Afbouwen
Het is bijna zover: ik kan gaan beginnen met afbouwen! Na een jaar of vier, vijf om verschillende redenen medicatie te hebben gebruikt, kan ik eindelijk beginnen om er weer mee te stoppen. Het is alleen nog wachten op de apotheek. En op de moed om dan echt van start te gaan.
Ik weet nog hoe ik precies dat aantal jaren begon met de medicatie. Het was ook najaar, het nieuwe studiejaar was juist opnieuw begonnen en het zonnetje lachte mij toe toen ik op de fiets mijn nieuwe medicatie ophaalde van de apotheek. "Probeer het", had de psychiater gezegd, "het zal je mogelijk helpen." En het had geholpen. Door de maanden van uitproberen en opbouwen die volgden werd de chaos in de wereld om mij heen steeds behapbaarder. De entropie werd utopie: ik leek eindelijk de wereld te kunnen bijbenen en ik zag voor het eerst door de bomen heen het bos. Voor het eerst had ik het gevoel: ik kan zijn als de rest, ik kan doen als de rest! Ik ben deel van de wereld zonder teveel moeite...
Het was heerlijk om eindelijk naar activiteiten van mijn studentenvereniging te gaan zonder overdonderd te raken en de dagen erna nog te moeten gebruiken om bij te komen. Het was een fantastische gewaarwording dat ik voor het eerst te vroeg kwam voor de trein en de psycholoog en dat ik mijn weekendtas in een kwartier kon inpakken in plaats van de gebruikelijke twee uur. Ik had voor het eerst tijd over. Tijd voor vrienden. Tijd voor dingen naast studie. Tijd voor leven. En niet alleen dat. Ik was ook vrolijker. Ik was minder angstig, had het overzicht, kon mijn papers met meer gemak schrijven, zag de zon figuurlijk en letterlijk weer vaker schijnen. Mijn problemen waren als sneeuw voor diezelfde zon verdwenen. Dit alles had echter ook een keerzijde.
Zo vaak als ik vroeger schreef, zo zelden schreef ik na die ene dag. Wat was er nog om over te schrijven? Het leven was mooi, het leven was prachtig, de zon scheen vrijwel altijd, ook achter de wolken, genoeg om over te schrijven! Het lukte me niet meer. Het leven had geen inhoud meer. Zo leek het tenminste. De symbolische waarde die ik daarvoor altijd toekende aan het leven, leek verdwenen. Daarnaast las ik niet meer. Zoals ik daarvoor het ene na het andere boek verslond, kon ik de aandacht niet meer opbrengen om meer dan een aantal bladzijden te lezen. Ik kon nog wel enigszins genieten van de woorden die op literaire manier achter elkaar genoteerd stonden, maar mijn aandacht was na een bladzijde of wat alweer verdwenen.
Ik had het niet per se zo snel door, maar ook mijn emoties werden afgevlakt. Het duurde jaren voor ik daar erg in had, en toen ik er de vinger op leggen kon, welden de tranen op in mijn ogen. Eindelijk begreep ik wat ik miste. Ik miste de hoogten en de laagten, ik miste de weidsheid en symbolische diepte van het leven. En hoe goed het ook ging, hoe goed ik de mensheid ook kon bijbenen, er groeide een diep verlangen naar vroeger, naar een leven zónder.
En dit was niet alles. Ook mijn gewicht begon toe te nemen. En hoe vaak mensen mij ook ervan overtuigen dat ik nog steeds niet zó groot ben, ik begin een aarzeling op te merken tussen "zó" en "groot" die er eerder niet was en wil zo graag voorkomen dat... Dat ik gróót wordt en mijn lichaam niet meer gezond is en ik niet meer terug kan.
Natuurlijk is er nog meer. Meer zal misschien nog volgen in volgende verhalen. Maar ik wil zo graag vertellen dat ik zo blij ben. Ik ben blij weer terug te gaan naar vroeger, zoals het was.
En tegelijk ben ik ook bang. Bang voor wat er komen gaat. Wordt alles weer zo chaotisch en onoverzichtelijk als vroeger? En hoe erg is dat? Wat voor gevolgen heeft dat voor mij, mijn uitzicht op een baan, mijn echtgenote Rachel, onze kinderdroom?
En heeft de medicatie mijn brein veranderd? Zal alles wellicht erger zijn dan eerst? Ben ik voor eeuwig afhankelijk geworden?
Allemaal vragen. Niemand heeft antwoorden. Ik kan alleen afwachten en dan zien.
Morgenrood, vrouw, 30 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende