Uit.
En toen was de UIT uit. En ik weet niet waar ik moet beginnen. Bij de karige lunch die bestond uit droog brood met vier soorten beleg, de 'activiteiten', mijn krakkemikkige ov-fiets en diens familie die over heel Utrecht verspreid stond of de gratis popcorn?
Maandag was dag één. Ik was alleen, ging alleen naar Tivoli. Stond alleen in de rij voor een goed uur en kreeg toen een mooi oranje bandje om mijn pols, want ik ben achttien. En toen moest ik weer wachten, tot ik een sticker kreeg voor mijn groepje en naar boven mocht lopen. Daar begon een meisje tegen me te praten en ik voegde me in haar vriendengroep. We wachtten nog een goed uur. En toen was de UIT aan. De meisjes heb ik, nadat ik weg was gegaan, nooit meer gezien. Dat geldt voor nog een paar mensen.
Dan begin je een gesprek, vraag je waar ze vandaan komen en wat ze gaan doen en dan blijkt dat ze ergens anders heen gaan, dus dan zeg je gedag. En je ziet ze nooit meer. Dat was een aardig meisje, denk je. Hoe zou ze heten, eigenlijk?
Ons groepje had zo lang over de introducties gedaan, dat we de activiteiten niet meer gingen doen. Nee, we gingen naar de Appie, voor bier en sigaretten. Want échte studenten gaan in een parkje, op het gras, bier uit een blikje drinken en hebben tegelijkertijd een sigaret in hun hand. En ze gaan uit eten bij een of ander cafeetje en de enige die haar bord leeg eet is het meisje van 1.68 dat de lunch karig vond. En dat was ik.
's Avonds zijn we eerst gaan chillen bij iemand thuis. Met Jillz, een drankspelletje en smerig bier, tot het laat en donker buiten was, toen gingen we naar een discotheek. Soort van. De Woo. Woolloomooloo. Daar kochten de jongens bier voor me. Ik heb geen enkele keer mijn eigen bier betaald deze week. En we dansten tot het zo'n drie uur was en toen was het wel goed zo.
Dinsdagochtend keek ik op de groepsapp: iedereen was nog brak en we hoefden pas laat in de ochtend te verzamelen. Een workshop. Kunst.
'Ik heb dus echt niets met kunst.'
'Ik ook niet.'
En dat was het zo ongeveer. 's Middags hadden we weer een karige lunch met droog brood en wat broodbeleg, salami dit keer. En daarna gingen we in de rij staan voor een kaartje voor een biercantus, want dat is 'hartstikke vet'. We aten dit keer ook een karig maaltje voor het avondeten bij een studentenvereniging. Mijn buik deed pijn door het gebrek aan vezels, groente, fruit en de overdosis aan alcohol en vet en zoet eten. De biercantus bleek toch écht 'hartstikke vet' te zijn en na afloop ging ik naar huis.
'Watje,' riep een kerel. En ik attendeerde hem erop dat ik de dag ervoor voor het eerst uit was gegaan in mijn hele leven. Dan viel mijn watjesheid wel mee. Eén uur lag ik in mijn bed.
Woensdagmiddag, laat in de middag, kwamen we weer bijeen om in het gras te liggen. Wat rond te lopen bij kraampjes en verkeerde telefoonnummers in te vullen, zodat we wel de gratis goodies kregen. 's Avonds aten we weer en spraken we over onze kwaliteiten, we waren het erover eens dat ik goed kip kon eten. Voor de rest? Mwah.
Het bleek cultuuravond te zijn in Tivoli. Ik heb de hele avond, met twee jongens uit mijn groepje, cabaret en stand up comedy gekeken. Het was leuk. Een comedian vroeg of ik met mijn vriendje was. Nee, we waren met zijn drieën.
'Oh, zo doen jullie dat in Utrecht!'
Uhm. Dat krijg je als je helemaal vooraan zit. Om half twee was ik weer thuis, als een van de eersten.
De rest was tot zessen gebleven: pas om vijf uur zouden we dan ook verzamelen op donderdag. Een paar meiden waren al eerder wakker, ik heb Jillz en andere suikerige zooi voor ons gehaald en daar zaten we dan. In een park, op het gras, alcohol te nuttigen terwijl de klok pas net twaalven had geslagen. Studentenleven. Ik dronk er drie binnen een paar uur op. Er was niet veel anders te doen. Mijn maag protesteerde weer. Sorry, maag.
's Avonds kreeg ik bier in mijn handen gedrukt, we gingen naar Tivoli, ik kreeg weer bier in mijn handen gedrukt, we gingen dansen, er werd in totaal nog zes bier aan me gegeven, we bleven dansen. Het was twaalf uur, één uur, twee uur, bezwete lichamen en ladderzatte kerels die niet kunnen zingen of dansen. We waren met zijn vieren, twee meisjes, twee jongens.
Op de wc zei mijn geslachtsgenoot dat ze graag aan haar trekken wilde komen, even zoenen, maar de jongens waar we mee zaten waren 'schattig'. Ja, 'schattig'. Dat ze waarschijnlijk even weg ging, dat zou ze nog wel zeggen. Oké. Dan had ik dus de twee kneuzen. Of een van de twee. Want ik val wel op kneusjes. En ik had ook eens zin om te zoenen, eigenlijk. Misschien was het de acht bier. Misschien niet.
We dansten verder. Drie uur. Ik kwam steeds dichterbij een van de jongens te dansen. Oké, dat deed ik expres. Ik kreeg een hand over mijn rug, zij, kont, constant, ik dacht: doen we dat zo hier? Hij trok me dichterbij, ik bevrijdde me snel, want we waren met zijn vieren en ik wilde dan ook met zijn vieren dansen. Ik bleef tussen de twee jongens dansen, als ik naar links ging schuurde ik half tegen een kerel aan, als ik naar rechts ging schuurde ik half tegen een kerel aan én kreeg ik een hand in mijn zij of op mijn kont. Tsja. Ik dacht: als die andere kerel nou hetzelfde zou doen, zouden ze elkaars hand aanraken en dan kon ik lachen.
Maar kerel nummer twee ging weg. En het andere meisje zat dolgelukkig met een onbekende te zoenen, een paar minuten later. Nou, dan, uh, misschien, uh, kunnen we... Ik kan zeggen dat ik 'schuren met een kerel in een discotheek' op mijn bucket list kan doorstrepen. Evenals 'de slechtste zoen ooit beleven'. Dan denk je: is dit zijn mobiel, zijn sleutels, of is het al een halfuur zijn, uh, ik gok het laatste, ik draai me wel om. Even zoenen. En dan wordt je gezicht bijna opgegeten. Ik veeg het speeksel af aan zijn shirt. Hm, wat nu? Ik zet wel een stapje naar achter. Ongemakkelijk dansen. Ja. Dat gaan we doen. Wacht, ik kom wel iets dichterbij. Shit, nu zit ik weer onder het speeksel.
'We spreken elkaar nog wel.' was het afscheid, mijn enige gedachte was: uhhh. En dat denk ik nog steeds. En dan zeg ik tegen mezelf: van een kerel die een bètastudie doet moet je denk ik andere dingen verwachten.
Ja, dat, vast. En ook niet verwachten dat je elkaar ooit nog spreekt. Het leuke is ook dat veel mensen het aparte tafereel hebben mogen aanschouwen. Ik bid dat niemand die ik ken me heeft gezien.
Half vijf was ik weer terug. Een beetje verward. Vond ik het nou leuk? Uhh. Eigenlijk wel. Misschien als we normaal konden zoenen, dat het dan leuker was geweest, maar dat zat er blijkbaar niet in. Ik dacht eerst: het is het bier. En toen hadden we een hartstikke nuchter gesprek, direct erna. Dus het was niet het bier. Ik val gewoon op kneuzen.
Maar eigenlijk vond ik het nog leuker toen we met zijn vieren waren.
Je hebt van die mensen die dan zeggen: 'Het is super gezellig, moeten we nog een keer doen!' en dan zou ik willen dat ze dat menen, maar ik weet vrij zeker dat ze zullen vergeten dat ze dat gezegd hebben.
En nu zit ik thuis. Morgen moet ik werken. Dat was Utrecht dan, voor nu.
iAngel, vrouw, 26 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende