'Jezus... kaas!'
Vrolijk sta ik mee te neuriën op de zoveelste Nederlandse flop single, terwijl ik wat kazen opruimde. Jawel, ik was weer aan het werk. Gezellig tussen de kuilengravende kazen en stinkende Duitsers. Of nee, andersom. Alhoewel, sommige Oosterburen roken ook niet echt naar bloemetjes, tenminste, niet die net in bloei staan. Wellicht dat bloemen zo ruiken als ze tot compost zijn verwerkt, maar dat is een ander verhaal.
Ik wens de laatste klant een fijne dag doe terwijl ik haar spullen in een tas doe. Nogmaals wens ik haar ‘een fijn weekend en tot ziens’ nadat ze de tas heeft aangepakt. Het zal me eerlijk gezegd een worst wezen hoe de rest van haar dag is, ze hoeft tenminste niet de hele dag tussen kaas te staan, zo slecht kan het dus niet zijn. Ook ik krijg een fijn weekend toegewenst en Mevrouw Kaasvaak –komt elke dag kaas kopen- verlaat de winkel.
‘Wie was er dan?’ vraag ik.
‘Dan was ik!’ antwoordt een vaste klant.
‘Oke, en wie is er nu’ vraag ik.
‘Ik was’ zegt de klant, nogmaals
‘Ja u was, maar wie is er nu?’
‘Ik… oh… ik BEN!’
‘Oke, wat kan ik voor u doen?'
'Ben je altijd zo scherp?’
‘Soms, als ik me verveel’
‘Verveel je je dan?’
‘Nee.’
‘Maar…’
‘Wat kan ik voor u doen?’
‘Ik wou een stuk jonge kaas’
‘..en wat wilt u nu?’
‘ik.. ik wou graag een stuk jongen kaas’
‘Ja, maar wat wilt u nu?’
‘Jezus… kaas!’
Cheers,
Joint.
Joint, man, 33 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende