'Fietspomp nodig?'
Gister zou ik uitgaan met wat vrienden van mij. Aangezien het stuur van mijn mountainbike met dunne wielen –daarom dus eigenlijk een citybike, aldus Mr. Fiets-verkoper- los was gekomen op mijn weg terug van het werk, kon ik er niet echt op fietsen. Het ding deed me een beetje denken aan de 16 jaar oude, Bordeaux rode, Corsa van mijn moeder. Het maakte niet veel uit hoe hard je aan het stuur trok, de fiets ging lekker zijn eigen weg. Ik was er dan ook wel blij mee dat mijn fiets ook naar huis wou en niet besloot om te gaan badderen of, nog leuker, auto’s te gaan koppen. Onderweg had ik me voorgenomen om meteen bij thuiskomst het stuur te repareren, maar zoals het wel vaker gaat als ik me iets voorneem, bood mijn bed een veel beter alternatief. Ik dwaal af, mijn excuses.
Ik zou dus uitgaan met wat vrienden. Zover waren we al. Ik groef de ‘uitgaansfiets’ uit (wow, volgens word is dat een bestaand woord!) plakte er hier en daar zo’n verdomd lampje op, die het toch nooit doen, en begon te fietsen. Zoals altijd, was ook nu mijn vertrouwen in de lampjes terecht. Na de eerste hobbel –of kat van de buren, een van de twee- donderde het eerste lampje op de grond. Toen ik omkeek naar dit lampje en daarbij een stoeprand raakte, besloot het achterlicht zijn vriendje, het voorlicht, te gaan zoeken. Aangezien ik nu dus geen licht had, besloot ik binnendoor te gaan. Het ging allemaal redelijk goed, totdat ik bij een weg kwam. Opzich is dit geen probleem, maar wel als er net een parade van automobielen aankomt en je remkabel losspringt. Ik zou zweren dat ik ergens een duiveltje hoorde lachen.
Nadat ik flink wat getoeter, gescheld en woorden die ik zelf nog niet kende over me heen had gekregen omdat de bestuurder van de auto een noodstop moest maken, bereikte ik ongedeerd de overkant. Ik reed over een hobbeltje en hoorde vrijwel direct een ratelend geluid onder me vandaan komen. Wooptiedoedeledookies, mijn ketting lag eraf. Ik besloot een van mijn vrienden te bellen om te vertellen dat ik iets later zou komen. Terwijl ik dit deed, draaide ik met 1 hand mijn fiets ondersteboven en dacht bij mezelf: Wouw dat is indrukwekkend, dat moet ik oefenen! Ik dacht eraan om ergens aan te bellen om een schroevendraaier te vragen, maar iemand was me voor. De deur van het huis waar ik voorstond ging open en er verscheen een vrolijk lachende –jonge- dame. Nouja, voor mijn moeder jong, ik denk ergens richting 30. Ze vroeg: ‘Fietspomp nodig?’ ‘Nouja, dat helpt niet zo heel erg veel als je ketting eraf ligt, maar we kunnen het proberen’ antwoordde ik. ‘Oh, heb je iets anders nodig?’ ‘Een mooi huis aan het strand, een zwembad in de tuin, veel geld op de rekening. Maar nu zou ik wel blij zijn met een schroevendraaier.’ De vrouw ging lachend opzoek en kwam al snel weer terug. De schroevendraaier paste, de kettingkast kwam los en als snel lag te ketting er weer goed op. Ik draaide aan de trappers en de ketting deed vrolijk zijn ronde. Echter, het achterwiel bewoog niet mee. Hierop volgde de meeste doordachte, intelligente, technische uitspraak die ik ooit van een vrouw gehoord heb; ‘Volgens mij doet ‘ie het niet’. Hierna zei ze: ‘Ik weet iets! Je mag mijn fiets wel lenen! Ik weet alleen niet of de banden nog wel goed zijn!’. ‘Nou… ja, als dat zou mogen, zou wel helemaal perfect zijn!’ ‘Loop maar achterop, 2e poortje, dan zet ik hem wel klaar.’. De vrouw liep naar binnen en ik draaide de fiets weer op zijn wielen. Ik liep om en dacht: Nouja, ik kan het net zo goed proberen. Ik nam plaats op het zadel en trapte. Verrekt, de fiets deed het! Ik heb de vrouw vriendelijk bedankt, deze bood nogmaals haar fiets en maar ik zei het wel aan te durven. Wat een aardig vrouwtje!
Cheers,
Joint.
Joint, man, 33 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende