Dagboek van een huismeester: chagrijnige koppen
Er zat een een onbekende vrouw van rond de 40 jaar bij ons in de brasserie. Alleen aan een tafel. Dat mag, het is tenslotte een openbare ruimte, maar het komt niet zo vaak voor dus viel het wel erg op. Ze keek erg chagrijnig, dronk niks en zat daar maar een beetje uit het raam te staren. Plots stond ze op, liep snel naar het aluminium serveerkarretje en voordat iemand er erg in had was ze naar buiten verdwenen. We stonden verbouwereerd naar elkaar te kijken en toen ik buiten kwam was het te laat, geen idee welke kant ze op ging.
Na 10 minuten kwam ze terug, het karretje volgeladen met spulletjes zoals, boeken, een tafellamp, een radio, wat vaasjes en nog wat kleine spulletjes. Ik liep naar haar toe en vroeg overdreven vriendelijk of ik mijn karretje terug mag. Ze keek me boos aan en zei dat ze de spullen van haar moeder alvast in haar kamer ging zetten. Haar moeder zou de volgende dag bij ons in het verpleeghuis komen wonen. Er was door de verzorging niet naar mij gecommuniceerd over de verhuizing.
Ik zei haar dat het wel zo netjes zou zijn als ze het eerst zou vragen of ze dat karretje wel mocht gebruiken. Boos zei ze dat haar auto wel 200 meter ver staat. Ook ik kan erg boos kijken en vertelde haar dat we een grote kar hebben voor dit soort gelegenheden, zolang je het maar netjes vraagt.
Ze keek minachtend naar me en toen ze merkte dat ik niet zou zwichten voor haar lelijke blik, vroeg ze het me toch maar, maar het kostte haar zichtbaar moeite.
Een paar uur later stond ik te stofzuigen bij de ingang toen ze binnenkwam met haar zus. Wederom keek ze me minachtend aan en zei: 'Kijk, daar heb je het manusje van alles.' Ik vertelde haar vriendelijk dat ik Frans ben, de huismeester. Ze keek zo mogelijk nog minachtender naar me, waarop ze zei: 'Tsja, je kan maar wat doen.' Ik keek naar haar, snoof minachtend, draaide me om en ging verder met stofzuigen.
Ik snap dat je niet blij bent als je moeder naar een verpleeghuis moet, maar werk dat niet uit op onbekenden. Ik weet hoe het is, ik heb het helaas meegemaakt met mijn moeder en nu ook met mijn vader. Wees vriendelijk voor de mensen die voor je naaste zorgen. Wees sowieso vriendelijk voor mensen die je niet kent en jou of je naasten niets hebben aangedaan.
Een paar dagen later zat ze in de brasserie met haar man. Ze liep naar de balie en zei tegen mijn collega met dezelfde chagrijnige kop: 'Twee koffie.' Niet 'alsjeblieft' of 'mag ik'. Voor mijn collega's van de brasserie heeft ze afgedaan en voor mij ook. Als ze bij ons nog iets wil, zal ze toch heel erg vriendelijk moeten zijn. Wij zijn daar ook voor ons werk en accepteren het niet als we zonder respect worden behandeld. Dat geldt voor zowel de cliënten, voor de familie die bij ons binnenkomt en ook voor onze eigen collega's.
Toen haar man zich omdraaide, die aan tafel zat, schoten we in de lach. Hij leek op haar (eerst dachten we dat het haar broer was, maar later bleek het toch haar man te zijn) en trok net zo'n chagrijnige kop als haar. Ik snap het wel, als ik hele dagen naar zo'n chagrijnige kop zou moeten kijken, zou ik zelf ook zo kijken. De vraag is dan wie van de twee het eerst zo keek. Of zijn ze verliefd geworden omdat ze allebei al zo keken?
Ik sluit af met het aloude Hollandse gezegde: Je bent niet verantwoordelijk voor de kop die je hebt gekregen, maar wel voor de smoel die je trekt.
Vetri, man, 56 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende