor alle producten drie keer zo veel moest betalen dan in de supermarkt. Toen ik vijf minuten lang door het centrum had gestruind en nog geen toilet had gevonden, gaf ik het op en liep ik weer terug naar Zoey, die nogal verloren in het rond keek.
"Misschien zit er wel zo'n zuurpruim tussen die de grenswachter belt, of de politie of zo." mompelde Zoey die zichzelf tegen haar rugzak liet neervallen. We stonden hier nu al een paar uur in de brandende zon en ik verveelde me dood. Ons water was bijna op, we hadden niets meer te eten en voor een broodje in het café betaalde je al gauw zeven euro. Kut. Zwitserland.
Toen ik de hoop bijna wilde opgeven en zat te bedenken hoe je stiekem in één van de tourbussen kon gaan zitten zonder te hoeven betalen, stopte er een auto op de parkeerplaats voor onze neus.
"Where do you need to go?" vroeg de man. Hij had pluizig oranje Bassie-haar en droeg een Matrix zonnebril. Hij zag er uit als een pedofiel.
"To Italy!" riep Zoey, nog voordat ik 'nee bedankt' kon zeggen. Ik zag aan zijn kentekenplaat dat hij uit België kwam, dus ik waagde het erop door Nederlands te praten.
"Amai zeg, zeit gij gewoon Nederlands?" zei de man verbaasd. We hadden een kort oppervlakkig gesprek en hoewel de man er uit zag als een pedofiel, klonk hij wel gewoon vriendelijk. Hij moest werken in Sion en kon ons daar bij een benzinestation afzetten. Sion was niet precies de richting waar ik heen wilde, maar met een beetje geluk vonden we daar iemand die ons naar Italië kon brengen.
De reis was gezellig. Bassie, zo noem ik hem maar even, wist een heleboel over Zwitserland en kon over iedere bergtop die we tegenkwamen wel een Wist-Je-Dat-je-vertellen. Indrukwekkend zeg, die bergen, vooral voor ons Nederlanders. Met onze verrotte BlackBerry, die niet veel meer kon dan oproepen ontvangen en foto's maken, trokken we een hoop kiekjes onderweg. Bassie lachte ons de hele tijd uit omdat ons zo als Japanners gedroegen.
"We passeren nu het meer van Genève, dus als jullie willen kunnen we een luchtje scheppen en kun je een mooie foto maken van het meer." zei hij. Ik was natuurlijk weer argwanend en vond het stiekem maar niks. Ik heb te veel horrorverhalen gehoord over onverstandige meisjes die verkracht en vermoord in stukjes langs de weg terug gevonden werden. Nu ja...eigenlijk heb ik nog nooit zo'n verhaal gehoord, maar mijn fantasie sloeg natuurlijk weer eens op hol.
Zoey daarentegen, naïef als ze was, vond het natuurlijk allemaal best.
We stapten uit op een kleine parkeerplaats aan de snelweg die een inderdaad een prachtig uitzicht had. We zagen de bossen aan de overkant, kleine dorpjes met grote villa's die aan het water lagen en natuurlijk ook het meer zelf. Bassie heeft nog zelfs een extreem toeristische foto gemaakt van ons en spoedig reden we weer verder.
Sion was niet zo ver meer en we werden netjes bij een benzinestation afgezet in een prachtige omgeving. Er was een klein kanaal dat langs de berg liep met een grote touwbrug een stuk verderop. Aan de overkant zag ik jongeren genieten van het weer onder de bomen met gitaren, picknickmanden en tentjes. Net zoals in de film. Ik vond het heerlijk.
"We kunnen hier slapen." stelde ik voor, terwijl ik al in de richting van de touwbrug liep.
"Nee." antwoordde Zoey vastbesloten. "We kunnen heus wel door."
Ik ben blij dat ze me over heeft gehaald, anders hadden we in grote problemen gezeten.
Hitchhiker, vrouw, 32 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende